H.4 Keersommen met tientallen en grote getallen

• rekenen
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 3,4

Keersommen met tientallen en grote getallen.

Doel van deze les:

Ik kan keersommen met tientallen uitrekenen.

Ik kan aan het einde van de les getallen splitsen en vermenigvuldigen.

Keersom tiental

3 x 40 =  

Ik weet: 3 x 4 = 12

dus 3 x 40 =120

7 x 40 =
Ik weet 7 x 4 = 28, dus 7 x40 =

3 x 30 =
Ik weet 3 x 3 = 9, dus 3 x 30 =

6 x 90 =
Ik weet 6 x 9 = 54, dus 6 x 90 =

5 x 60 =
Ik weet 5 x 6 = 30, dus 5 x 60 =

Reken uit:

4 x 20 =
7 x 30 =
5 x 50 =
2 x 90 =
6 x 40 =

Merel koopt 5 kaartjes voor een pretpark. Elk kaartje kost 30 euro.
Hoeveel moet Merel betalen?
Schrijf de goed som erbij op.
...... x ..... = .....

Getallen splitsen

3 x 24 =

stap 1: Je splist 24 in 20 en 4

stap 2 : Je rekent uit: 3 x 20 = 60

stap 3: Je rekent uit: 3 x 4 = 12

stap 4: Je telt de antwoorden bij elkaar op: 60 +12 = 72

2 x 46
eerst: 2 x ... = ...
dan : 2 x ... = ...
antwoorden bij elkaar optellen: ... + ... = ...

3 x 72 =
3 x ... = ...
3 x ... = ...
antwoorden optellen: ... + ... = ...

7 x 26 =
7 x 20 = ...
7 x 6 = ...
antwoorden bij elkaar optellen: ... + ... = ...

Nu zelf maken

Je krijgt 3 sommen te zien. Probeer zelf de getallen te splitsen en te vermenigvuldigen.

Succes!

6 x 23 =

2 x 67 =

Laatste vraag:
4 x 18 =

Opdracht:

- Maak 4.1 af in het werkboek.

- Klaar? Maak 4.2 in het werkboek.

- Klaar? Taken in Numo 'keersommen'.