hv_L4_ § 3.2 politieke stromingen UITLEG & OEFENEN

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

opdracht 9: uit werkboek §3.2
A. SAMENVATTING IDEOLOGIEËN 
Geef aan of de volgende WAARDEN bij de liberalisme, sociaaldemocratie of Christendemocratie horen.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rentmeesterschap 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

9. "Het is onwenselijk om wetenschappers te laten experimenteren met stamceltherapie."
Kies bij elke stelling aan of het vooral om een progressief (P) of conservatief (C) standpunt gaat.

Slide 4 - Open vraag

Stamceltherapie: de basis idee bestaat uit de transplantatie van - al dan niet gedifferentieerde - stamcellen ter vervanging van afwezige of defecte cellen, weefsels of organen.

9. Het is onwenselijk om wetenschappers te laten experimenteren met stamceltherapie.
10. De regering moet geen subsidie geven aan onderzoek naar de voordelen van robots voor onderwijs en zorg.
opdracht 9: uit werkboek §3.2
A. SAMENVATTING IDEOLOGIEËN 
Geef aan of de volgende WAARDEN bij de liberalisme, sociaaldemocratie of Christendemocratie horen.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kies bij elke stelling aan of het vooral om een PROGRESSIEF(P)
standpunt gaat.
A
5. De Nederlandse vlag moet in de Tweede Kamer blijven hangen.
B
6. Op alle daken in Nederland moeten zonnepanelen komen.
C
7. De politie moet ook agenten met een hoofddoek aannemen.
D
8. De euthanasieregeling mag niet verder versoepeld worden.

Slide 6 - Quizvraag


5. De Nederlandse vlag moet in de Tweede Kamer blijven hangen.
6. Op alle daken in Nederland moeten zonnepanelen komen.
7. De politie moet ook agenten met een hoofddoek aannemen.
8. De euthanasieregeling mag niet verder versoepeld worden.
9. Het is onwenselijk om wetenschappers te laten experimenteren met stamceltherapie.
10. De regering moet geen subsidie geven aan onderzoek naar de voordelen van robots voor onderwijs en zorg.

4. "Gratis openbaar vervoer is de beste oplossing
voor het fileprobleem."
Kies bij elke stelling aan of het vooral om een progressief (P) of conservatief (C) standpunt gaat.

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij welke voel jij je het meeste thuis?
Werkboek §3.2  opdracht 11. 
Puntenverdeling opdracht 
Politieke graadmeter

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Puntenverdeling opdracht
Politieke graadmeter

Slide 11 - Tekstslide

Puntenverdeling opdracht Politieke graadmeter
Huiswerk
Opgaven maken §3.2: (F) 1, 2, 3, 5 en 6 en 
(V) 8, 9, 10, 11 en 14. 
De PowerPoint van §3.2 staat in Magister

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

a. Solidariteit/zorg voor zwakkeren; beide partijen (en de stromingen waartoe ze behoren) vinden het belangrijk dat kwetsbare groepen in de samenleving worden beschermd. Dan kan het gaan om kinderen, maar ook om mensen met een verslaving.
b. Voorbeelduitwerking:
Bijvoorbeeld als het gaat om accijnsverhoging op producten die niet goed zijn voor de gezondheid. De SP zal daar niet snel voor stemmen, omdat het hun achterban op extra kosten kan jagen. Zij zullen voor preventie gaan. Ander voorbeeld: abortuswetgeving; daar zal de CU strikt tegen zijn en de SP niet.
c. Voorbeelduitwerking:
“Gokbedrijven zijn nu legale bedrijven en mogen daarom zoals alle andere bedrijven reclame maken voor hun product, binnen de geldende regels.”

https://www.youtube.com/watch?v=svXLUxcN7Pc

Slide 16 - Tekstslide

https://www.youtube.com/watch?v=svXLUxcN7Pc



https://www.youtube.com/watch?v=MXhEZTZD08Q


Slide 17 - Tekstslide

https://www.youtube.com/watch?v=MXhEZTZD08Q


1) R: Wat betekent populus?
2) R: Namens wie zeggen populisten te spreken?
3) T1: Wat betekent: “het volk is homogeen”?
4) T2: Wie is de gemeenschappelijk vijand?
5) I: Wat moet de politiek zijn volgens populisten?
6) R: Geef een voorbeeld van charismatische leiders
7) I: Waarom is een charismatische leider nodig?
8) T2: Is het populisme rechts of links?
9) T1: Wat is populisme?
 


10) T2: Beschrijf de kritiek op “verdeeldheid” van het populisme:
11) I: Is het populisme diepgedrongen in de westerse politiek? Legt het uit.
12) I: Kunnen we hebben over “het populisme”? Legt het uit.

Deze video is niet meer beschikbaar
Welke video was dit?

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

opdracht 9: uit werkboek §3.2
B. SAMENVATTING IDEOLOGIEËN  
Geef aan of de volgende NORMEN bij de liberalisme, sociaaldemocratie of Christendemocratie horen.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Liberalisme
Christen-democratie
Sociaal-democratie
2. Vrijheden moeten zo min mogelijk beperkt worden.
1. Zwakkeren beschermen.
4. Burgers nemen verantwoordelijkheid voor hun leven.
3. Burgers moeten voor elkaar zorgen.
7. Eerlijke verdeling kennis, inkomen, macht.
5. Een sterk maatschappelijk middenveld opbouwen.
8. De sterkste schouders dragen de zwaarste lasten.
6. Gelijke kansen creëren.
9. Goed zorgen voor de door God aan ons toevertrouwde aarde.kst




