5.1: Verschillen tussen mensen

5.1 Verschillen tussen mensen
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

5.1 Verschillen tussen mensen

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  • Leerdoelen
  • Bibliotheek-tijd
  • Instructie met controle-vragen
  • Verwerken

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen

  1. Je legt uit welke factoren invloed hebben op het tot stand komen van het fenotype. 
  2. Je beschrijft hoe variaties in het genotype ontstaan. 

Slide 3 - Tekstslide

Bibliotheek-tijd
Lezen bladzijde 145-146
Bestudeer bron 1-2
Braindump



timer
10:00

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Op welk moment ontstaat het genotype van een mens?
A
Bij de geboorte
B
Bij de bevruchting
C
Door de invloed van milieuomstandigheden
D
Als het fenotype bepaald is.

Slide 6 - Quizvraag

Men vergelijkt de naalden aan één spar. De naalden zijn niet allemaal even lang.
Is bij een korte naald het fenotype anders dan bij een lange naald? En het genotype?
A
Alleen het genotype is anders
B
Alleen het fenotype is anders
C
Zowel het fenotype als genotype zijn anders
D
Fenotype en genotype zijn beide gelijk

Slide 7 - Quizvraag

Van een kloon kan men in het algemeen zeggen dat:
A
de fenotypen en de genotypen onderling gelijk zijn.
B
de genotypen onderling altijd gelijk zijn
C
de genotypen onderling gelijk zijn, maar de fenotypen kunnen verschillen
D
de fenotypen onderling gelijk zijn, maar de genotypen onderling verschillen

Slide 8 - Quizvraag

Filmpje: Alleles and Genes
Bij het filmpje op de volgende slide kun je nederlandse ondertiteling aanzetten.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Wat is een allel?
A
Dit is een andere benaming voor een gen
B
Dit is een erfelijke ziekte
C
Dit is een mutatie in en geslachtschromosoom
D
Dit is een variant van een gen

Slide 11 - Quizvraag

Mutaties
Mutaties door bepaalde stoffen/straling/etc. leiden tot variaties in genotypen. Degelijke variaties van een gen noem je allelen.

Slide 12 - Tekstslide

Verwerken
  • Ga naar de planner op It's Learning en maak de opdrachten 5.1.
    -> Basis: in ieder geval
    -> Extra hulp: als je denkt de leerdoelen nog niet te beheersen.
    -> Verdieping: bij uitdaging of ter oefening van toets/examenvragen.
  • Kijk de gemaakte opdrachten ook na. De antwoorden staan onder bronnen (hoofdstuk 5).

Slide 13 - Tekstslide

Leerdoelen

  1. Je legt uit welke factoren invloed hebben op het tot stand komen van het fenotype. 
  2. Je beschrijft hoe variaties in het genotype ontstaan. 

Slide 14 - Tekstslide