Wildopvang Pathologie les 2 2324

Pathologie/ ziekteleer
en alles rondom gezondheid
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
DierverzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Pathologie/ ziekteleer
en alles rondom gezondheid

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 1.2 uit vorige les
  • Maak tweetallen, iedere groep krijgt minimaal 1 orgaanstelsels toegewezen.
  • Aanvullende info per orgaanstelsel staat in de Author
  • Maak per orgaanstelsel een (digitale) poster met daarop minimaal 3 uitgewerkte afwijkingen.
DE AFWIJKINGEN MOETEN IN DE WILDOPVANG BIJ DIEREN VOORKOMEN. 
Verwerk per afwijking de volgende info op de poster:
  • De oorzaak van de afwijking
  • De symptomen van de afwijking (wat zie je bij het dier)
  • Hoe de afwijking behandeld moet worden
  • Indien van toepassing: hoe je de afwijking kunt voorkomen
  • Gebruik ook relevante afbeeldingen/ tekeningen



Slide 2 - Tekstslide

11 orgaanstelsels, 5 groepen, iedere groep werkt 2 orgaanstelsels uit en maakt dus 2 posters. De grootste groep krijgt 1 extra orgaanstelsel (om op 11 orgaanstelsels uit te komen)
Leerdoelen
Aan het einde van deze les kan de student…
  • Per orgaanstelsel minimaal 2 voorkomende afwijkingen herkennen, behandelen en voorkomen.
  • De basisbeginselen van EHBD benoemen
  • De verschillende methoden om lichaamscontroles uit te voeren bij het dier benoemen en beschrijven
  • Uitleggen welke methoden in wildopvangcentra gebruikt worden om ziekte te herkennen en voorkomen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Check in

Weet jij wat te doen als je een ziek of gewond dier tegenkomt?
A
B
C

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Doel EHBD
  • Redden van het leven van een dier
  • Lijden van een dier verlichten
  • Verergering van klachten voorkomen
  • Herstel van het dier bevorderen

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Regels EHBD
  • Blijf kalm, let op gevaar voor jezelf, omgeving en dier
  • Ga na wat het dier mankeert (SPAR)
  • Behandelplan opstellen (CRASH) 


Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar staan de letters SPAR voor volgens jou?

Slide 7 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slijmvliezen
Slijmvliezen controleren:
  • Waar controleren?
  • Kleur
  • Vochtigheid
  • Laesies/ bloedingen
  • CRT

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Pols
Waar opnemen?
KRESS:
  • Kracht (Is de hartslag krachtig?)
  • Regelmaat (Is de hartslag regelmatig, zit er telkens een gelijk aantal seconden tussen de hartslagen?)
  • Equaal (Is elke hartslag precies even krachtig?)
  • Symmetrie (Is de kracht, regelmaat én de equaliteit bij links en rechts gelijk?)
  • Synchroon (Is er vóór de polsslag een hartslag aanwezig?)

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ademhaling
Hoe controleren?
Ademhalingstypen
  • Borst
  • Buik
  • Borst-buik
  • Pendelend

Opletten op neusvleugels, anusknijpen en afwijkende bijgeluiden.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Reflexen
Wat zijn reflexen?
Welke reflexen?
  • pupil reflex
  • ooglidreflex
  • anusreflex
  • terugtrek reflex

Uitkomst SPAR onderzoek bepaalt welke behandeling je gaat geven en of er een spoedgeval is. 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

CRASH = Spoedbehandelplan na spoedonderzoek

Slide 14 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

CRASH
Circulatie herstellen -> reanimatie
Respiratie herstellen -> ademweg vrij, beademen
Arteriële bloeding(en) stoppen -> druk uitoefenen
Shock behandelen -> warm houden, infuus, kalmeren
Hersenverschijnselen behandelen -> bewusteloos of epileptiforme aanvallen?

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

ABCDE
Andere manier om spoedonderzoek en spoedbehandeling uit te voeren: ABCDE-protocol.
  • Airway (ademhalingsstelsel): is de luchtweg vrij?
  • Breathing (ademhaling): controleer de ademhaling en slijmvliezen
  • Circulation (bloedsomloop): pols, CRT controleren en controleren op shock
  • Disabilities (afwijkingen): hersen gerelateerde afwijkingen en reflexen controleren
  • Exposure/ environment (omgeving): kijk naar buitenkant dier en lichaamstemperatuur

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Om te kunnen vaststellen of een dier ziek is, moet je eerst weten wat de kenmerken van een gezond dier zijn.

Welke van onderstaande kenmerken horen bij een ZIEK dier volgens jou?
(vraag 1/4)
A
Prut in de ogen, stinkende oren en snotterige neus
B
Soepele, ongestoorde beweging
C
Verhoogde temperatuur, versnelde hartslag en ademhalingsfrequentie
D
Levendige indruk

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Om te kunnen vaststellen of een dier ziek is, moet je eerst weten wat de kenmerken van een gezond dier zijn.

Welke van onderstaande kenmerken horen bij een ZIEK dier volgens jou?
(vraag 2/4)
A
Vermagerd, waarbij ribben soms duidelijk uitsteken; verminderde eetlust
B
Doffe, droge vacht die er rommelig uitziet; het verenpak is opstaand
C
Schone ogen, oren en neus
D
Fiere verschijning

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Om te kunnen vaststellen of een dier ziek is, moet je eerst weten wat de kenmerken van een gezond dier zijn.

Welke van onderstaande kenmerken horen bij een ZIEK dier volgens jou?
(vraag 3/4)
A
Kreupel, stram, stijf
B
Normale temperatuur, pols en ademhalingsfrequentie
C
Slome, suffe indruk, soms slaperig
D
Weldoorvoed: goede eetlust

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Om te kunnen vaststellen of een dier ziek is, moet je eerst weten wat de kenmerken van een gezond dier zijn.

