5. Wederzijdse erkenning (1967 - 1993)

↖︎
 Golf van Akaba
Golan Hoogvlakte
 Westelijke Jordaanoever
 Gazastrook
Sinaï
Suezkanaal
 Israël
 Jordanië
 Egypte
 Syrië
↖︎
 Libanon
Middellandse
Zee
Rode 
Zee
1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 47 slides, met tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

↖︎
 Golf van Akaba
Golan Hoogvlakte
 Westelijke Jordaanoever
 Gazastrook
Sinaï
Suezkanaal
 Israël
 Jordanië
 Egypte
 Syrië
↖︎
 Libanon
Middellandse
Zee
Rode 
Zee

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Het conflict tussen Israël en de Arabische wereld


5. Wederzijdse erkenning (1967 – 1993)

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het eind van deze presentatie kun je herkennen en uitleggen
  1. Je kunt de gevolgen van de Oktoberoorlog beschrijven.
  2. Je kunt uitleggen hoe de Camp Davidakkoorden tot stand kwamen.
  3. Je kunt de eerste intifada beschrijven.
  4. Je kunt uitleggen hoe de Oslo-akkoorden tot stand kwamen.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Jom Kipoeroorlog, 1973 (1)

  • Oorlog in 1973 waarbij Egypte en Syrië onverwacht Israël aanvallen

  • Jom Kipoer (Grote Verzoendag) is een Joodse feestdag: veel Israëlische soldaten zijn op verlof

Slide 7 - Tekstslide

Jom Kipoeroorlog, 1973 (2)

  • Met veel moeite, en hulp van de Verenigde Staten, lukt het Israël om de troepen van Syrië en Egypte te verdrijven.

  • Verenigde Naties grijpen, na drie weken, in op het moment dat Israël delen van Syrië en Egypte wil veroveren.

Slide 8 - Tekstslide

Waarom grijpt de VN in?
  • De Koude Oorlog (1945-1991): Israël werd gesteund door de Verenigde Staten en andere westerse landen. De Sovjet-Unie steunde Egypte en Syrië. Oorlog in het Midden-Oosten kon de Koude Oorlog een échte oorlog worden, waarbij mogelijk atoomwapens werden ingezet.

  • Olieboycot (1973): Arabische olielanden steunden Egypte en Syrië door veel minder en veel duurdere aardolie uit te voeren naar westerse landen. Landen die Israël actief ondersteunden, zoals de VS en Nederland, kregen zelfs helemaal geen aardolie meer.

Slide 9 - Tekstslide


Autoloze zondagen
1973




Door de olieboycot stegen de olieprijzen in Europa enorm. 
Met autoloze zondagen wilde de regering op olie (benzine) besparen.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

"Misschien moeten we toch eens luisteren naar de Arabische landen..."

Slide 12 - Tekstslide

Verandering in denken van Westerse landen
  • Met aardolie hebben Arabische landen een machtig wapen in handen: de economie in Westerse landen heeft door de olieboycot een gevoelige tik gehad

  • Westerse landen worden kritischer richting Israël, vooral als het gaat om de behandeling van de Palestijnen en de Israëlische onwil bij vredesonderhandelingen.

Slide 13 - Tekstslide

Camp David-akkoorden, 1978 (1)
  • Camp David is het buitenverblijf van de president van de Verenigde Staten

  • De Amerikaanse president Carter nodigt de president van Egypte, Sadat, en de minister-president van Israël, Begin, uit om te gaan praten over vrede tussen beide landen (en dus meer rust in het Midden-Oosten)

Slide 14 - Tekstslide

Camp David-akkoorden, 1978 (2)
  • In 1978 komen de landen tot de Camp David-akkoorden:

  • Egypte en Israël erkennen elkaars grenzen

  • Israël geeft de Sinaï terug aan Egypte, en Egypte staat toe dat Israëlische schepen door het Suezkanaal en de Golf van Akaba varen

  • Israël stemt in met een beperkte vorm van zelfbestuur door de Palestijnen in de Gazastrook en de Westelijke Jordaanoever.

