Aardrijkskunde - Hoofdstuk 2 - Les 1

Aardrijkskunde
Hoofdstuk 2 - Gezond eten en drinken
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeBasisschoolGroep 4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

Aardrijkskunde
Hoofdstuk 2 - Gezond eten en drinken

Slide 1 - Tekstslide

Welke fruit en groente
zie jij allemaal?

Slide 2 - Woordweb

Waar gaat dit hoofdstuk over?
1. Wat is gezond ?
2. Waar vind je groente in de supermarkt?
3. Wat groeit er in de kas?

Slide 3 - Tekstslide

Het glazen huis op de foto is een kas. In kassen worden planten en bloemen gekweekt. Er groeien ook groenten zoals tomaten, sla, paprika, komkommer en nog veel meer. 
De planten groeien goed als het warm is. Daarom staat de verwarming vaak aan. Bovenin de kas zitten buizen. Daar komt water uit voor de planten 
Veel groenten groeien buiten op het land. Dat gaat ook heel goed. Maar het moet niet te veel regenen, of te warm worden. Want dan groeien de planten niet goed. Elk jaar is het weer een verrassing hoeveel kool er van het land komt. 

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Video

Wat is jouw favoriete
groente of fruit?

Slide 7 - Woordweb

Wat groeit waar?
Waar groeit een wortel?
A
In de kas
B
Buiten in de grond

Slide 8 - Quizvraag

Waar groeit een paprika?
A
In de kas
B
Buiten in de grond

Slide 9 - Quizvraag

Waar groeit een bloemkool?
A
In de kas
B
Buiten in de grond

Slide 10 - Quizvraag

Waar groeit een komkommer?
A
In de kas
B
Buiten in de grond

Slide 11 - Quizvraag

Waar groeit een tomaat?
A
In de kas
B
Buiten in de grond

Slide 12 - Quizvraag

Waar groeit een aardappel?
A
In de kas
B
Buiten in de grond

Slide 13 - Quizvraag

Waar groeit sla?
A
In de kas
B
Buiten in de grond

Slide 14 - Quizvraag

En dan?
Waar gaat die groente uit de kas of van het land naar toe? 

Slide 15 - Tekstslide

Waar gaat het groente
en fruit heen?

Slide 16 - Woordweb

Slide 17 - Video

Stap 1: De fabrieken

Veel producten die je in de supermarkt koopt, worden in fabrieken gemaakt. Vrachtwagens rijden met groente, fruit en andere producten naar de supermarkten. 


Slide 18 - Tekstslide

Stap 2: 
Stap 2: Het magazijn 

Als een vrachtauto bij de supermarkt aankomt, stopt hij aan de achterkant. Dat noemen we het magazijn. Vaak helpen scholieren mee met het uitladen van de vrachtauto's.

Slide 19 - Tekstslide

Stap 3:  De winkel

Alle producten moeten netjes op de planken in de winkel worden neergezet. Dat heet vakken vullen. Zo verdienen scholieren extra zakgeld. Misschien ga jij dat over een paar jaar ook wel doen. 

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Goed gedaan!
Ga nu met je eigen groepje de opdrachten maken op de blaadjes. 

Slide 22 - Tekstslide