In deze les zitten 18 slides, met interactieve quiz en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Thema uiterlijk
taak 2
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan we doen?
Woorden herhalen.
Huiswerk bespreken.
Nieuwe woorden leren.
Taak 2 maken.
Slide 2 - Tekstslide
Type hier een titel
Wat ga je in dit thema leren?
Je geeft een beschrijving, stelt vragen en beantwoordt vragen.
Je doet een onderzoek naar kleding op school.
Je voert een discussie over kleding.
Je schrijft een tekst over geld uitgeven.
Je beschrijft verschillen, bedenkt argumenten en geeft je mening.
Slide 3 - Tekstslide
Doelen
Aan het einde van deze les:
- Kun je de woorden van les 3 vertalen en er een Nederlandse zin mee schrijven.
- Kun je een onderzoeksvraag bedenken en opschrijven.
- Kun je een onderzoek uitvoeren en de resultaten opschrijven.
Slide 4 - Tekstslide
Type hier een titel
Woorden les 2
Sophie wil model worden. Ze denkt dat haar huid egaal genoeg is voor de camera. Ze loopt graag rond in het park. Haar broer is ziek, maar gelukkig is het geen erge ziekte. Sophie vraagt hem naar de oorzaak van zijn griep. "Ik was te lang buiten zonder jas," zegt hij. Sophie vindt dat heel dom. "Maar je blijft tof hoor," zegt ze lachend. Samen praten ze over het verleden toen ze klein waren. Daarna eet Sophie van een lekkere schotel pasta. Ze denkt na over haar grote dromen.
Slide 5 - Tekstslide
Type hier een titel
Het model
Iemand die kleren laat zien of op de foto staat.
Een soort van iets.
Hij heeft het nieuwste model van die auto.
Slide 6 - Tekstslide
Type hier een titel
Egaal
in één kleur; zonder plekken die anders zijn
Ze heeft een egale huid.
Slide 7 - Tekstslide
Type hier een titel
Rondlopen
Lopen zonder dat je ergens heen gaat.
Ik ga na school een beetje rondlopen.
Slide 8 - Tekstslide
Type hier een titel
De oorzaak
Waardoor het komt.
Wat is de oorzaak van het probleem?
Slide 9 - Tekstslide
Type hier een titel
Tof
Leuk, aardig, goed of cool
Dat is echt tof.
Slide 10 - Tekstslide
Type hier een titel
Het verleden
De tijd die al geweest is, alles wat vroeger is gebeurd
In het verleden was dat anders.
Slide 11 - Tekstslide
Type hier een titel
De schotel
Een klein bord, waarop je bijv. een kopje kunt zetten
Ik eet een gebakje van een schoteltje.
Slide 12 - Tekstslide
Type hier een titel
Vanwege
Met die reden
Vanwege het slechte weer, kunnen wij niet voetballen.
Slide 13 - Tekstslide
Opdracht 1
Bedenk vier onderzoeksvragen.
Voorbeelden:
Welke kleuren dragen de leerlingen het meest?
Welk merk dragen ze het meest?
Schrijf ze op.
Slide 14 - Tekstslide
Jouw onderzoeksvragen:
1.
2.
3.
4.
Slide 15 - Open vraag
Opdracht 2
2. Bedenk hoe je het onderzoek gaat doen.
- kijken en tellen
- vragen stellen
- foto’s of filmpjes maken
- op een andere manier
Slide 16 - Tekstslide
p
Opdracht 3
Doe je onderzoek en schrijf de resultaten op.
Welke kleuren dragen leerlingen het meest?
Welk schoenenmerk vinden leerlingen cool?
Klaar?
Bouwstenen 1, 2 en 3 maken.
Lezen op 1F thema 9 maken.
Slide 17 - Tekstslide
Doelen behaald?
- Kun je de woorden van les 3 vertalen en er een Nederlandse zin mee schrijven.
- Kun je een onderzoeksvraag bedenken en opschrijven.
- Kun je een onderzoek uitvoeren en de resultaten opschrijven.