Vaktekenen

Vaktekenen
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
ElectronicaMBOStudiejaar 1,2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Vaktekenen

Slide 1 - Tekstslide

Welke elektrotechnische tekening hebben in de eerste dia gezien.
A
installatieschema
B
Stroomkringschema
C
Plattegrond
D
installatietekening

Slide 2 - Quizvraag


A
Centraaldoos
B
Stekkerdoos
C
Universeel lasdoos
D
Hollewand doos

Slide 3 - Quizvraag

Dit is het symbool van een wisselschakelaar?
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Wat voor schema is dit?
A
Installatietekening
B
Installatieschema
C
Bedradingsschema
D
Stroomkringschema

Slide 5 - Quizvraag

Wat is het symbool voor een wisselschakelaar?
A
A
B
B
C
C

Slide 6 - Quizvraag

Hoe heet dit
schema/tekening?
A
Stroomkringschema
B
Bedradingsschema
C
Installatietekening
D
Installatieschema

Slide 7 - Quizvraag

Wat voor schema is dit?
A
Installatietekening
B
Installatieschema
C
Bedradingsschema
D
Stroomkringschema

Slide 8 - Quizvraag

Hoe heet het randaardecontact van een WCD officieel?
A
Aarde
B
WCD protect
C
Beschermingscontact
D
Aarde leiding

Slide 9 - Quizvraag

welke draden gaan er naar een WCD (wantcontactdoos)?
A
Nuldraad, schakeldraad en veiligheidsdraad
B
Schakeldraad, fasedraad en nuldraad
C
Fasedraad, nuldraad 2x
D
Veiligheidsdraad, nuldraad en fasedraad

Slide 10 - Quizvraag

wat is het symbool van een kruisschakelaar?
A
B
C
D

Slide 11 - Quizvraag

Wat voor schakelaar is dit?
A
Kruis
B
Wissel
C
Dubbelpolig

Slide 12 - Quizvraag

waar staat dubbel voor in dubbelbier
A
een dubbele hoeveelheid gisting van het bier
B
de hoeveelheid graan per liter
C
de dubbele hoeveelheid alcohol
D
het is dubbel zo lekker

Slide 13 - Quizvraag

Welke schakelaar is dit?
A
Enkelpolige schakelaar
B
Dubbelpolige schakelaar
C
wisselschakelaar
D
serieschakelaar

Slide 14 - Quizvraag

Welke schakelaar is dit?
A
Enkelpolige schakelaar
B
Dubbelpolige schakelaar
C
wisselschakelaar
D
serieschakelaar

Slide 15 - Quizvraag

Welke draad is de blauwe draad
A
Fasedraad
B
nuldraad
C
schakeldraad
D
stroomdraad

Slide 16 - Quizvraag

De zwarte draad
A
plus of fasedraad
B
schakeldraad
C
min of nuldraad
D
aardedraad

Slide 17 - Quizvraag

Een draad is geelgroen. Hoe noem je deze draad?
A
fasedraad
B
nuldraad
C
aardedraad
D
schakeldraad

Slide 18 - Quizvraag

Een draad is bruin. Hoe noem je deze draad?
A
fasedraad
B
nuldraad
C
aardedraad
D
schakeldraad

Slide 19 - Quizvraag

Welke toestellen worden meestal voorzien van 'aarding'?
A
Toestellen met groot vermogen.
B
Toestellen met een klein vermogen.
C
Toestellen met een behuizing uit isolerend materiaal.
D
Toestellen met een metalen behuizing.

Slide 20 - Quizvraag

Het centale aardpunt in de badkamer...
A
Zit meestal onder de wastafel
B
Is zichtbaar aanwezig
C
Is niet geaard
D
is niet verplicht

Slide 21 - Quizvraag

Hoe aarden we componenten in de badkamer
A
voor iedere component een aardedraad naar de meterkast
B
ieder component isoleren van de vloer
C
ieder component aansluiten op de hoofdaardrail
D
ieder component aarden op een centraal aardpunt

Slide 22 - Quizvraag