V2H Geest Les 1

V2H
Fictie

Geest
Les 1
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

V2H
Fictie

Geest
Les 1

Slide 1 - Tekstslide

  • fictie / non-fictie   
  • realistisch / niet realistisch 
  • genres 
  • personages: hoofdpersonen / bijfiguren: helper/tegenstander, medespelers/ figuranten
  • vertelperspectief
  • beoordelingswoorden - mening/ argumenten 
  • spanning/ ruimte /sfeer
  • tijd: vertelde tijd, chronologisch/niet-chronologisch, terugverwijzing, vooruitverwijzing, flashback
  • open einde /gesloten einde


Leerdoelen

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide



Een nieuwsbericht in de 7-Days krant is ...
A
fictie
B
non-fictie

Slide 4 - Quizvraag

Kookboeken en informatieve boeken zijn voorbeelden van:
A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 5 - Quizvraag

Het boek 'Wonder' is:
A
fictie - niet realistisch
B
non-fictie - realistisch
C
fictie - realistisch
D
non-fictie - niet realistisch

Slide 6 - Quizvraag

Een schoolboek van het vak Nederlands is:
A
fictie - niet realistisch
B
non-fictie - realistisch
C
fictie - realistisch
D
non-fictie - niet realistisch

Slide 7 - Quizvraag

Het boek over Harry Potter is:
A
fictie - niet realistisch
B
non-fictie - realistisch
C
fictie - realistisch
D
non-fictie - niet realistisch

Slide 8 - Quizvraag


Het boek ' Elke dag een druppel gif' is...
A
realistisch
B
een beetje realistisch
C
niet-realistisch

Slide 9 - Quizvraag


Het journaal is ...
A
Heel realistisch
B
Een beetje realistisch
C
Niet-realistisch

Slide 10 - Quizvraag

Genres

Slide 11 - Tekstslide

Genres (verhaalsoorten)
Een ander woord voor genre is verhaalsoort. Boeken kun je indelen in genres. Soms kun je meerdere genres per boek kiezen.


Slide 12 - Tekstslide

Avonturenverhaal
meidenverhaal
Grappig verhaal
Sprookje
Oorlogsverhaal
Liefdesverhaal
Probleemverhaal
Historisch verhaal

Slide 13 - Tekstslide

Welk genre heeft dit boek?

Een verhaal waarin een speurder probeert
te achterhalen wie een misdrijf heeft gepleegd.

A
ontwikkelingsverhaal
B
sprookje
C
avonturenverhaal
D
detective

Slide 14 - Quizvraag

Welk genre heeft dit boek?

Een verhaal over een wereld die
door rampen of dictatuur
bijna niet meer leefbaar is.

A
detective
B
dystopie
C
thriller
D
liefdesverhaal

Slide 15 - Quizvraag

Hoofdpersoon

Een hoofdpersoon herken je aan de volgende dingen:

- wordt uitgebreid beschreven

- het grootste deel 'beleef' je vanuit de ogen van dit personage

- het doel van het boek is het oplossen van een groot probleem of een belangrijke opdracht van dit personage

Slide 16 - Tekstslide


Helper


helpt de hoofdpersoon het probleem op te lossen.





Tegenstander


maakt het de hoofdpersoon moeilijk

Bijfiguren

Slide 17 - Tekstslide

Personages beschrijven en karakterontwikkeling

Je kunt personages beschrijven aan de hand van:

- Uiterlijk

- Kenmerken (geslacht, leeftijd, gezondheid, achtergrond)

- Karaktereigenschappen

- Relaties met andere personages



Slide 18 - Tekstslide

Twee manieren waarop je personages kunt leren kennen:
Direct: als je de informatie over een personage rechtstreeks uit de tekst kunt halen.

Indirect: als je de informatie zelf moet afleiden uit wat de personages doen, zeggen of denken.

Slide 19 - Tekstslide

Enkele karaktereigenschappen

Slide 20 - Tekstslide

Opdracht Lees blz. 7 t/m 36

- Deel 1 van het boek speelt in Amsterdam. Welke personages spelen hier een rol?
- Geef daarna van elke bijfiguur aan of het een helper of tegenstander is.

Slide 21 - Open vraag

Opdracht Lees blz. 68 t/m 75

A. Jochem is ‘op een vreemde manier jaloers’. Hoe denk je dat dat komt?

Slide 22 - Open vraag

Opdracht: pak een A4 en een stift.
Nu je wat hebt gelezen over Jochem en zijn vrienden, heb je een bepaald beeld van deze groep. Teken op je papier hoe je denkt dat ze eruit zien.

(in 5 minuten!)

Slide 23 - Tekstslide

Huiswerk: Lees uit deel 2: blz. 99 t/m 123
Maak dan de volgende groene slides.
1. Hoe beschrijft Jochem zijn nieuwe woonplaats?

Slide 24 - Open vraag

2. Op wat voor manier verschilt Amsterdam van Schotland?

Slide 25 - Open vraag

3. Hoe zou jij je voelen als je in Jochems schoenen stond, als je ouders plotseling naar het buitenland zouden verhuizen?
Schrijf in minimaal 150 woorden hoe je je zou voelen en wat/wie je zou missen.

Slide 26 - Open vraag

Einde les 1 Geest

Slide 27 - Tekstslide