Spellingsregels gram H3

SPELLINGSREGELS
HOOFDLETTERS
LEESTEKENS
AAN ELKAAR OF LOS
TEKENS BIJ LETTERS
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1,2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

SPELLINGSREGELS
HOOFDLETTERS
LEESTEKENS
AAN ELKAAR OF LOS
TEKENS BIJ LETTERS

Slide 1 - Tekstslide

HOOFDLETTERS
Begin van de zin
Eigennamen 
Historische gebeurtenissen
Feestdagen
Aardrijkskundige begrippen
Religieuze begrippen




Slide 2 - Tekstslide

Schrijf met hoofdletters:
in de gemeente arnhem wonen veel aanhangers van het christendom.

Slide 3 - Open vraag

Schrijf met hoofdletters:
mijn moeder zei altijd: "kinderen die vragen worden overgeslagen."

Slide 4 - Open vraag

Schrijf met hoofdletters:
mevrouw chantal van der brink

Slide 5 - Open vraag

Schrijf met hoofdletters:
in het zuiden van nederland vieren ze carnaval, pasen en kerstavond.

Slide 6 - Open vraag

Schrijf met hoofdletters:
's ochtends kijkt meneer van os of hij berichten heeft op zijn iphone.

Slide 7 - Open vraag

LEESTEKENS
Punt
Komma
Puntkomma
Dubbele punt
Aanhalingstekens
Uitroepteken
Vraagteken


Slide 8 - Tekstslide

Schrijf met leestekens en hoofdletters:
ik zei ik ga morgen niet naar school want ik voel me niet lekker

Slide 9 - Open vraag

Schrijf met leestekens en hoofdletters:
onze dansschool heeft nieuwe stijlen hiphop dancehall en contemporary

Slide 10 - Open vraag

Schrijf met leestekens en hoofdletters:
mijn broer schreeuwde schiet nou eens op toen we weer eens te laat dreigden te komen

Slide 11 - Open vraag

Schrijf met leestekens en hoofdletters:
zullen we naar maastricht vroeg ik of willen jullie liever naar rotterdam

Slide 12 - Open vraag

Schrijf met leestekens en hoofdletters:
s winters ga ik het liefst naar s hertogenbosch met mijn tante annet

Slide 13 - Open vraag

AAN ELKAAR OF LOS
Samenstellingen
Getallen tot duizend
Voornaamwoordelijke bijwoorden
Tekort, teveel, tegoed

Slide 14 - Tekstslide

Welk woord is NIET goed geschreven?
A
griepepidemie
B
vergeet achtig
C
ingebruikneming
D
adembenemend

Slide 15 - Quizvraag

Welk woord is NIET goed geschreven?
A
grote mensenpraat
B
astmaonderzoek
C
voetbalinterland
D
maximumsnelheid

Slide 16 - Quizvraag

Welk woord is NIET goed geschreven?
A
lunchafspraak
B
vanilleijs
C
tweedekansonderwijs
D
badkamerdeur

Slide 17 - Quizvraag

Welk woord is NIET goed geschreven?
A
antibacterieel
B
eronderdoor
C
ja woord
D
zittenblijver

Slide 18 - Quizvraag

Welk woord is NIET goed geschreven?
A
drinkgedrag
B
hogesnelheidstrein
C
doordeweeks
D
milieuinspectie

Slide 19 - Quizvraag

TEKENS BIJ LETTERS
Trema
Umlaut
Accent aigu
Accent grave
Accent circonflexe

Cedille
Tilde 
Liggend streepje
Apostrof

Slide 20 - Tekstslide

KIES HET WOORD DAT JUIST GESCHREVEN IS
A
zo-iets
B
groei-economie
C
tweeëiig
D
be-argumenteren

Slide 21 - Quizvraag

KIES HET WOORD DAT JUIST GESCHREVEN IS
A
lawaaïerig
B
tsunami-achtig
C
re-integratie
D
cooperatieve

Slide 22 - Quizvraag

KIES HET WOORD DAT JUIST GESCHREVEN IS
A
NEC'er
B
Joris's boek
C
radio-s
D
ministerpresident

Slide 23 - Quizvraag

KIES HET WOORD DAT JUIST GESCHREVEN IS
A
links-extremistisch
B
hotelrestaurant
C
mevrouw Jansen van Vliet
D
voor en achtervoegsel

Slide 24 - Quizvraag

KIES HET WOORD DAT JUIST GESCHREVEN IS
A
666 symbool
B
streepjes-T-shirt
C
@ teken
D
4G'abonnement

Slide 25 - Quizvraag

Schrijf op wat je deze les geleerd hebt.

Slide 26 - Open vraag