Slide 20 - Sleepvraag

1. Zwakkeren beschermen.
2. Vrijheden moeten zo min mogelijk beperkt worden.
3. Burgers moeten voor elkaar zorgen.
4. Burgers nemen verantwoordelijkheid voor hun leven.
5. Een sterk maatschappelijk middenveld opbouwen.
6. Gelijke kansen creëren.
7. Eerlijke verdeling kennis, inkomen, macht.
8. De sterkste schouders dragen de zwaarste lasten.
9. Goed zorgen voor de door God aan ons toevertrouwde aarde.

opdracht 9: uit werkboek §3.2
C. SAMENVATTING IDEOLOGIEËN  
Gewenste rol van de overheid op sociaaleconomisch gebied

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Liberalisme
Confessionalisme
Sociaal-democratie
Beperkte rol
De overheid beperkt haar rol tot kerntaken als veiligheid, orde en gezondheidszorg.

Actieve rol
De overheid heeft een grote rol omdat kennis, inkomen en macht eerlijker verdeeld moeten worden.

Aanvullende rol
De overheid voert taken uit die burgers en maatschappelijke organisaties niet kunnen verrichten.

Slide 22 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 14. §3.2 Politieke stroming
Geef van beide cartoons aan welke politieke stroming ze bekritiseren.
Licht je antwoord kort toe.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Cartoon rechts
Liberalisme. De cartoonist schetst hoezeer de VVD door de pandemie haar eigen ideologie heeft moeten verlaten. Je ziet premier Rutte (VVD) achter een loket zitten met het bord: ‘Staatssteun voor iedereen’. Dat laatste slaat op de coronacrisis waar de overheid een grootschalig noodpakket gaf aan burgers en gedupeerde bedrijven. Rutte baalt hiervan (‘daar zit je dan als liberaal’) omdat liberalen zo min mogelijk overheidsbemoeienis willen (en niet de overheidsuitgaven sterk willen verhogen). Liberalen hechten juist aan de vrijheid van ondernemen.

Slide 25 - Tekstslide

Cartoon links:
Populisme. Er was vanuit Europa veel kritiek op het populisme van Trump, maar de cartoonist schrijft ‘Meanwhile in Europe’. In Europa zie je hetzelfde: drie populistische politici, onder wie Wilders (Nederland, lijstrekker van de PVV), Le Pen (Frankrijk, lijsttrekker Rassemblement National) en Petry (Duitsland, voormalig lijsttrekker Alternative für Deutschland (AFD). Alle drie zijn ze geïnspireerd door Trump die met zijn slogan ‘Make America great again’ de vorige verkiezingen won. Trump wilde de VS sterker maken en was nationalistisch. Wilders van de PVV wil ook minder inmenging van buitenaf (dus tegen Europese integratie). Dat hoort bij het populisme.
Trump beperkte ook de immigratie uit islamitische landen en bouwde een muur bij de grens van Mexico om de migratiestroom in te dammen. Dat hoorde ook bij zijn slogan en past ook bij het populisme van deze drie Europese politici.

opdracht 10: uit werkboek §3.2
10. Wat voor standpunt? 
Kies bij elke stelling aan of het vooral om een progressief (P) of conservatief (C) standpunt gaat.

Slide 26 - Tekstslide

1. De teelt van softdrugs voor coffeeshops moet op een legale manier geregeld worden.
2. Het kraamverlof voor jonge vaders moet verlengd worden naar tien dagen.
3. Levenslang moet ook echt levenslang blijven.
4. Gratis openbaar vervoer is de beste oplossing voor het fileprobleem.
5. De Nederlandse vlag moet in de Tweede Kamer blijven hangen.
6. Op alle daken in Nederland moeten zonnepanelen komen.
7. De politie moet ook agenten met een hoofddoek aannemen.
8. De euthanasieregeling mag niet verder versoepeld worden.
9. Het is onwenselijk om wetenschappers te laten experimenteren met stamceltherapie.
10. De regering moet geen subsidie geven aan onderzoek naar de voordelen van robots voor onderwijs en zorg.

Kies bij elke stelling aan of het vooral om een CONSERVATIEF (C)
standpunt gaat.
A
1. De teelt van softdrugs voor coffeeshops moet op een legale manier geregeld worden.
B
2. Het kraamverlof voor jonge vaders moet verlengd worden naar tien dagen.
C
3. Levenslang moet ook echt levenslang blijven.
D
10. De regering moet geen subsidie geven aan onderzoek naar de voordelen van robots voor onderwijs en zorg.

Slide 27 - Quizvraag

1. De teelt van softdrugs voor coffeeshops moet op een legale manier geregeld worden.
2. Het kraamverlof voor jonge vaders moet verlengd worden naar tien dagen.
3. Levenslang moet ook echt levenslang blijven.
4. Gratis opeoplossing voor het fileprobleem.nbaar vervoer is de beste 
5. De Nederlandse vlag moet in de Tweede Kamer blijven hangen.
6. Op alle daken in Nederland moeten zonnepanelen komen.
7. De politie moet ook agenten met een hoofddoek aannemen.
8. De euthanasieregeling mag niet verder versoepeld worden.
9. Het is onwenselijk om wetenschappers te laten experimenteren met stamceltherapie.
10. De regering moet geen subsidie geven aan onderzoek naar de voordelen van robots voor onderwijs en zorg.

Liberalisme
Confessionalisme
Sociaal-democratie
1. Vrijheid
2. Gelijkwaardigheid
3. Eigen verantwoordelijkheid
4. Rentmeesterschap 
6. Solidariteit
5. Naastenliefde
7. Tolerantie

Slide 28 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies