klas 1bk 11-14 april 2023

Herzlich Wilkommen!

Ga lekker zitten op je vaste plek

Telefoon in de telefoontas

1 / 37

Slide 1: Tekstslide

DuitsMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 1

In deze les zitten 37 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Herzlich Wilkommen!

Ga lekker zitten op je vaste plek

Telefoon in de telefoontas

Slide 1 - Tekstslide

Kauwgom in de bak? Telefoon in de telefoontas? Boek op tafel? CHECK!

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Hoe verloopt deze les?

Leerdoelen

samen

ontdekken

Rückblick

Uitleg

Zelfstandig

Leerdoel

check

Helemaal stil

Samenwerken

Helemaal stil

Klassikaal

Controle

Tekst

Filmpje

Klassikaal

Samenwerken

Slide 7 - Tekstslide

Rückblick (terugblik)

Slide 8 - Tekstslide

Was machen wir heute?

- Filmchen Eier (eieren)

- Opgaven checken

- Uitleg sis-klank in het Duits

- Spreken en Luisteren

- Blooket op je telefoon??

- Abschließen (afsluiten)

Slide 9 - Tekstslide

Lernziele = leerdoelen

Du kennst/kannst (Je kent/kunt)

een filmpje in het Duits begrijpen over eieren
de regels van het lidwoord toepassen
de brede sis-klanken horen, spreken en schrijven

Slide 10 - Tekstslide

Filmchen

Slide 11 - Tekstslide

De kip of het ei??

Slide 12 - Tekstslide

Hoeveel eieren worden in Duitsland per jaar geproduceerd?

A. 12 miljoen

B. 13 miljard

C. 23 miljoen

D. 20 miljard

Slide 13 - Tekstslide

Welke kippen hebben het meest ruimte?

A. Freilandhaltung

B. Bodenhaltung

C. ökologischen Haltung

D. Käfighaltung

Slide 14 - Tekstslide

In welke Belgische stad wordt de chocolade tentoonstelling gehouden?

A. Antwerpen

B. Gent

C. Brussel

D. Brugge

Slide 15 - Tekstslide

Je mag bij de tentoonstelling van de kunstwerken snoepen.

A. richtig (juist)

B. falsch (onjuist)

Slide 16 - Tekstslide

www.zdf.de

Slide 17 - Link

Hoeveel eieren worden in Duitsland per jaar geproduceerd?

A. 12 miljoen

B. 13 miljard

C. 23 miljoen

D. 20 miljard

Slide 18 - Tekstslide

Welke kippen hebben het meest ruimte?

A. Freilandhaltung

B. Bodenhaltung

C. ökologischen Haltung

D. Käfighaltung

Slide 19 - Tekstslide

In welke Belgische stad wordt de chocolade tentoonstelling gehouden?

A. Antwerpen

B. Gent

C. Brussel

D. Brugge

Slide 20 - Tekstslide

Je mag bij de tentoonstelling van de kunstwerken snoepen.

A. richtig (juist)

B. falsch (onjuist)

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

HERHALINGSVRAAG

Wanneer gebruik je:

der .................................... ?

die .................................... ?

das .................................... ?

Slide 23 - Tekstslide

SAMENVATTING

Wanneer gebruik je:

der = mannelijke personen en dieren (de stier = der Stier)

die = - vrouwelijke personen en dieren (de moeder = die Mutter)

- woorden die op een -e eindigen (de klas = die Klasse)

- meervoudswoorden ( de ouders = die Eltern)

das = woorden die in het Nederlands met "het" gaan

(het huis = das Haus, het schip = das Schiff

Slide 24 - Tekstslide

UITSPRAAK BLADZIJDE 82

Neem blz. 82 voor je

oef 27

oef 28

oef 29

oef 30

Slide 25 - Tekstslide

Lernziele = leerdoelen

Du kennst/kannst (Je kent/kunt)

een filmpje in het Duits begrijpen over eieren
de regels van het lidwoord toepassen
de brede sis-klank horen, spreken en schrijven

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

play.blooket.com

Slide 28 - Link

Ist das Ziel erreicht?

Is het doel bereikt??

Slide 29 - Tekstslide

Vorschau (de volgende les)

We gaan verder met Schreiben.

Slide 30 - Tekstslide

AUFGABE 20

der: Bruder, Onkel, Lehrer, Opa, Cousin, Vater

die: Schwester, Tante, Lehrerin, Cousine, Mutter, Tante

das: Buch, Kind, Jahr

Het lidwoord der hoort bij mannen.

Het lidwoord die hoort bij vrouwen.

Het lidwoord das hoort bij het-woorden.

Slide 31 - Tekstslide