Slide 15 - Tekstslide


Vrede tussen 
Israël en Egypte
1979





Een jaar na de Camp David-akkoorden
wordt de definitieve vrede ondertekend

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Gevolgen van 
Camp David
  • Sadat en Begin ontvangen de Nobelprijs voor Vrede

  • Arabische landen voelen zich verraden door Egypte: een Joods land erkennen?!

  • Sadat wordt in 1981 door zijn eigen soldaten (moslim-extremisten) vermoord

  • Palestijnen zijn teleurgesteld: beperkt zelfbestuur betekent geen eigen land...

  • ...en het zelfbestuur stelt ook niet veel voor

Slide 19 - Tekstslide

Aantekeningen

Slide 20 - Tekstslide

...Palestijnse vluchtelingen
  • Meesten zijn nakomelingen van de vluchtelingen uit 1948 en 1967

  • Vluchtelingenkampen zijn uitgegroeid tot complete steden, waar veel armoede heerst

  • Tot de komst van de Joodse kolonisten was het relatief rustig, daarna namen de spanningen, en de haat, toe

Slide 21 - Tekstslide

Standpunt 
van de VN

  • De Joodse nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever (en tot 2005 ook in de Gazastrook) zijn illegaal.

  • Israël vindt dit niet: het was in 1967 niet duidelijk van wie dit gebied was. Het is daarom geen bezetting.

  • Op de Westelijke Jordaanoever wonen tegenwoordig 3 miljoen Palestijnen en 350.000 Joodse kolonisten (in 135 nederzettingen)

Slide 22 - Tekstslide

Oorlog in 
Libanon (1)
  • Hoofdkwartier van de PLO zit in het zuiden Libanon

  • PLO pleegt aanslagen op Israël vanuit Libanon

  • Libanon zit op dat moment zelf in een burgeroorlog

  • Israël valt Libanon aan en verjaagt de PLO (1978) 

Slide 23 - Tekstslide

Oorlog in 
Libanon (2)

  • VN grijpt in en sturen een vredesleger (blauwhelmen): UNIFIL

  • PLO komt groter terug en er ontstaat opnieuw een oorlog in Libanon (tot 1985)

  • VN keurt het geweld van Israël af, maar dat land negeert de resoluties (besluiten) van de VN

  • Humanitaire ramp voor de burgerbevolking

  • Israëlische leger verlaat Libanon pas in 2000

Slide 24 - Tekstslide

Intifada: 
opstand van burgers (1)
  • De situatie voor de Palestijnen verandert niet, hoewel het Midden-Oosten dagelijks in het nieuws is

  • Meestal jonge Palestijnen komen in opstand tegen de Israëlische bezetter (in de bezette gebieden)

  • De eerste intifada (Arabisch voor: 'afschudden') duurde van 1987 tot 1993

Slide 25 - Tekstslide

Intifada: 
opstand van burgers (2)
  • Palestijnse stenen tegen het moderne Israëlische leger

  • De intifada krijgt veel aandacht van de pers: beide groepen gebruiken dit om hun eigen doelen onder de aandacht te brengen

  • De ongelijke strijd zorgt voor sympathie voor de Palestijnen en kritiek op Israël

Slide 26 - Tekstslide

Gevolgen
  • Intifada maakt duidelijk dat vrede in het Midden-Oosten niet mogelijk kon zijn zonder een oplossing voor de Palestijnen.

  • Arafat maakte gebruik van de sympathie voor de Palestijnen: hij probeerde zijn PLO om te vormen tot een politieke beweging. 

  • In ruil voor een Palestijnse staat op de Westelijke Jordaanoever en in de Gazastrook, is de PLO bereid was Israël te erkennen.

