Les 5.1

• Rekenen
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 2

Welkom!

- Jas aan de kapstok

- Telefoon in de bak

- Kauwgom in de prullenbak

Ga lekker zitten.

Praktisch rekenen

Blok 1

Woensdag
13 mei 2024

Check in

- Wie is er wel/ niet?

- Hoe zit je er bij vandaag?

- Verwachtingen

- Wat gaan we doen?

Verwachtingen

Tijdens de les:

- luister je naar de instructie

- hebben we respect voor elkaar

- doe je actief mee

- ben je verantwoordelijk voor je eigen gedrag

- mag je altijd om hulp vragen als het even niet lukt

Wat gaan we doen?

- Instructie

- Aan de slag

- Presentatie

- Afsluiting

Doel van deze les

Ik weet:

* Hoe ik vertrekborden van bussen en treinen kan aflezen. 

Ik kan:

* rekenen met reistijden van de bus en de trein. 

Wisbordje

Welke buslijn rijdt hier?

Wat is de derde busstop van deze lijn?

Hoeveel keer per uur komt er een bus van maandag tot vrijdag?

Wat is er anders aan de bussen tussen 8.00 en 9.00 uur?

Leg per 2-tal  de drie voorwerpen op tafel en meetinstrumenten die ze mogen gebruiken. 

Wisbordje

Hoelang moet je wachten als je op zondag om 13.10 uur de bus mist?

Hoelang moet je wachten als je op zaterdag om 11.26 uur de bus mist?

Leg per 2-tal  de drie voorwerpen op tafel en meetinstrumenten die ze mogen gebruiken. 

Instructie

Ik reis van Den Haag CS naar Woerden met de trein.

Hoe vaak moet ik overstappen?
Van welk spoort vertrekt de trein uit Gouda?

Hoelang duurt de totale reis?

Leg per 2-tal  de drie voorwerpen op tafel en meetinstrumenten die ze mogen gebruiken. 

Wisbordje

Je reist van Groningen CS naar
Maastricht CS. 

Hoe vaak moet je overstappen?
Hoeveel overstaptijd heb je in Utrecht?

Hoeveel tussenstops heb je van Utrecht naar Maastricht? Wat moet je hier doen?

Leg per 2-tal  de drie voorwerpen op tafel en meetinstrumenten die ze mogen gebruiken. 

Inzicht in tijd

Maken

- blz. 48 t/m 59 maken

Ben je klaar?
Presentatie afmaken

Leg per 2-tal  de drie voorwerpen op tafel en meetinstrumenten die ze mogen gebruiken. 

Afsluiting

- We kijken het werk met elkaar na.

- Hoe heb jij gewerkt?

- Wat ging al goed en wat kan volgende keer beter?