1. slapend persoon/drie goden/rustig/slaaplied
2. Aan het hof staan zelfbeheersing en controle zowel in geestelijke als lichamelijke zin
hoog in het vaandel. Alles is tot in de finesses georganiseerd en gereguleerd aan het
hof.
Dit wordt in het fragment verbeeld door (drie van de volgende):
• De zangers komen zeer langzaam en statig op.
• Als de zangers hun positie innemen, blijven ze onbeweeglijk staan, maar wel
met onnatuurlijke sierlijke handgebaren.
• De spelers en musici staan geordend in groepjes op het toneel zodat er een
evenwichtig symmetrisch beeld ontstaat.
• De passen van de solisten (de goden) volgen het langzame ritme van de
muziek, alsof het een soort dans is, wat refereert aan de dans die aan het hof
is ontwikkeld.