5.5. Absolutisme: alle macht voor de koning LES-2

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

4.2. Burgers en bestuur LES-1

5.5. ABSOLUTISME: ALLE MACHT VOOR DE KONING

DE REPUBLIEK OMRINGD DOOR KONINKRIJKEN

PLANNING

LEERDOELEN
INSTAP
UITLEG
AAN HET WERK
NABESPREKEN
AFSLUITEN

LEERDOEL(EN)

JE KUNT UITLEGGEN WAAROM HET LODEWIJK XIV LUKT OM ALS ABSOLUUT VORST TE REGEREN.

Je leert hoe een leider alle macht kan krijgen door slim te sturen en tegenstand uit te schakelen,

zoals Poetin dat nu in Rusland doet.

JE KUNT UITLEGGEN WAAROM HET KAREL I NIET LUKT OM ALS ABSOLUUT VORST TE REGEREN.

Dit laat zien wat er gebeurt als een leider geen rekening houdt met anderen en daardoor macht verliest, zoals in Iran waar protesten uitbreken tegen de regering.

VRAAG 1: WAAROM STREVEN VORSTEN IN DE 17E EEUW NAAR CENTRALISATIE VAN DE MACHT?

VOORBEELD: ZODAT ZE ALLES ZELF KONDEN BEPALEN OVER HUN LAND.

VOORBEELD: OM MEER CONTROLE TE KRIJGEN OVER HUN RIJK.

VOORBEELD: DAT IS MAKKELIJKER VOOR DE KONING.

VRAAG 2: NOEM TWEE MAATREGELEN DIE LODEWIJK XIV NAM OM ABSOLUTE MACHT TE KRIJGEN.

VOORBEELD: HIJ BOUWDE HET PALEIS IN VERSAILLES – DWONG DE ADEL DAARHEEN.

VOORBEELD: HIJ BETAALDE ZELF DE SOLDATEN.

VOORBEELD: STRENGE REGELS WAAR HIJ ALLEEN OVER BESLISTE.

VRAAG 3: WAT IS EEN VOORDEEL VAN CENTRALISATIE VOOR EEN KONING?

VOORBEELD C: HIJ HOEFT NIET NAAR DE ADEL TE LUISTEREN.

EXIT-TICKET: ANTWOORDEN

         KONING 

HERHALING

MACHT VERDELING

EDELEN

KONING

STANDENVERTEGENWOORDING

 CENTRALISEREN

MACHT EDELEN VERMINDEREN

ABSOLUTE MACHT

HERHALING

AAN HET WERK

WAT: LEES PARAGRAAF 5.5.2 ‘LODEWIJK XIV WIL ALLE MACHT’ UIT HOOFDSTUK 5.

HOE: ZELFSTANDIG LEZEN. DAARNA SCHRIJF JE 1 A 2 ZINNEN OP WAT JIJ HET BELANGRIJKSTE VINDT UIT DEZE TEKST. 

HULP: LEES DE TEKST AANDACHTIG. KOM JE ER NIET UIT? VRAAG DAN HULP AAN DE DOCENT.

TIJD: DE TIMER GEEFT AAN HOEVEEL TIJD JE HEBT (± 8 TOT 10 MINUTEN).

KLAAR? MAAK DE OPDRACHTEN:

5-6-7A-7B

AAN HET WERK

DE ZONNEKONING

                    HIJ BEPAALDE WETTEN EN RECHTSPRAAK ZELF

                    HIJ HAD EEN EIGEN LEGER DAT HEM TROUW WAS

             HIJ BOUWDE VERSAILLES EN LIET DE ADEL DAAR WONEN

                   HIJ HIELD DE ADEL BEZIG MET FEESTEN EN LUXE

  HIJ ZEI DAT HIJ REGEERDE DANKZIJ HET DROIT DIVIN (GODDELIJK RECHT)

AAN HET WERK

WAT: Maken opdrachten van hoofdstuk 5, paragraaf 5.5 Absolutisme: alle macht voor de koning.

HOE: Zelfstandig lezen.

HULP: Lees de tekst aandachtig. Kom je er niet uit? Vraag dan hulp aan de docent.

TIJD: De timer geeft aan hoeveel tijd je hebt.

KLAAR: Ga verder met de opdrachten: 1A, 1B, 2A, 2B, 3, 4A, 4B.

EXIT-TICKET