Schoonmaakregels

Schoonmaakregels

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgingPraktijkonderwijsLeerjaar 1,2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Schoonmaakregels

Slide 1 - Tekstslide

Waar moet je op letten als je gaat schoonmaken?

Slide 2 - Woordweb

Basisregels schoonmaak
1. Werk van boven naar beneden
2. Werk van buiten naar binnen
3. Werk van schoon naar vuil

Slide 3 - Tekstslide

Waarom werk je van boven naar beneden bij het schoonmaken?

Slide 4 - Open vraag

Werk je bij alle schoonmaakklussen van boven naar beneden?
A
Ja
B
Nee

Slide 5 - Quizvraag

Op welke manier maak je laag bij de grond schoon?
A
B

Slide 6 - Quizvraag

Waarom ga je op 1 knie zitten als je laag bij de grond schoonmaakt?

Slide 7 - Open vraag

Waarom werk je van buiten naar binnen bij het schoonmaken?

Slide 8 - Open vraag

Waarom werk je van schoon naar vuil bij het schoonmaken?

Slide 9 - Open vraag

Wanneer pas je deze 3 schoonmaakregels toe?
A
Alleen bij het schoonmaken van de wc
B
Bij alle schoonmaakklussen
C
Alleen wanneer je dat wil
D
Alleen bij het schoonmaken van vloeren

Slide 10 - Quizvraag

Waarom doe je de emmer
niet helemaal vol?

Slide 11 - Open vraag

Waarom doe je eerst water
in de emmer en dan pas
het schoonmaakmiddel?
A
Dan gaat het water lekker schuimen
B
Dan gaat het water niet schuimen

Slide 12 - Quizvraag

Hoe weet je hoeveel schoonmaakmiddel je moet gebruiken?
A
Dat staat op het etiket van het schoonmaakmiddel
B
Dat kun je gokken
C
Dat staat op de emmer
D
Dat weet je niet

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Video

Waarom pas je deze
wringtechniek toe?

Slide 15 - Open vraag

Waarom vouw je het
werkdoekje netjes op
voor je gaat schoonmaken?
A
Zo moet je het vaker uitspoelen
B
Dat hoeft niet
C
Zo kun je meer schoonmaken voordat je het doekje moet uitspoelen
D
Zo hoef je het doekje niet meer uit te spoelen

Slide 16 - Quizvraag

Noem 2 dingen die je hebt geleerd deze les.

Slide 17 - Open vraag