Welke van onderstaande kenmerken horen bij een ZIEK dier volgens jou?
(vraag 4/4)
A
In elkaar gedoken
B
Ontlasting stevig en gezonde kleur
C
Soepele schone glanzende vacht of verenpak
D
Diarree, soms met slijm en bloed, vaak te zien in de vacht rond de anus

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

"Goede gezondheid"
  • Niet altijd goed zichtbaar of dier ziek is.
  • Soms aanvullend (invasief) onderzoek nodig.
  • Bv uitblijven voortplantingssucces, gewichtsverandering.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is er minimaal nodig om een goede gezondheid bij dieren in een Wildopvang te behouden?

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

"Goede gezondheid"
Lees paragraaf 11.1 uit Zoo Animals, tot je het antwoord hebt gevonden op de volgende vraag: 
1. Wat is er minimaal nodig om een goede gezondheid bij dieren in een dierentuin te behouden?
Regelmatige observaties/ controles bij mensen die betrokken zijn bij de dagelijkse verzorging en voldoende kennis hebben

2. Welke gegevens moeten dierverzorgers nog meer weten over hun dieren (leeftijd en voortplantingssuccessen zijn genoemd)?

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke gegevens moeten dierverzorgers nog meer weten over hun dieren (leeftijd en voortplantingssuccessen zijn genoemd)?

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

"Goede gezondheid"
Lees paragraaf 11.1 uit Zoo Animals, tot je het antwoord hebt gevonden op de volgende vraag: 
1. Wat is er minimaal nodig om een goede gezondheid bij dieren in een dierentuin te behouden?
Regelmatige observaties/ controles bij mensen die betrokken zijn bij de dagelijkse verzorging en voldoende kennis hebben

2. Welke gegevens moeten dierverzorgers nog meer weten over hun dieren (leeftijd en voortplantingssuccessen zijn genoemd)?
- De verzorgers moeten kennis hebben van de diersoort (denk aan leeftijd waarop ze geslachtsrijp worden, hoe lang ze zich kunnen voortplanten)
- Dierverzorgers moeten gedetailleerde informatie hebben over de medische geschiedenis van ieder dier, zodat afwijkingen snel gezien worden.
- Denk ook aan: gewicht, leeftijd, rangorde in de groep, heeft het dier veel/ weinig eetlust, hoe actief het dier is, enz

3. Welke indicatoren worden gebruikt om de gezondheid van een dier in te schatten?

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke indicatoren worden gebruikt om de gezondheid van een dier in te schatten?

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

"Goede gezondheid"
Lees paragraaf 11.1 uit Zoo Animals, tot je het antwoord hebt gevonden op de volgende vraag: 

1. Wat is er minimaal nodig om een goede gezondheid bij dieren in een dierentuin te behouden?
2. Welke gegevens moeten dierverzorgers nog meer weten over hun dieren (leeftijd en voortplantingssuccessen zijn genoemd)?
3. Welke indicatoren worden gebruikt om de gezondheid van een dier in te schatten?
- Verminderde / geen eetlust en drinkbehoefte
- Gedrag wat geassocieerd wordt met “ziekte”
- Veranderingen in mest en urine (uitscheiding)
- Houding en gang (manier van lopen)
- Uiterlijk van huid, vacht/ veren en volledige dier
- Overgeven/ braken
- Pijnsignalen
- Kleur en uiterlijk van slijmvliezen
- Temperatuur, hartslag en ademhaling

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

"Goede gezondheid"
Lees paragraaf 11.1 uit Zoo Animals, tot je het antwoord hebt gevonden op de volgende vraag: 
1. Wat is er minimaal nodig om een goede gezondheid bij dieren in een dierentuin te behouden?
2. Welke gegevens moeten dierverzorgers nog meer weten over hun dieren (leeftijd en voortplantingssuccessen zijn genoemd)?
3. Welke indicatoren worden gebruikt om de gezondheid van een dier in te schatten?
4. Overleg nu met 2-3 klasgenoten voor een diersoort naar keuze hoe je de gezondheid in kunt schatten: wat zie je bij de genoemde indicatoren? Maak hiervan een kort overzicht, evt inclusief ondersteunende afbeeldingen

- Maak een groepje van 2 tot 3 klasgenoten.
- Max 10 minuten. 
- Per indicator voorbeelden nabespreken.

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitvoeren gezondheidsonderzoek
Erg belangrijk voor een dierverzorger om goed en snel gezondheid in te kunnen schatten!

OPDRACHT
Ga  na deze les een gezondheidsonderzoek uitvoeren bij minimaal 2 diersoorten.:
- 2 verschillende diersoorten, maximaal 1 huisdier, andere soort moet een dier buiten zijn (wild dier, vee)
- Vul per dier zoveel mogelijk onderdelen op het invulformulier gezondheidscontrole in (zie lesmateriaal module)
- noteer bij ieder dier jouw conclusie, deze wordt volgende week besproken!

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het einde van deze les kan de student…
  • Per orgaanstelsel minimaal 2 voorkomende afwijkingen herkennen, behandelen en voorkomen.
  • De basisbeginselen van EHBD benoemen
  • De verschillende methoden om lichaamscontroles uit te voeren bij het dier benoemen en beschrijven
  • Uitleggen welke methoden in dierentuinen gebruikt worden om ziekte te herkennen en voorkomen

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Check out:
Welke tip en welke top heb jij voor deze les/ mij?

Slide 33 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies