Les 3.5 + 3.6

Nederlands
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Tekstslide

Welk woord is juist geschreven?
A
driesterren restaurant
B
drie sterren restaurant
C
driesterrenrestaurant

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Tekstslide

Welk woord is juist geschreven?
A
lente ui
B
lente-ui
C
lenteui

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

Is dit woord juist gespeld?

kant-en-klaarmaaltijd
A
ja
B
nee

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Welke zin is juist?
A
Voor vele zal dit nieuw zijn.
B
Voor velen zal dit nieuw zijn.

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

Voorbeeld
Mijn neven gaan dit jaar beiden naar Lowlands.

- er staat geen znw achter het woord 
- je kunt er het woord in de zin niet aanvullen met een znw uit dezelfde zin of de zin die er onmiddellijk aan voorafgaat (zoals neven)





Slide 16 - Tekstslide

Welke zin is juist?
A
Enkelen studenten hebben dit al eerder begrepen.
B
Enkele studenten hebben dit al eerder begrepen.

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Aan de slag
1. Maak paragraaf 3.1 t/m 3.6 af (gemiddeld 75% of hoger? Dan hoef je de extra opdrachten niet te maken) 
2. Maak de oefentoets van hoofdstuk 3

Toets = volgende lesuur vandaag
Deadline = dit lesuur

Slide 20 - Tekstslide