03. theorieën over criminaliteit (9.3)

Criminaliteit


Theorieën over criminaliteit 
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 3,4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Criminaliteit


Theorieën over criminaliteit 

Slide 1 - Tekstslide

criminaliteit
misdrijf
asociaal
materiele schade
overtreding
immatriele schade
alle misdrijven zoals die in de wet staan.
een ernstig strafbaar feit
Gevolgen die je niet in geld kunt uitdrukken
een strafbaar feit dat minder erg is.
schade die je kunt bereken in geld
je houd geen rekening met anderen

Slide 2 - Sleepvraag

Denk je dat crimineel gedrag aangeboren of aangeleerd is? Leg uit

Slide 3 - Open vraag

Theorieën om criminaliteit te verklaren: 
  1. Aangeleerd gedragstheorie
  2.  Anomietheorie
  3. Bindingstheorie
  4. Rationele-keuzetheorie
  5. Etikettentheorie
  6. Neutraliseringstheorie



Slide 4 - Tekstslide

Aangeleerd gedragstheorie (1)

Crimineel gedrag is aangeleerd.

Het wordt overgenomen van foute vrienden of familieleden.
Groepsdruk 

Slide 5 - Tekstslide

Anomietheorie (2)
(bijna) Iedereen in onze westerse samenleving wil succesvol zijn.
(baan, huis, vakanties, kleding, auto)

Als je niet op een legale manier succesvol kan worden: doelen bijstellen of crimineel worden.

Politie kiest voor patseraanpak. 



Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Bindingstheorie (3)
Als je veel bindingen hebt vertoon je minder snel crimineel gedrag. 

Jonge criminelen stoppen vaak met geweld en vandalisme als zij een relatie krijgen. (angst om verlies)

Andersom gebeurt ook; hoe minder bindingen hoe meer criminaliteit

Slide 8 - Tekstslide

Rationele-keuze theorie (4)

Gelegenheid maakt de dief.

Mensen maken een rekensom om te kijken wat het oplevert en wat het risico is. 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Etikketeringstheorie
Gedragen naar hoe de omgeving je ziet.

Slide 11 - Tekstslide

Neutraliseringstheorie
Goedpraten van crimineel gedrag.
Bijvoorbeeld: ik steel alleen van de AH, dat is een groot bedrijf.

Slide 12 - Tekstslide

Welke theorie hoort bij de volgende omschrijving: ''Als iemand een relatie heeft dan neemt hij niet het risico om crimineel gedrag te vertonen.''?
A
Aangeleerd gedragstheorie
B
Rationele-keuzetheorie
C
Etikettentheorie
D
Bindingstheorie

Slide 13 - Quizvraag

Welke theorie hoort bij de volgende omschrijving: ''Gelegenheid maakt de dief.''?
A
Bindingstheorie
B
Rationele-keuzetheorie
C
Etikettentheorie
D
Anomietheorie

Slide 14 - Quizvraag

Welke theorie hoort bij de volgende omschrijving: ''Door een verkeerd voorbeeld is iemand crimineel geworden.''?
A
Aangeleerd gedragstheorie
B
Rationele-keuzetheorie
C
Etikettentheorie
D
Anomietheorie

Slide 15 - Quizvraag

Maken opdrachten 9.3
1,2,3 en 7,8

Slide 16 - Tekstslide