De opkomst van constitutionele monarchieën

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Machthebbers in Europa

Leerdoelen

Uitleggen hoe Lodewijk XIV zijn absolute macht vestigde en uitbreidde in Frankrijk. Beschrijven van de oorzaken en gevolgen van de Glorious Revolution in Engeland. Het verschil tussen absolutisme en een constitutionele monarchie uitleggen. Opsommen van de belangrijkste bepalingen van de 'Bill of Rights' van 1689 en hun impact op de Engelse monarchie benoemen.

Wat weet je al over de absolute macht van Lodewijk XIV ?

De militaire en politieke macht van Lodewijk XIV

Streven naar absolutisme. Uitbreiding van zijn macht door oorlogen. Onderdrukking van de hugenoten.

Wat was de houding van Lodewijk XIV ten opzichte van de hugenoten?

1. Hij beschermde de hugenoten.
2. Hij onderdrukte de hugenoten.
3. Hij respecteerde de hugenoten.
4. Hij steunde de hugenoten.

Hoe breidde Lodewijk XIV zijn macht uit?

1. Door handelsverdragen.
2. Door oorlogen.
3. Door diplomatie.
4. Door vredesonderhandelingen.

Wat was Lodewijk XIV's streven met betrekking tot zijn macht?

1. Hij streefde naar anarchie.
2. Hij streefde naar decentralisatie.
3. Hij streefde naar absolutisme.
4. Hij streefde naar democratie.

De bouw van het paleis van Versailles

Rol van de ministers onder Lodewijk XIV. Vestigen van absolute macht.

Welk doel diende de bouw van het paleis van Versailles?

1. Het diende voornamelijk als een economische investering.
2. Het werd gebouwd als een toevluchtsoord voor kunstenaars.
3. Het was bedoeld als een militair bolwerk.
4. Het versterkte de politieke positie van Lodewijk XIV.

Wat was de belangrijkste factor bij het vestigen van de absolute macht door Lodewijk XIV?

1. Zijn centralisatie van de macht en afschaffing van de Edelen privileges.
2. Zijn terugtrekking uit internationale politiek.
3. Zijn nadruk op religieuze tolerantie.
4. Zijn samenwerking met andere Europese vorsten.

Hoe heeft de bouw van het paleis van Versailles bijgedragen aan de absolute macht van Lodewijk XIV?

1. Het diende als een symbool van zijn absolute macht.
2. Het bood onderdak aan veel buitenlandse ambassadeurs.
3. Het had geen invloed op zijn politieke positie.
4. Het was voornamelijk bedoeld als een vakantieverblijf.

Wat was de rol van de ministers onder Lodewijk XIV?

1. Zij hielpen hem bij het vestigen van absolute macht.
2. Ze waren verantwoordelijk voor het ontwerpen van het paleis.
3. Ze waren voornamelijk betrokken bij buitenlandse zaken.
4. Ze hadden geen invloed op zijn beleid.

De machtstrijd tussen de Engelse koningen en het parlement

Engelse koningen streven naar absolute macht. Verzet van het parlement.

De Glorious Revolution en de troonsbestijging van Willem III en Maria

Vervanging van koning Jacobus II. Aanvaarding van de 'Bill of Rights'.

De 'Bill of Rights'

Belangrijkste bepalingen van de 'Bill of Rights' van 1689. Beperking van de koninklijke macht in Engeland.

Wat maakte de 'Bill of Rights' van 1689 mogelijk in Engeland?

1. Overdracht van de kroon aan Willem en Maria
2. Behoud van de kroon door Jacobus II
3. Afschaffing van de kroon in Engeland
4. Opstand tegen de kroon in Engeland

Wat was de impact van de 'Bill of Rights' van 1689 in Engeland?

1. Bevordering van koninklijke macht en parlementaire rechten
2. Afschaffing van koninklijke macht en parlementaire rechten
3. Uitbreiding van koninklijke macht en beperking van parlementaire rechten
4. Beperking van koninklijke macht en bescherming van parlementaire rechten

Wat is het doel van de 'Bill of Rights' van 1689?

1. Beperking van de koninklijke macht
2. Versterking van de koninklijke macht
3. Vervanging van de koninklijke macht
4. Onderdrukking van de koninklijke macht

Wat zijn de belangrijkste bepalingen van de 'Bill of Rights' van 1689?

1. Beperking van koninklijke macht in Engeland
2. Afschaffing van koninklijke macht in Engeland
3. Bevordering van koninklijke macht in Engeland
4. Uitbreiding van koninklijke macht in Engeland

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.