2.4 aanpassingen bij planten

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 4

Tijd tot start instructie

Log alvast in op lessonup

Les opbouw

Lesdoelen

Terugblik

Instructie

Opdracht maken

Afronding

Lesdoelen

Aan het einde van de les kun je uitleggen welke aanpassingen planten hebben voor hun milieu.

De vorige les

Welke snavelsoort zie je bij insectenetende vogels?

1. zeefsnavel
2. haaksnavel
3. kegelsnavel
4. pincetsnavel

Deze vogels hebben poten die ervoor zorgen dat hun romp droog blijft in ondiep water.

1. Roofvogels
2. Steltlopers
3. Watervogels
4. Loopvogels

Een paard is een voorbeeld van een

1. Zoolganger
2. Teenganger
3. Hoefganger

Planten zijn altijd

1. Consumenten
2. Producenten
3. Reducenten

Reducenten zijn:

1. Planten
2. Schimmels
3. Dieren
4. Bacteriën

Start van de nieuwe stof

2.4 Aanpassingen bij planten

Aanpassingen

Net als bij dieren passen planten zich aan hun omgeving aan.

Aanpassingen aan temperatuur

Planten kunnen niet in alle temperaturen overleven.

Aanpassingen aan temperatuur

Bij veel planten gaan er bijvoorbeeld in de winter delen dood.

Bomen laten de bladeren vallen.

Aanpassingen aan temperatuur

Bij de paardenbloem blijft alleen de wortel leven.

Dit groeit in de zomer tot een nieuwe plant.

Aanpassingen aan temperatuur

Sommigen gebruiken een wortelrozet.

Wortelrozet = kring van bladeren vlak boven de grond.

Aanpassingen aan water

Net als dieren hebben planten water nodig.

Aanpassingen aan water

Veel water / vochtige omgeving.

Bladeren zijn groot 

(veel verdamping)

Wortelstelsels zijn klein

(het hoeft niet diep)

Aanpassingen aan water

Weinig water / droge omgeving.

Bladeren zijn klein 

Wortelstelsels zijn groot

De stekels van de cactus zijn de bladeren

Aanpassingen aan de hoeveelheid licht

Niet alle planten hebben evenveel zonlicht nodig.

zonplanten - hebben veel zonlicht nodig.

Schaduwplanten - hebben weinig zonlicht nodig.

Schaduwplanten

Groeien veel op de bosbodem

bloeien vaak in het voorjaar dat noemen we voorjaarsbloeiers.

Klimplanten

Klimmen langs andere planten voor meer zonlicht.

gebruiken ranken of hechtwortels.

Vervolg opdracht

Afsluiting