2A Chapter 2: I Writing & Grammar

• Engels
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Today's lesson

Reading

Modals (Grammar)

Practicing

Wat weet je al over Modals (hulpwerkwoorden)?

Modals

Find out the rule: exercise 51

Can

Could

To be able to

Should

Must

To have to

Can

- wat mogelijk is 

- wat mensen/dieren/dingen kunnen doen

- toestemming vragen

A lot of sugar can make you unhealthy

Can you give me that pen? 

Can I ask you a question?

Could

- wat mensen/dieren/dingen kunnen doen (in het verleden)

- wat zou kunnen gebeuren (toekomst) 

They could go to the movie theatre on Friday.

Sam couldn't come yesterday.

Children could use their mobile phones only during breaks.

Should/must

Should: zou moeten doen

Must: moet doen

You mustn't smoke inside of school.

--> mag echt niet

You shouldn't give her advise.

--> zou je niet moeten geven.

Have to

- verplichtingen 

- door ''not'' toe te voegen, wordt het niet een verplichting.

You have to give me some space! 

You don't have to be there. 

Welke werkwoord hoort er op de lege plek?
I ... take some time to relax.

1. have to
2. has to
3. must
4. should

Her parents ... be so proud!
(ze zijn hoogstwaarschijnlijk heel trots)

1. have to
2. has to
3. must
4. should

She ... speak three languages but none of them well.

1. has to
2. can
3. must
4. could

.... I play too?

1. has to
2. can
3. must
4. could

Wanneer gebruik je 'should'?

1. als iets verplicht is
2. als je iets adviseert
3. als je iets sterk aanraadt/ als de spreker het zichzelf verplicht

Wanneer gebruik je 'must'?

1. als iets verplicht is
2. als je iets adviseert
3. als je iets sterk aanraadt/ als de spreker het zichzelf verplicht

Wanneer gebruik je 'have to'?

1. als iets verplicht is
2. als je iets adviseert
3. als je iets sterk aanraadt/ als de spreker het zichzelf verplicht

Exercises

58 t/m 61