§4: de ridderroman

De boeren behoorden in de middeleeuwen tot de ...
A
eerste stand
B
tweede stand
C
derde stand
D
tot geen enkele stand
1 / 16
volgende
Slide 1: Quizvraag
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

De boeren behoorden in de middeleeuwen tot de ...
A
eerste stand
B
tweede stand
C
derde stand
D
tot geen enkele stand

Slide 1 - Quizvraag

Theocentrisme
feodale stelsel
Codex
Incunabelen

De katholieke kerk beheerste het leven van alle  middeleeuwers

Leenstelsel. Effectieve manier om een groot rijk te besturen
Wiegendruk (gedrukte boeken die lijken op handschriften)
Handschrift, vervaardigd met de hand door monikken.

Slide 2 - Sleepvraag

Tot het einde van de 11e eeuw schreef men in het West-Romeinse rijk vooral in de volkstaal.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quizvraag

Het genre van heiligenleven is vooral
A
Ridderlijk
B
Theocentrisch
C
Burgerlijk

Slide 4 - Quizvraag

Didactische literatuur was vooral bedoeld voor
A
De eerste stand
B
De tweede stand
C
De derde stand

Slide 5 - Quizvraag

Steden kwamen opzetten in de
A
Vroege middeleeuwen
B
Hoge middeleeuwen
C
Late middeleeuwen

Slide 6 - Quizvraag

Sprak men in de middeleeuwen dezelfde taal in Nederland?
A
Ja
B
Nee

Slide 7 - Quizvraag

In de middeleeuwen gebruikte men Diets als overkoepelende term voor de verschillende dialecten die men in de Nederlanden sprak. Wat is de wetenschappelijke benaming hiervan?

Slide 8 - Open vraag

4: De ridderroman

Slide 9 - Tekstslide

De ridderroman
  • Berijmde verhalen

  • In adellijke kringen

  • Ontstaan in Noord-Frankrijk (11e eeuw)

  • Verspreiding over de rest van Europa

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Karel en de Elegast
  • Ridderroman

  • Ook wel Frankische of Karelroman genoemd

  • Inhoud: ridderidealen (kracht, moed), oorlogen en feodale (on)trouw

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

De jeeste van Walewein en het schaakbord
  • Hoofse roman

  • Ridder is meer een verfijnd, 'hoffelijk' figuur die zich niet uitsluitend met vechten bezighoudt



Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Lees de theorie van §6 en maak WB6.1ab en WB6.2

Slide 16 - Tekstslide