Hoofdstuk 4.1 (Deel 2) Japan, land in de Ring van vuur.
Hoofdstuk 4
Natuurrampen
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1
In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Hoofdstuk 4
Natuurrampen
Slide 1 - Tekstslide
Lesplanning
Herhaling vorige les
Endogene en exogene krachten
Plaatbewegingen
Slide 2 - Tekstslide
Rampen
natuurramp= een ramp veroorzaakt door de natuur waarbij veel slachtoffers vallen en er (veel) schade is
milieuramp= een ramp veroorzaakt door de mens waarbij slachtoffers vallen en schade is
Slide 3 - Tekstslide
Endogene krachten en exogene krachten
Endogene krachten: krachten die de aarde van BINNENUIT vormen (aardbevingen, vulkanen, plaattektoniek)
Exogene krachten: krachten die de aarde van BUITENAF vormen (erosie, verwering, sedimentatie)
Slide 4 - Tekstslide
Pangea
Het supercontinent viel lang geleden uiteen.
225 miljoen jaar geleden.
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
De oceanische plaat:
- ligt onder de oceaan.
- is dunner, maar zwaarder (basalt)
De continentale plaat:
- ligt onder continenten
- is dikker, maar lichter (graniet)
Slide 7 - Tekstslide
Maak een tekening in je schrift en benoem de onderdelen!
Slide 8 - Tekstslide
https:
Slide 9 - Link
convectiestromen
Slide 10 - Tekstslide
Convectiestromen
Motor van plaatbewegingen zijn convectiestromen.
Convectiestromen = stroming van gesmolten gesteente onder de aardkorst binnen de aarde.
Slide 11 - Tekstslide
De platen waaruit de aardkorst opgebouwd is
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Convergente beweging:
Platen bewegen naar elkaar toe
3 manieren:
2 continentale platen botsen: Plooiingsgebergte
Een oceanische en continentale plaat botsen: Subductie
2 oceanische platen botsen: Subductie
Plooiing
Als 2 continentale platen botsen, gaan ze plooiien (oftewel kreukelen) Er onstaat een gebergte.
Gebergten zoals de Alpen ontstaan op deze manier. Er kunnen zware aardbevingen onstaan bij deze beweging.
Subductie
Bij subductie verdwijnt de zware oceanische plaat onder de lichtere continentale plaat. De oceanische plaat smelt wanneer deze weer in de mantel komt.
Bij deze beweging onstaan gebergten zoals de Andes. Deze beweging kan zware aardbevingen veroorzaken. Een ander kenmerk is dat er vulkanen ontstaan bij deze beweging.
Diepzeetrog
Een diepzeetrog is de plek waar de oceanische korst onder de continentale korst verdwijnt.
Dit is een hele diepe plek in de oceaan. De diepste diepzeetrog is de Marianentrog, vlakbij Japan. Die trog is ongeveer 11 kilometer diep.
Slide 18 - Tekstslide
Subductie
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Divergente beweging:
Platen bewegen uit elkaar
2 manieren:
oceanische platen bewegen uit elkaar: Mid-Oceanische-Rug (MOR)
continentale platen bewegen uit elkaar:
MOR
Bij een Mid-Oceanische-Rug bewegen 2 oceanische platen uit elkaar. Tussen die platen onstaat een ruimte (een spleet) Door die spleet komt magma uit de aarde. Dit is dus een soort vulkaan. (spleetvulkaan)
Wanneer de magma uit de aarde is stolt het snel omdat het onder water is en het daar koud is.
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Transforme Beweging:
Platen bewegen langs elkaar.
2 platen schuiven langs elkaar, in horizontale richting.
Dit kunnen continentale of oceanische platen zijn.
Transform
Bij de transforme beweging schuiven 2 platen langs elkaar, in tegengestelde richting. Ze zakken niet onder elkaar. Bij deze beweging kunnen hele zware aardbevingen ontstaan. Een bekende breuklijn is de San Andreasbreuk in Californië. Ook onder Turkije ligt zo'n breuklijn, de Anatolische breuklijn
Slide 25 - Tekstslide
Convectiestromen
Vulkaan
Convergentie
Subductie
Divergentie
Diepzeetrog
Mid oceanische rug
Slide 26 - Sleepvraag
Ronde aarde?
De aarde is eigenlijk helemaal niet zo rond als we denken.
Als je al het water weg zou kunnen halen ziet de aarde er ongeveer uit als in deze afbeelding. Heel erg ongelijk dus.
De kleuren laten zien hoe hoog of diep iets is. Hoe donkerder blauw, hoe dieper, hoe donkerder rood, hoe hoger.
Slide 27 - Tekstslide
Bij welke beweging ontstaan de aardbevingen bij Japan?