Les 4

Grammatica
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Grammatica

Slide 1 - Tekstslide

Deze week
Vorige week: VT3.1 besproken + zinsontleding

Maandag

Bespreken H1 opdracht 1 t/m 4
Maken opdracht 5. Daarna Lessonups afmaken of werken in online methode 
Herhaling spelling

Dinsdag
Uitleg woordsoorten H3, pagina 82. 
Maken opdracht 1, 2 en 3. 

Woensdag
Maken opdracht 14, 5 en 6.
Vrijdag
Spellingtoets




Slide 2 - Tekstslide

Deze les
Bespreken H1 opdracht 1 t/m 5
Maken opdracht 5. Daarna Lessonups afmaken of werken in online methode 

Leerdoelen:
Ik kan het werkwoordelijk gezegde benoemen
Ik kan het onderwerp  benoemen
Ik kan het lijdend voorwerp benoemen
Ik kan het meewerkend voorwerp  benoemen
Ik kan de bijwoordelijke bepaling benoemen




Slide 3 - Tekstslide

Even herhalen! 
https://create.kahoot.it/details/1907434f-4d8b-4bcd-a316-9942d8a27c23

Slide 4 - Tekstslide

Bespreken H1 
Opdracht 1
1 + 2 a Toms ouders | hebben | hem | een niet-rokenpremie | beloofd.
b Vorige week | werd | hier | een nieuwe klimhal | geopend.
c Bij de Gronings-Duitse grens | heeft | een wolf | twee schapen | doodgebeten.
d Mijn vriendin | stuur | ik | vaak | leuke filmpjes | via WhatsApp.
e De basketbaltrainingen | wil | Linde | niet | missen.
f De beheerder| sloot | het pretpark| af | aan het eind van de dag.
3 a ow = Toms ouders
b ow = een nieuwe klimhal
c ow = een wolf
d ow = ik
e ow = Linde
f ow = De beheerder

Slide 5 - Tekstslide

Bespreken H1 
Opdracht 2
1 ja
2 nee
3 ja
4 nee
5 nee
6 ja


Opdracht 3
1 pv = heeft; ow = de tuinman; wg = heeft geplant; lv = een hoge heg; mv = -; bwb = naast de schuur
2 pv = gaf; ow = de gespreksleider; wg = gaf; lv = de microfoon; mv = aan iemand uit het publiek; bwb = -
3 pv = kom; ow = -; wg = kom; lv = -; mv = -; bwb = hier
4 pv = kunnen; ow = sommige mensen; wg = kunnen aangeven; lv = hun grenzen; mv = -; bwb = moeilijk
5 pv = heeft; ow = Daan; wg = heeft leeggegeten; lv = een zak snoep; mv = -; bwb = in de bus
6 pv = zou; ow = Joëlle; wg = zou willen nemen; lv = rijles; mv = -; bwb = volgend jaar

Slide 6 - Tekstslide

Bespreken H1 
Opdracht 4
1 bestudeerde = pv / wg
2 met een GoPro-camera = bwb
3 huiskatten = lv
4 vijftig katten = ow
5 heeft vastgelegd = wg
6 Wilson = ow
7 dezelfde ruimte = lv
8 in dezelfde gebieden = bwb
9 nare conflicten over de grenzen van hun territorium = lv
10 verlieten = pv / wg
11 dat = lv
12 waarschijnlijk = bwb
13 wetenschappers = mv

Slide 7 - Tekstslide

opdracht 5
1 pv = bieden; ow = medewerkers van Artsen zonder Grenzen; wg = bieden aan; lv = hulp; mv = slachtoffers van natuurrampen en oorlogen; bwb = overal ter wereld
2 pv = heeft; ow = Kofi; wg = heeft verbroken; lv = het clubrecord op de honderd meter spring; mv = -; bwb = dankzij zijn bijzondere looptechniek; bwb = in een bloedstollende wedstrijd
3 pv = gaat; ow = Joop van hierboven; wg = gaat wandelen; lv = -; mv = -; bwb = elke avond om acht uur; bwb = met zijn hond
4 pv = wijs; ow = -; wg = wijs; lv = -; mv = -; bwb = dan; bwb = met de vlag; bwb = richting het doel van de verdedigende partij
5 pv = heeft; ow = de scheidsrechter met de snor; wg = heeft afgewezen; lv = het derde doelpunt van de midvoor; mv = -; bwb = vanwege die onbegrijpelijke buitenspelregel
6 pv = maakt; ow = tante Esther; wg = maakt; lv = tassen; mv = voor haar vriendinnen; bwb = in haar vrije tijd; bwb = van oude kleding uit de kringloopwinkel

Slide 8 - Tekstslide

Aan de slag 
Hoofdstuk 3, bladzijde 82-83

Maken opdracht 1, 2 en 3

Slide 9 - Tekstslide

Wat weet je nog?
Leerdoelen deze les:

Ik kan het lidwoord benoemen
Ik kan het zelfstandig naamwoord benoemen
Ik kan het bijvoeglijk naamwoord benoemen
Ik kan het werkwoord benoemen
Ik kan het voorzetsel benoemen
Ik kan het voegwoord benoemen

- Vanavond gaf Jan mij een pen.

Volgende les:
Woordsoorten
Opdracht 4, 5 en 6 maken

Slide 10 - Tekstslide