Didactiek 3.7

Didactiek 3.7
Hoofdstuk 7: Communicatie en reflectie
Paragraaf 7.3: Omgaan met reacties van anderen

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
DidactiekMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Didactiek 3.7
Hoofdstuk 7: Communicatie en reflectie
Paragraaf 7.3: Omgaan met reacties van anderen

Slide 1 - Tekstslide

Terugkoppeling voorgaande les 
  • Wat is het verschil tussen interne en externe ruis?
  • Wat is het verschil tussen een zender en ontvanger? 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen 
Paragraaf 7.3

  • De student kent de regels van feedback geven en ontvangen
  • De student oefent met het geven en ontvangen van feedback en zorgt ervoor dat de gegeven feedback wordt onderbouwd
  • De student kan een positieve en een negatieve eigenschap van zichzelf benoemen. 

Slide 4 - Tekstslide

Feedback geven is een vak 
Bekijk het filmpje
  • Schrijf op wat je minder goed vindt aan de manier van feedback geven.
  • Minimaal 3 punten.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Feedback 
Als je samenwerkt dan geef je en ontvang je regelmatig feedback. Feedback kan ook opgevat worden als kritiek.
Dit kan invloed hebben op je zelfbeeld.


Eigen ervaring stage.

Slide 7 - Tekstslide

Hoe geef je dan wel feedback? 
  • Begin met een compliment (positieve feedback). Gebruik de IK-boodschap: 'Ik zie dat... / ik hoor dat .... / ik voel dat ...'
    (sandwich- model).
  • Zeg hoe het gedrag van de ander voor jou is. Vertel wat en hoe je het graag anders wilt zien.
  • Zoek samen een oplossing en sluit positief af. 

Slide 8 - Tekstslide

Proeftoets P3
Alleen maar om te zien wat je al weet!

Slide 9 - Tekstslide

Wat betekent inlevingsvermogen?

Slide 10 - Open vraag

Sensitieve responsiviteit houdt in dat je kinderen zo objectief mogelijk aanspreekt
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quizvraag

Om creativiteit te stimuleren gebruik je open vragen?
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quizvraag

Waar let je op in een ruimte waar baby's inspelen?

Slide 13 - Open vraag

Wat betekent het begrip ‘receptieve woordenschat’?
A
Alle woorden die een kind begrijpt maar zelf nog niet zegt
B
Alle woorden die een kind begrijpt en ook gebruikt
C
Alle woorden die een kind begrijpt en gebruikt maar nog niet kan uitspreken

Slide 14 - Quizvraag

Op welke manier kan er op een interactieve manier voorgelezen worden?

Slide 15 - Open vraag

Welke ontwikkeling wordt er gestimuleerd bij het buitenspelen?

Slide 16 - Open vraag

Welke zin hoort bij vrij spel?
A
Tijdens vrije spelmomenten heb je voor ieder kind eigen materialen
B
Tijdens vrije spelmomenten heb je niet voor ieder kind een eigen doel.
C
Tijdens vrije spelmomenten bedenk je voor ieder kind een eigen spel.

Slide 17 - Quizvraag

Op welke manier kan je iemand feedback geven?

Slide 18 - Open vraag

Wat kun je nu gaan doen?
  • Je kunt verder met het afronden van je einddossier. 
  • Vraag feedback aan mij of aan je medestudenten.
  • Bekijk nog eens goed de feedback van periode 2. 
  • Klaar? Aan de slag met een ander vak.

  • Deadline: zondag 2 april 

Slide 19 - Tekstslide

Tips en tops aan de hand
van periode 3!

Slide 20 - Open vraag