Dienstverlening en zorg H6

H6 Facilitaire werkzaamheden
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
Dienstverlening en zorgMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

H6 Facilitaire werkzaamheden

Slide 1 - Tekstslide

6.1 inleiding
Als assistent dienstverlening en zorg voer je facilitaire werkzaamheden uit. 
Je zorgt ervoor dat collega's hun werk goed uit kunnen voeren en dat het gebouw in goede staat is en blijft. 

Slide 2 - Tekstslide

6.2 startopdracht

Slide 3 - Tekstslide

6.3 Onderhoud
Gebouwen en apparaten moeten onderhouden worden.
In een onderhoudsplan staat beschreven welk onderhoud uitgevoerd moet worden.  

Vaak wordt in een onderhoudsplan het woord frequentie gebruikt! 
Onderhoud betekent dat je ervoor zorgt dat iet in goede staat blijft. 
Frequentie betekent 'hoe vaak'

Slide 4 - Tekstslide

Voorbeeld onderhoudsplan






Maak opdracht 6.01

Slide 5 - Tekstslide

Opdracht 6.02
Door op tijd onderhoud uit te voeren kun je voorkomen dat iets kapot gaat. 
Dit wordt preventief onderhoud genoemd. 
Preventie betekent 'voorkomen'

Slide 6 - Tekstslide

6.4 Storingen verhelpen en melden
In een gebouw kunnen zich verschillende storingen voordoen.     
Een storing betekent dat iets niet goed werkt. 

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht 6.06
We maken nu samen opdracht 6.06 op blz. 158

Slide 8 - Tekstslide

6.5 Verlichting

Slide 9 - Tekstslide

6.6 Post verzorgen
Net als bij jou thuis komt er bij een bedrijf post binnen. Dit kunnen brieven, pakketjes of folders zijn. Een bedrijf verstuurt ook post naar andere bedrijven. Een van jouw taken kan het ontvangen en versturen van post zijn. 

Slide 10 - Tekstslide

Ontvangen van post
Wanneer je post sorteert op naam, is het makkelijk 

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht 6.10

Slide 12 - Tekstslide

Versturen van post

Slide 13 - Tekstslide

Opdracht 6.11

Slide 14 - Tekstslide

6.7 Documenten kopiëren en scannen
Tijdens je stage krijg je wel eens te maken met het scannen of kopiëren van documenten. De maat van papier wordt aangegeven met de letter A gevolgd door een cijfer. Een vel papier kan bijv. de helft van de grootte van een A4 zijn.

Maak samen opdracht 6.14 & 6.16 & 6.17

Slide 15 - Tekstslide

Zelfstandig aan het werk
Maak opdracht 6.03 + 6.04 + 6.05 + 6.07 + 
6.08 + 6.09 + 6.12 + 6.13 + 6.18

Opdracht 6.15 hoeft niet!

Slide 16 - Tekstslide