Insecten

Insecten
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieBasisschoolGroep 4-6

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Insecten

Slide 1 - Tekstslide

Welke insecten ken jij?

Slide 2 - Woordweb

Wat zijn insecten?
Insecten zijn beestjes waarbij het skelet aan de buitenkant van het lichaam zit. Bij bijvoorbeeld een mens of een vogel zit het skelet aan de binnenkant van het lichaam.


Insecten worden vaak gezien als kleine, enge, kriebelbeestjes.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Waarom hebben mensen en dieren een skelet nodig?

Slide 5 - Open vraag

Welk dier is dit?
A
Libelle
B
Kever
C
Krekel
D
Mier

Slide 6 - Quizvraag

Welk dier is dit?
A
Tor
B
Kever
C
Kakkerlak
D
Wesp

Slide 7 - Quizvraag

Welk dier is dit?
A
Vlinder
B
Libelle
C
Wesp
D
Bij

Slide 8 - Quizvraag

Welk dier is dit?
A
Kever
B
Sprinkhaan
C
Libelle
D
Vlinder

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Video

Wat kan een vijand zijn voor een vlinder?
A
De mens
B
Een slang
C
Een ijsbeer
D
Een koala

Slide 11 - Quizvraag

Slakken
Wist je dat...

Slakken worden geboren met hun huisje? Deze groeit stapje voor stapje mee en wordt dus steeds groter. 

Slide 12 - Tekstslide

Bijen
Wist je dat...

Je ongeveer 500 bijen nodig hebt voor een potje honing?

Slide 13 - Tekstslide

Wormen
Wist je dat...

Er 1 miljoen wormen in een weiland leven?

Slide 14 - Tekstslide

Mieren
Wist je dat...

Mieren extra sterke poten hebben zodat ze heel snel kunnen rennen & ook nog eens super sterk zijn?

Slide 15 - Tekstslide

Vliegen
Wist je dat...

Vliegen proeven en ruiken met hun poten? Ze hebben speciale organen op de haren van hun poten waarmee ze de spaken en geuren kunnen opvangen.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Zou jij zo'n insectenlolly eten?
A
Ja
B
Nee

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Video

Dit heb ik vandaag geleerd...

Slide 20 - Woordweb

Buitenopdracht
  • kijk straks eens buiten welke insecten jij ziet kruipen of vliegen. Maak er een lijstje van. Tip, til eens een steen of bloempot op.

Slide 21 - Tekstslide