Thema 7 les 1


Wat is een ander woord voor de betekenis van het woord
verwonderd?
A
verbaasd
B
gedroomd
C
gebeurd
D
verrast
1 / 12
volgende
Slide 1: Quizvraag
WoordenschatBasisschoolGroep 6

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les


Wat is een ander woord voor de betekenis van het woord
verwonderd?
A
verbaasd
B
gedroomd
C
gebeurd
D
verrast

Slide 1 - Quizvraag

vul het rijtje aan:

imiteren, nadoen, ...
A
iriteren
B
nadenken
C
nabootsen
D
imitatie

Slide 2 - Quizvraag

Wat is het tegengestelde van
actief?
A
active
B
passief
C
reactie
D
actie

Slide 3 - Quizvraag

Welke woorden passen het best bij
applaudisseren
A
bewonderen - verbazen
B
klappen - imiteren
C
klappen - bewonderen
D
bewonderen - joelen

Slide 4 - Quizvraag


Iets beschijnen met lampen noem je..
A
verlichten
B
verschijnen
C
beschijnen
D
oplichten

Slide 5 - Quizvraag


Wat is het tegengestelde van
de afkeer?
A
de opkeer
B
de voorkeur
C
de aanname
D
de omkeer

Slide 6 - Quizvraag


Welke woorden betekenen hetzelfde als het woord bovendien?
A
ook nog, trouwens
B
boven, op
C
naast, verder
D
enigszins, eveneens

Slide 7 - Quizvraag

Vul het rijtje aan:

zenuwachtig, nerveus, ...
A
aandachtig
B
tevreden
C
serieus
D
gespannen

Slide 8 - Quizvraag


De sterkte van het geluid noem je..
A
de sound
B
de versterker
C
het volume
D
de kracht

Slide 9 - Quizvraag

Een bepaald idee geven, zonder dat je het duidelijk zegt of laat zien noem je..
A
nabootsen
B
suggereren
C
reageren
D
imiteren

Slide 10 - Quizvraag

Welke dingen horen bij het woord
amusement?
A
volume, sterkte, geluid
B
personage, rol, speler
C
passief, weinig, niets
D
film, theater, pretpark

Slide 11 - Quizvraag


Wat is een personage?
A
waar je een voorkeur voor hebt
B
het tegenovergestelde van actief
C
de persoon of rol die je speelt
D
iets om je te vermaken, het amusement

Slide 12 - Quizvraag