Kapitel 3 - Lektion 3 (2)

 Wiederholung: het bezittelijk voornaamwoord
 het bezittelijk voornaamwoord
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

 Wiederholung: het bezittelijk voornaamwoord
 het bezittelijk voornaamwoord

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

die Lernziele

- je kunt de bezittelijke voornaamwoorden in het Duits noemen.
- je kunt de bezittelijke voornaamwoorden juist toepassen

Slide 3 - Tekstslide

Grammatik:
Heute lernen/üben wir: 
  • Je kent het rijtje met de bezittelijke voornaamwoorden (das Possesivpronomen) in het Duits  
  • Je kunt de bezittelijk voornaamwoorden juist toepassen 

Slide 4 - Tekstslide

Welke Duitse bezittelijk voornaamwoorden ken je?
De bezittelijk
voornaamwoorden

Slide 5 - Woordweb

Bezittelijke voornaamwoorden
Sleep naar de juiste vertaling!
mijn
zijn
jouw
ons
haar
jullie
hun
uw
dein-
mein-
euer-
sein-
ihr-
Ihr-
ihr-
unser-

Slide 6 - Sleepvraag



De bezittelijke voornaamwoorden horen bij de .... 
A
der-Gruppe
B
ein-Gruppe

Slide 7 - Quizvraag

vertaal het bezittelijk voornaamwoord:

Maaike ist (haar) Freundin.
A
meine
B
seine
C
ihre
D
eure

Slide 8 - Quizvraag

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord:

Das ist ( uw) Haus.
A
ihr
B
Ihre
C
ihre
D
Ihr

Slide 9 - Quizvraag

vertaal het bezittelijk voornaamwoord

Das sind (onze) Eltern
A
deine
B
unser
C
ihre
D
unsere

Slide 10 - Quizvraag

Bezittelijke voornaamwoorden
(mijn) ......... Zimmer (o)
A
mein
B
meine

Slide 11 - Quizvraag

Bezittelijk voornaamwoord:
haar
A
sein(e)
B
ihr(e)
C
mein(e)
D
dein(e)

Slide 12 - Quizvraag

Bezittelijke voornaamwoorden
(mijn) ......... Mutter
A
mein
B
meine

Slide 13 - Quizvraag

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord:

(Mijn) Lieblingsfest ist Weihnachten.
A
Meine
B
Mein
C
Kein
D
Meinen

Slide 14 - Quizvraag

Lernziel:
Ik kan het bezittelijk voornaamwoord in het Duits gebruiken.

😒🙁😐🙂😃

Slide 15 - Poll

Kapitel 3 - Lektion 3

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Programm
  • Wortschatz 
  • Text / Fragment: Im Restaurant
  • Text / Fragment: Mein Lieblingsessen 
__________________________________________________________________
  • Lektion 3: test jezelf
                           woordtrainer
                           etc. 

Slide 18 - Tekstslide

Ordne die Bilder den Wörtern zu. 
der Pfannkuchen
das Mehl
das Salz
die Milch
die Marmelade

Slide 19 - Sleepvraag


das 
Messer

der 
Löffel

die
Gabel

der 
Teelöffel

Slide 20 - Sleepvraag

Im Restaurant
Aufgabe 3
Höre dir das Fragment Im Restaurant an. Lies den Text mit. 

Wer bestellt was?
Notiere "Herr Alexander"
oder "Peter" bei den Gerichten. 

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Wie heißt dieses Gericht?

Slide 23 - Open vraag

Wie heißt dieses Gericht?

Slide 24 - Open vraag

Im Restaurant
Aufgabe 4
Suche die Übersetzung der Sätze im Text Im Restaurant.



timer
5:00

Slide 25 - Tekstslide

Im Restaurant
Aufgabe 4 - Antworten
  1. Ich nehme als Vorspeise eine Suppe. 
  2. Ich möchte (gern) die Speisekarte, bitte. 
  3. Können Sie uns bitte einen Löffel bringen?
  4. Können Sie vielleicht etwas langsamer sprechen?
  5. Nein, tut mir leid. 
  6. Entschuldigung, ich verstehe Sie nicht. 
  7. Wie bitte? Können Sie das noch mal sagen?
  8. Guten Appetit!


Slide 26 - Tekstslide

Im Restaurant
Aufgabe 5
Übersetze die Sätze der du-Rolle. 
Benutze die Speisekarte, den Text 
Im Restaurant und Lernbox von Lektion 3.  

timer
10:00

Slide 27 - Tekstslide

Im Restaurant
Aufgabe 5
Arbeitet zu zweit. Führt das Gespräch. 
Wechselt auch die Rollen!  

timer
3:00

Slide 28 - Tekstslide

Was ist dein
Lieblingsessen?

Slide 29 - Woordweb

Mein Lieblingsessen
Aufgabe 6 - Seite 120
Lies den Text Mein Lieblingsessen
Ergänze die fehlenden Wörter. 

Wähle aus: 
esse - essen - finde - habe - ist -
mag - mag - mögen - trinken. 
timer
5:00

Slide 30 - Tekstslide

Mein Lieblingsessen
Aufgabe 6 - Seite 120
Höre dir das Fragment Mein Lieblingsessen an. 
Lies den Text mit und kontrolliere deine Antworten. 

Beantworte die Fragen in ganzen Sätzen. 

timer
5:00

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide