7.5 Een populatie vol allelen (1)

H7 Evolutie
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

H7 Evolutie

Slide 1 - Tekstslide

De neodarwinistische theorie gaat uit van een aantal stappen. Zet deze stappen in de juiste volgorde.Wat is de juiste volgorde van deze stappen?
timer
2:00
De nakomeling heeft grotere overlevingskansen
Een geslachtscel bevat een gemuteerd gen
Steeds meer nakomelingen hebben de gunstige eigenschap
Een langer leven leidt tot meer nakomelingen
De nakomeling heeft een veranderde eigenschap

Slide 2 - Sleepvraag

Darwin worstelde met het gebrek aan kennis over de
oorzaak van variatie tussen individuen.
Wat is een andere oorzaak van variatie tussen
individuen dan recombinatie?
timer
0:30

Slide 3 - Open vraag

Zet de stappen van de endosymbiose theorie in de juiste volgorde.
Prokarypten nemen zuurstof gebruikende bacteriën op. 
Prokarypten nemen foto-autotrofe bacteriën op. 
Er ontstaan verschillende typen prokaryoten.
Er ontstaan mitochondriën en chloroplasten

Slide 4 - Sleepvraag

Cladistiek
  • Cladistiek/cladisme= methode om organismen in te delen in groepen genaamd clades (grieks 'klados'=tak).
  • 1 clade= een gedeelde voorouder en alle evolutionaire nakomelingen
  • Binnen een clade zie je gedeelde (homologe) eigenschappen met dank aan de gedeelde voorouder. 

Slide 5 - Tekstslide

Cladogram
Elke clade is een groep
organismen met een
gemeenschappelijk
kenmerk en een gemeen-
schappelijke voorouder.

Slide 6 - Tekstslide

7.5 Een populatie vol allelen

Slide 7 - Tekstslide

Leerdoel bij 7.5
Je leert hoe de frequentie van een allel en een genotype in een populatie kunnen veranderen en hoe je dit kunt berekenen

Slide 8 - Tekstslide

Populatie genetica
Genetische variatie in een populatie is te kwantificeren

Allelfrequentie: hoe veel komt een bepaald allel voor?

Genotypefrequentie: hoe vaak komt een bepaald genotype voor?

Slide 9 - Tekstslide

Een allel is een...
A
Eigenschap
B
Onderdeel van een gen
C
Homozygoot
D
Variant van een gen

Slide 10 - Quizvraag

Allelfrequentie
Bijvoorbeeld allel voor groene erwten (A) en gele erwten (a).

AA: 0,7 dus 0,7 A
Aa: 0,25 dus 0,125 A + 0,125 a
aa: 0,05 dus 0,05 a 

Totaal 0,825 A (= 82,5%) en 0,175 (= 17,5%) a

Slide 11 - Tekstslide

Genotypefrequentie
Bijvoorbeeld allel voor groene erwten (A) en gele erwten (a).

AA: 0,7 (= 70%) 
Aa: 0,25 (= 25%) 
aa: 0,05 (= 5%) 

Nu kun je de allelfrequentie bepalen.

Slide 12 - Tekstslide

Allelfrequenties veranderen
  1. Gene flow (migratie)
  2. Genetic drift (toeval)
    a. Flessenhals effect 
    b. Founder effect
  3. Natuurlijke selectie (evolutie)

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Wet van Hardy-Weinberg
In een stabiele populatie blijft de genensamenstelling over opeenvolgende generaties constant

Dus de allel- en genotypefrequentie blijven gelijk in de volgende generatie!

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Wat ga je doen?
De wet van Hardy-Weinberg stelt dat: 
1. De som van de allelfrequenties 1 is (p + q = 1) 
2. De som van de genotypefrequentie 1 is (p2 + 2pq + q2= 1)




Slide 20 - Tekstslide

Van hoeveel verschillende allelen maakt Hardy-Weinberg gebruik?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 21 - Quizvraag

Welke twee formules horen bij het Hardy-Weinberg principe?

Slide 22 - Open vraag

Waar staan de verschillende onderdelen van de formules voor?

Slide 23 - Open vraag

q =0,2, bereken p

Slide 24 - Open vraag

q = 0,2. Wat is de frequentie heterozygoten (Aa)?

Slide 25 - Open vraag

q = 0,2. Wat is de frequentie homozygoot recessieve (aa)?

Slide 26 - Open vraag

36% van de populatie is homozygoot recessief (aa) voor vaste oorlellen. Wat is de frequentie van het recessieve allel?

Slide 27 - Open vraag

Waarom wijken de geobserveerde genotype frequenties af van de voorspelde frequenties volgens Hardy-Weinberg?

Slide 28 - Open vraag

Slide 29 - Video

Slide 30 - Video