Voltooid en onvoltooid deelwoord

Voltooid en onvoltooid deelwoord
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Voltooid en onvoltooid deelwoord

Slide 1 - Tekstslide

Inhoud les
Lesdoelen
Startopdracht
Theorie voltooid en onvoltooid deelwoord
Werken aan de weektaak
Volgende les

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel
Aan het einde van de les kan ik voltooide en onvoltooide deelwoorden op de juiste manier spellen.

Slide 3 - Tekstslide

Weektaak
Persoonvorm verleden tijd – sterke werkwoorden  Spelling H3 werkwoorden blz. 96-97: opdr. 1, 2, 3 en 4

Voltooid en onvoltooid deelwoord  Spelling H4 werkwoorden blz. 126-127: opdracht 1, 3 en 4

Slide 4 - Tekstslide

Gefietst hoort bij groep 1
Groep 1
Groep 2
gefietst
kletsen
sporten
geblaft
feesten
geleerd
gevierd
gevlogen
lachen
gelogen
vragen
gekocht

Slide 5 - Sleepvraag

Voltooid deelwoord
Geeft vaak aan dat een handeling is afgerond (voltooid)

Maakt vaak deel uit van het gezegde. Er staat dan altijd een vorm van hebben, zijn of worden bij:
Tijdens de vakantie heeft Julia bij een boerderij gekampeerd.
Vorig jaar is Mehmet naar Turkije gevlogen.
Op het voetbalkamp worden veel activiteiten georganiseerd.

Slide 6 - Tekstslide

Onvoltooid deelwoord
Geeft aan dat een handeling aan de gang is (onvoltooid)
Boas reist zeilend de wereld over.
Vrolijk lachend stapte de kinderen uit de bus.
Zenuwachtig om zich heen kijkend loopt Ingrid de kamer van de directeur in.

Slide 7 - Tekstslide


Hij is door een wesp gestoken.
Gestoken is een:
A
Voltooid deelwoord
B
Onvoltooid deelwoord

Slide 8 - Quizvraag


Fluitend fietste hij voorbij.
Fluitend is een:
A
Voltooid deelwoord
B
Onvoltooid deelwoord

Slide 9 - Quizvraag


Aarzelend pakte ze het briefje op.
Aarzelend is een:
A
Voltooid deelwoord
B
Onvoltooid deelwoord

Slide 10 - Quizvraag


Dat heb jij goed gedaan.
Gedaan is een:
A
Voltooid deelwoord
B
Onvoltooid deelwoord

Slide 11 - Quizvraag

Voltooid deelwoord schrijven
Het voltooid deelwoord van sterke werkwoorden eindigt van op -en:
  • Wij hebben heerlijk ijs gegeten. (eten)
  • De trein is om 15.05 op het station in Amersfoort aangekomen. (aankomen)

Het voltooid deelwoord van zwakke werkwoorden eindigt op en -d of -t.
  • Net als in de verleden tijd: 't ex kofschip / 't ex kofschaap
  • Hele werkwoord -en
  • Verwaarlozen / verwaarloz / verwaarloosde / Marijke heeft haar konijn verwaarloosd.



Slide 12 - Tekstslide

Onvoltooid deelwoord schrijven
Heel werkwoord + d
Juichen +d = juichend




Slide 13 - Tekstslide


Wat is het voltooid deelwoord van herinneren?

Slide 14 - Open vraag


Wat is het voltooid deelwoord van gebieden?

Slide 15 - Open vraag


Wat is het voltooid deelwoord van gehoorzamen?

Slide 16 - Open vraag


Wat is het voltooid deelwoord van steken?

Slide 17 - Open vraag


Wat is het voltooid deelwoord van verplaatsen?

Slide 18 - Open vraag


Wat is het voltooid deelwoord van zwijgen?

Slide 19 - Open vraag

Werken aan de weektaak
Tot 11.25

Slide 20 - Tekstslide

Lesdoel behaald?
Aan het einde van de les kan ik voltooide en onvoltooide deelwoorden op de juiste manier spellen.

Slide 21 - Tekstslide

De stof van deze les beheers ik:
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Poll

Volgende les
Dinsdag: leesles (controleren weektaak)
Vrijdag: herhaling spelling en grammatica

Slide 23 - Tekstslide