If sentences


If-sentences
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsVoortgezet speciaal onderwijsMiddelbare schoolvwoLeerroute VLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les


If-sentences

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

If -sentences 

Slide 4 - Tekstslide

If- sentences 

Slide 5 - Tekstslide

If sentences
Hoofdzin: will + hele werkwoord
Bijzin: Present Simple

  1. Hoofdzin en bijzin kunnen beide vooraan staan.
  2. Bijzin begint altijd met if!

I'll help you later, if you help me now.
If you study hard, you'll pass the test.

Slide 6 - Tekstslide

First conditional If-sentences
If sentence
Main sentence
If I cook with love
my family will enjoy a delicious dinner
If I study really hard
I will pass the test
If we go to the cinema right now
we won't make it in time for grandma's birthday

Slide 7 - Tekstslide

If sentences
wanneer er aan een bepaalde voorwaarde wordt voldaan, 
is er een bepaald gevolg

bestaat uit 2 delen:
bijzin met voorwaarde (begint met if)
hoofdzin met gevolg

Slide 8 - Tekstslide

If sentences for unlikely situations
Bijzin: if + past simple
Hoofdzin: would (not) + hele ww 

vb. If I knew where he lived, I would visit him.
I would eat sushi every day if I lived in Japan.

Slide 9 - Tekstslide

Wat is hier de hoofdzin?

I will go away, if you don't stop complaining

A
I will go away
B
if you don't stop complaining

Slide 10 - Quizvraag

Wat is hier de hoofdzin?

If you help me now, I will help you.

A
If you help me now
B
I will help you

Slide 11 - Quizvraag

Wat is hier de hoofdzin?

I will cook dinner, if you help me do the dishes afterwards.

A
I will cook dinner
B
if you help me do the dishes afterwards

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Link

Slide 14 - Link

Questions??

Slide 15 - Woordweb