Ww spelling herkansers

Welkom
Leg klaar:
  • je pen / schrift
  • je iPad (dicht)
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Leg klaar:
  • je pen / schrift
  • je iPad (dicht)

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Uitlegbladen uitdelen
  • Soorten fouten
  • SO bekijken => welke soort fouten maak je?
  • Hoe oefenen?
  • Herhaling instructie
  • Herkansen

Slide 2 - Tekstslide

Soorten fouten
  1. Persoonsvorm en voltooid deelwoord worden verward
  2. Juiste werkwoordtijd wordt niet gebruikt
  3. Getal onderwerp/persoonsvorm verschilt
  4. Regels worden door elkaar gehaald

Slide 3 - Tekstslide

1. Persoonsvorm - voltooid deelwoord
  • De uitkomst verschilt als je de invoer verandert.
  • Heb jij de uitkomst van de som veranderd?

  • Hoe komt het dat het precies daar gebeurt?
  • Dat is nog nooit gebeurd.
Oefen met herkennen 
pv en vd

Slide 4 - Tekstslide

Persoonsvorm: ww dat verandert
Tijdsproef
Ik loop naar school.             Ik liep naar school.
Ik ben naar school gelopen.       Ik was naar school gelopen.

Getalsproef
Ik loop naar school.        Wij lopen naar school.
Ik ben naar school gelopen.        Wij zijn naar school gelopen.

Slide 5 - Tekstslide

2. Tijd afleiden uit de zin: hoe?
Tegenwoordige tijd: iedere week, vandaag, stelling.
Water drinkt men uit een glas.

Verleden tijd: toen, vorig jaar, vroeger.
Vorig jaar voetbalde ik bij SVI.

Samengestelde zin => zelfde tijd aanhouden.
Toen ik naar school fietste, ............... (gaan) mijn band lek.
?
ging

Slide 6 - Tekstslide

3. Getal onderwerp en persoonsvorm
Omdat het regende, ...... (fietsen) de leerlingen 
snel naar huis.

De onderhoudswerkzaamheden aan de school 
.......... (duren) vorig jaar langer dan gedacht. 
Oefen met herkennen 
pv en  onderwerp
fietsten
duurden

Slide 7 - Tekstslide

4. Regels toepassen
  • taxi kofschip alleen bij verleden tijd en voltooid deelwoord
  • t  x  k  f  s ch p: gaat alleen om de medeklinkers 

  • in tegenwoordige tijd kan er alleen een t bij komen
  • bij tegenwoordige tijd 'lopen' invullen, dan hoor je het

  • td en vd bijvoeglijk gebruikt => zo kort mogelijk

Oefen met alle vormen 
van het ww.
Volg het schema.

Slide 8 - Tekstslide

SO bekijken
pv tegenwoordige tijd ev
pv tegenwoordige tijd mv
pv verleden tijd ev
pv verleden tijd mv
voltooid deelwoord
VD en TD als bn

Slide 9 - Tekstslide

Inspanningsverplichting
  • Deze les bijwonen, deze LessonUp doornemen.
  • Oefenen met Quizalize code: inloggen met de app of via https://www.quizalize.com
    "GRAMMATICA NL KLAS 2" Class code: cwk95922
  • Lees/leer de uitgereikte informatie.
  • Ken het schema uit je hoofd => start hiermee bij de SO.
  • Oefen met CambiumNed / Versterk Jezelf in de methode.

Slide 10 - Tekstslide

Toetsmoment
Herkansen vrijdag 23 mei, lesuur 7, lokaal C111/C112

Je hoogste cijfer telt.

Bij de herkansing kun je een 10 halen, maar omdat het een herkansing is, wordt er maximaal een 6 gegeven in Magister.

Slide 11 - Tekstslide

Regels persoonsvorm tt
Tegenwoordige tijd, vul lopen in => je hoort een t.
  • Ik erbij, jij erachter => ik-vorm            ik vind, brand jij
  • Hij, zij, het => ik-vorm + t                    jij wordt, hij brandt
  • Meervoud => hele werkwoord           wij / jullie / zij lopen

Let op met onregelmatige werkwoorden: Hij wil (zonder t)

Slide 12 - Tekstslide

Regels persoonsvorm vt


Schrijf zoals je het hoort (onregelmatig/sterke ww)
ik loop, ik liep; ik lees, ik las; ik help, ik hielp; ik zal, ik zou;
ik vind, ik vond.

Slide 13 - Tekstslide

Regels persoonsvorm vt
Wat zijn de regels als je het niet hoort? Kijk naar de STAM.
taxi kofschip ja?
ik-vorm + te / ten
  • ik faxte
  • wij faxten
taxi kofschip nee?
 ik-vorm + de / den
  • ik verhuisde
  • wij verhuisden

Slide 14 - Tekstslide

Uitleg voltooid deelwoord
Precies hetzelfde als bij de verleden tijd.

Schrijf zoals je het hoort (onregelmatig/sterke ww).
ik liep, ik ben naar school gelopen; ik las, ik heb gelezen; 
ik hielp, ik heb geholpen; ik vind; ik heb gevonden.

Slide 15 - Tekstslide

Uitleg voltooid deelwoord
Wat zijn de regels als je het niet hoort? Kijk naar de STAM.
taxi kofschip ja?
ge + ik-vorm + t
  • ik heb gefaxt
  • wij hebben gefaxt
taxi kofschip nee?
 ge + ik-vorm + d
  • ik ben verhuisd
  • wij zijn verhuisd

Slide 16 - Tekstslide

Tegenwoordig deelwoord 
De handeling is nog bezig => hele werkwoord +d

Terwijl ze aan het lachen waren, liepen ze de klas in.
Lachend                                                  liepen ze de klas in.


Slide 17 - Tekstslide

Engelse werkwoorden
als de Nederlandse werkwoorden: 
  • rugbyen - ik rugby - jij rugbyt - hij rugbyde - gerugbyd
  • speechen - ik speech - jij speecht - hij speechte - gespeecht
Uitspraakregels:
  • deleten - ik delete - jij deletet - hij deletete - is gedeletet
  • paintballen - ik paintball - jij paintballt - hij paintballde - heeft gepaintballd

Slide 18 - Tekstslide

VD als BN
  • VD zo kort als uitspraak dat toelaat
  • bepaal is het pv verleden tijd of bijvoeglijk naamwoord

De lamp verlichtte de kamer       /          De verlichte kamer
ik-vorm: verlicht                                            bijvoeglijk naamwoord
verleden tijd => + te

Slide 19 - Tekstslide

TD als bijvoeglijknaamwoord
Volgt de spellingsregels van het bijvoeglijk naamwoord.

De kleine man                     de lezende man        (lezend)
Een kleine man                   een lezende man      (lezend)

Het vervelende kind            het gillende kind        (gillend)
Een vervelend_ kind           een gillend_ kind        (gillend)

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video