Vervangles Ontwikkelingsfasen - Periode 4 Deel 1

Herhalen: Periode 4 deel 1
Terugkijken op de
  • Puberfase
  • Adolescentiefase 
  • Volwassen fase
1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
OntwikkelingsfasenMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Herhalen: Periode 4 deel 1
Terugkijken op de
  • Puberfase
  • Adolescentiefase 
  • Volwassen fase

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Puber:
waar denk je allemaal aan?

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer wordt je een puber genoemd?
A
tussen 10 en 14 jaar
B
tussen 12 en 17 jaar
C
tussen 12 en 18 jaar
D
tussen 13 en 21 jaar

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak de sleepvraag


Sleep de juiste ontwikkelingsfase naar de juiste leeftijd

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

0-1,5 jaar 
1,5 tot 4 jaar
4 tot 6 jaar
6 tot 12 jaar 

12 tot 17 jaar

17 tot 25 jaar
25 tot 67 jaar

67 + en ouder
baby 
peuter 
kleuter 
(school) kind 

puber
volwassene
oudere
adolescent

Slide 5 - Sleepvraag

Het is belangrijk dat je weet wat de ontwikkelingsfasen zijn en de leeftijden die daarbij horen.
Tijdens de groeispurt groeit een puber gemiddeld 5 cm per jaar?
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De primaire geslachtskenmerken ontwikkelen zich in de puberteit
A
niet waar
B
waar

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Primaire geslachtskenmerken
Secundaire geslachtskenmerken
Penis
Borsten
Zwaardere stem
Grote schaamlippen
Vagina
Bredere heupen
Balzak
Toename spiermassa
Baardgroei

Slide 8 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Alleen bij meisjes is er sprake van seksuele rijping tijdens de puberteit
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Prefrontale cortex is het achterste gedeelte van de hersenen
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Pubers hebben moeite met het beheersen van hun impulsen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een puber kan goed risico's en gevolgen inschatten.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zijn de volgende beweringen juist of onjuist? Sleep naar de juiste kolom.

Juist
Onjuist
Conformisme betekent jezelf aanpassen aan de groepsnormen
De prefrontale cortex is het voorste gedeelte van de hersenen
Pubers hebben moeite met het beheersen van hun impulsen
De prefontale cortex bij puber is goed ontwikkeld
De groeispurt begint bij meisjes gemiddeld eerder dan bij jongens
Abstract denken betekent dat je informatie met een kritische blik beoordeelt, zaken in twijfel trekken
Een peergroup is een groep leeftijdsgenoten waartoe de puber behoort
Pubers kunnen goed plannen en organiseren

Slide 13 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een peergroup?

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is alcohol
onder de 18 slecht ?

Slide 15 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer wordt je een adolescent genoemd?
A
Vanaf 18 jaar
B
Vanaf 20 jaar
C
Vanaf 21 jaar
D
Vanaf 23 jaar

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarin verschilt een puber van een adolescent?

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Idealisme/ idealen
Bepaal jouw eigen volgorde
Zeer belangrijk
Belangrijk
Redelijk belangrijk
Minder belangrijk
Minst belangrijk
Kinderen hebben en opvoeden
Een gelukkig gezinsleven
Jezelf ontplooien
Klaarstaan voor anderen
Studeren en kennis opdoen

Slide 18 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een adolescent gaat genuanceerder denken...wat betekent dat?
A
Kritisch kijken naar de dingen
B
Dingen van meerdere kanten kunnen bekijken

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke keuzes maakt een
adolescent gericht op de toekomst?

Slide 20 - Woordweb

studie
beroep
partner
zelfstandig wonen
12-17 jaar
17-22/25 jaar
Conformeert naar de groep
Gaat genuanceerd denken
Opzoek naar eigen identiteit
Kan emoties/impulsen onder controle houden
Kiest voor korte termijn
Puber
Adolescent
Wil niet opgaan in de groep
Maakt bewuste toekomst keuzes
Emotioneel "labiel"

Slide 21 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de leeftijd van een volwassene?
A
18 - 60 jaar
B
18 - 67 jaar
C
25 - 60 jaar
D
25 - 67 jaar

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar denk je aan bij volwassenen?
(25 - 67 jaar)

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer ben je echt volwassen?
A
Een baan hebt
B
Verantwoordelijk neemt, zelfstandig en eigen mening vormt
C
Een eigen huis hebt
D
Geen tijd hebt voor een hobby

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bekijk het filmpje
Geef na het filmpje antwoord op de vraag:

Wat is de boodschap van Karien? 


klik door naar het filmpje

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de boodschap van Karien?

Slide 27 - Woordweb

Ik mag mezelf zijn. Dit ben ik
Wanneer wordt je een jongvolwassene genoemd?
A
18-23 jaar
B
25-40 jaar
C
21-35 jaar
D
25-35 jaar

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar is het leven van een
jong volwassene op gericht?

Slide 29 - Woordweb

toekomst opbouwen, start gezin, carriere maken
Wat is de gemiddelde leeftijd waarop vrouwen in Nederland voor het eerst moeder worden?
A
25 jaar
B
35 jaar
C
29,5 jaar
D
32,5 jaar

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke redenen kunnen vrouwen hebben om geen kinderen te willen krijgen?

Slide 31 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat wordt bedoeld met
"lege nest syndroom"

Slide 32 - Woordweb

Het moeilijk hebben als kinderen het huis uit zijn

Slide 33 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer wordt je een midden volwassene genoemd?
A
30-50 jaar
B
35-45 jaar
C
40-50 jaar
D
40-55 jaar

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar kan je allemaal tegen aan lopen tijdens de midden volwassenheid?

Slide 35 - Woordweb

midlifecrisis, overgang
Wat betekent "rolomkering"?
A
Dat volwassen kind voor de oudere ouder gaat zorgen
B
Dat de rollen in het huishouden omgedraaid worden

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer wordt je een oudere volwassene genoemd?
A
55-67 jaar
B
50-70 jaar
C
55-65 jaar
D
50-79 jaar

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is kenmerkend voor de oudere volwassene?

Slide 38 - Woordweb

Meer levenswijsheid, levenservaring, bezig met afbouwen carriere, kleinkinderen, actief
Maak de sleepvraag

Sleep het juiste begrip naar de juiste uitleg

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Door alle ervaringen diie een oudere heeft opgedaan kan hij alles in een breder verband zien. De oudere is gevoelig en verdraagzaam.
De ouders klinken hierin vaak nog door, zowel in positieve als in negatieve zin. 
Innerlijke stem
Levenswijsheid

Slide 40 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is een volwassene uitontwikkeld? Geef aan waarom wel of waarom niet

Slide 41 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Vanaf welke leeftijd gaan de lichaamscellen verouderen?
A
80 jaar
B
60 jaar
C
40 jaar
D
20 jaar

Slide 42 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vanaf welke leeftijd gaan de hersenfuncties achteruit?
A
25 jaar
B
35 jaar
C
45 jaar
D
55 jaar

Slide 43 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke ouderdomskwaaltjes
zie je ontstaan vanaf 40 jaar?

Slide 44 - Woordweb

droge huis, leesbril, kaal worden, grijs worden, slechter horen, geheugen wat  minder
Een volwassene die iets niet zelf kan, vraagt niet gemakkelijk om hulp. Waarom denk je?

Slide 45 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel wist je nog?
A
Veel
B
Weinig
C
Beetje

Slide 46 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tot ziens!

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies