10.3 Hoek berekenen met sinus, cosinus en tangens

Les 3 - Hoeken berekenen met sinus, cosinus en tangens
Paragraaf 3
Hoofdstuk 10 Goniometrie
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Les 3 - Hoeken berekenen met sinus, cosinus en tangens
Paragraaf 3
Hoofdstuk 10 Goniometrie

Slide 1 - Tekstslide

Aan het einde van de les kun je met twee gegeven zijden in een driehoek :

- De hoek berekenen met de sinus.
- De hoek berekenen met de cosinus.
- De hoek berekenen met de tangens.


Slide 2 - Tekstslide

Weten we dit nog?
Waar staat het ezelsbruggetje SOS CAS TOA voor ?





Slide 3 - Tekstslide

Bekijk het introductiefilmpje op de volgende slide.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Voordat je aan de slag gaat met de opdrachten van 10.3 volgen nog een aantal vragen op de volgende slides. 
Bij het beantwoorden van deze vragen mag je gebruik maken van je boek en rekenmachine.

Slide 6 - Tekstslide


In driehoek PQR willen we ∠P berekenen. Welke verhouding gebruiken we?
A
Sin
B
Tan
C
Cos

Slide 7 - Quizvraag

In driehoek PQR willen we ∠R berekenen, welke berekening klopt?
A
sin(hoekR)=1510
B
tan(hoekR)=1015
C
cos(hoekR)=1510
D
sin(hoekR)=1015

Slide 8 - Quizvraag

Hoeveel graden is de hoek, reken uit
cos(hoek)=158

Slide 9 - Open vraag

Bereken ∠L

Slide 10 - Open vraag

Heb je de uitleg en opgaven van deze les begrepen?
A
Ja
B
Nee

Slide 11 - Quizvraag

Heb je na het volgen van deze les nog ergens vragen over?

Slide 12 - Open vraag

Aan het einde van de les kun je met twee gegeven zijden in een driehoek :

- De hoek berekenen met de sinus.
- De hoek berekenen met de cosinus.
- De hoek berekenen met de tangens.
We hebben deze les gekeken hoe je met twee gegeven zijden in een driehoek :

- De hoek kunt berekenen met de sinus.
- De hoek kunt berekenen met de cosinus.
- De hoek kunt berekenen met de tangens.

Slide 13 - Tekstslide

Afsluiting
- Opdracht 13 t/m 21 van paragraaf 3
                    
Maak in je schrift

Slide 14 - Tekstslide