  • Dit heet: land voor vrede

Slide 27 - Tekstslide

Oslo-akkoorden 
(1)
  • De Israëlische minister-president Yitzhak Rabin wil zo snel mogelijk een eind maken aan de intifada

  • In 1992 starten geheime onderhandelingen (let op: officiëel mocht een Israëli niet met de PLO praten!) op voorstel van een Noorse hoogleraar

Slide 28 - Tekstslide

Oslo-akkoorden (2)


  • Onder leiding van de Amerikaanse president Clinton komen Arafat (PLO), Rabin en Peres (beiden Israël) tot een serie akkoorden:

  • Israël trekt geleidelijk aan zijn leger terug uit de Gazastrook en in de toekomst ook van de Westelijke Jordaanoever. 

  • De PLO erkent Israël, en Israël erkent de PLO.

Slide 29 - Tekstslide

  • Oslo-akkoorden (3)
  • De PLO zweert elke vorm van geweld tegen Israël af. 

  • De Palestijnen krijgen zelfbestuur in de Gazastrook en in delen van de Westelijke Jordaanoever. Dit wordt de Palestijnse Autoriteit genoemd.

  • Israël en de PLO gaan verder onderhandelen over een definitieve vrede 

Slide 30 - Tekstslide


Oslo-akkoorden
1993




Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Eind goed, al goed?

Slide 33 - Tekstslide

Nou nee, niet echt...

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Video

Gevolgen
  • Kritiek: sommige onderwerpen (zoals de nederzettingen en de vluchtelingenproblematiek) waren niet opgenomen in de akkoorden

  • Beide leiders verliezen steun bij een deel van hun aanhangers.

  • Rabin wordt in november 1995 vermoord door een joodse religieuze extremist

Slide 36 - Tekstslide

Problemen nemen snel toe
  • Palestijnse bestuur is onervaren en er is veel corruptie

  • Onderlinge wantrouwen tussen Palestijnen en Israël neemt toe

  • Standpunten van de Israëlische regering verschillen na elke verkiezingen: havikken en duiven

  • Teleurgestelde Palestijnen reageren soms met zelfmoordaanslagen in Jeruzalem (bijvoorbeeld op drukke buslijnen)

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide


Israëlische 
Westoeverbarrière
2002

Slide 39 - Tekstslide

Israëlische 
Westoeverbarrière


  • Volgens Israël komen veel zelfmoordterroristen van de Westbank.
  • Daarom besloot Israël tot het bouwen van een grensmuur.
  • Delen van de muur lopen dwars door Palestijnse dorpen. 
  • Mensen die kritiek op de muur hebben, noemen deze de afscheidings- of apartheidsmuur.

Slide 40 - Tekstslide

Palestijnse verdeeldheid
  • Conflict tussen Palestijnse groepen Fatah en Hamas o.a. over  de Oslo-akkoorden: Fatah erkent ze wel, Hamas (extremistisch-islamitische) erkent ze niet

  • Hamas wint verkiezingen (2006) in de Palestijnse gebieden, maar om samen tot een regering te komen mislukt: korte burgeroorlog in 2007

Slide 41 - Tekstslide

Oorlog in de Gazastrook
  • Hamas bleef aanslagen plegen op Israël

  • Vanaf de Gazastrook zijn, sinds 2001, duizenden raketten afgevuurd op Israël

  • Israël valt de Gazastrook binnen: twee oorlogen (2008-2009 en 2014) kosten aan duizenden mensen het leven (vooral Palestijnse burgers)

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Tekstslide

Aantekeningen

Slide 44 - Tekstslide

Begrippen uit deze les
  • Oktober Oorlog
  •  Olieboycot
  • Cap Davidakkoorden 
  • Intifada
  • Oslo-akkoorden
  • Palestijnse Akkoorden 

Slide 45 - Tekstslide

Video
NOS op 3:
Het geweld in Israël en 
de Palestijnse gebieden uitgelegd

Slide 46 - Tekstslide

Slide 47 - Video