3bk - Les 4 P2- pers vnw en geslacht zelfstandige nw

Gutentag
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2,3

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Gutentag

Slide 1 - Tekstslide

am 26.11.2021
Klassenarbeit
Toets 3

woorden
zinnen (22 Duits > Nl)
werden met spiekbriefje
persoonlijk voornaamwoorden

Slide 2 - Tekstslide

persoonlijk voornaamwoorden na een voorzetsel

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

met ons
A
met uns
B
mit ons
C
mit uns

Slide 5 - Quizvraag

zonder hem
A
gegen ihm
B
ohne ihn
C
entgegen ihm
D
außer ihn

Slide 6 - Quizvraag

om hen
A
um ihn
B
um sie
C
zu ihn
D
zu sie

Slide 7 - Quizvraag

na mij
A
nach ich
B
nach mir
C
nach mich
D
nach sie

Slide 8 - Quizvraag

naar mij
A
zu ich
B
nach mich
C
zu mich
D
zu mir

Slide 9 - Quizvraag

Met jou valt niet te praten.
Mit ... kann man nicht reden.
A
du
B
dir
C
dich

Slide 10 - Quizvraag

Dat heb ik u gezegd.
Das habe ich ... gesagt.
A
Sie
B
Ihnen
C
Ihr
D
Ihre

Slide 11 - Quizvraag

Die tas is van mij.
Diese Tasche ist von ... .
A
ich
B
mich
C
mir
D
mein

Slide 12 - Quizvraag

Ik heb met jullie gezwommen.
Ich habe mit ... geschwommen.
A
euch
B
euer

Slide 13 - Quizvraag

VERTAAL: Ik blijf bij jou .
Ich bleibe bei ... .

Slide 14 - Open vraag

VERTAAL: Door hem ben ik mijn spullen kwijt.
..... ... habe ich meine Sachen verloren.

Slide 15 - Open vraag

woorden

Slide 16 - Tekstslide

häufig
A
hoop
B
vaak

Slide 17 - Quizvraag

ein Praktikum machen

Slide 18 - Open vraag

sich informieren über

Slide 19 - Open vraag

wichtig

Slide 20 - Open vraag

moeilijk

Slide 21 - Open vraag

Het bevalt me.

Slide 22 - Open vraag

Grammatik A:
De geslachten van de zelfstandige naamwoorden

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

... Kater
A
der
B
die
C
das

Slide 26 - Quizvraag

... Mannschaft
A
der
B
die
C
das

Slide 27 - Quizvraag

Welk geslacht hebben de getallen?
Zum Beispiel: .... Zwei in Mathe.
A
der
B
die
C
das

Slide 28 - Quizvraag

Der / Die / Das?
Bett
A

Slide 29 - Quizvraag

Der, die oder das?

Freunde
A
der
B
die
C
das

Slide 30 - Quizvraag

Der, die oder das?
Freitag
A
der
B
das
C
die

Slide 31 - Quizvraag

der, die oder das?

Königin

A
der
B
die
C
das

Slide 32 - Quizvraag

der, die oder das?

Brötchen
A
der
B
die
C
das

Slide 33 - Quizvraag

der, die oder das?
Chatfreundin
A
der
B
die
C
das

Slide 34 - Quizvraag

... Sommer
A
die
B
der
C
das

Slide 35 - Quizvraag

der, die oder das?
Sauberkeit
A
der
B
die
C
das

Slide 36 - Quizvraag

... Lehrer
A
der
B
die
C
das

Slide 37 - Quizvraag

... Glück
A
der
B
die
C
das

Slide 38 - Quizvraag

Entwicklung
A
der
B
die
C
das

Slide 39 - Quizvraag

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Tekstslide

auf wiedersehen

Slide 44 - Tekstslide