injecteren

injecteren
Désirée Verbrüggen
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnPraktijkonderwijsLeerjaar 3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

injecteren
Désirée Verbrüggen

Slide 1 - Tekstslide

inhoud
Voorkennis ​
Naalden ​
Spuiten ​
Subcutane injectie ​
Intramusculair injectie ​
Intraveneuze toediening

Slide 2 - Tekstslide

Waar worden de injecties geplaatst?

Slide 3 - Open vraag

antwoordt:
Intramusculair ( spier) , intracutaan (de opperhuid of epidermis), subcutaan (onderhuid bindweefsel)  en intraveneus ( bloedbaan).

Slide 4 - Tekstslide

voorkennis 
Via holle naald
voorbehouden handeling i.o. met arts
Apotheker ( opgeloste vorm) met naam en geboortedatum --> controle door zorgprof
Je gooit de losse naalden weg in de naaldencontainer. Niet vullen tot boven de lijn die op container staat. 
 
 

Slide 5 - Tekstslide

wat wordt gecontroleerd en door wie tijdens toedienen?

Slide 6 - Woordweb

antwoordt:

Manier van toedienen, verdunnen en oplossen (verhouding berekend) , dosering en houdbaarheid. 
In Aanwezigheid van collega, bellen of foto

Slide 7 - Tekstslide

Op welke plekken injecteer je NIET?

Slide 8 - Woordweb

Antwoordt:
In de buurt van grote bloedvaten  
, in littekenweefsel, moedervlekken, trombose of oedeem, ontstoken of pijndelijke plekken, rode of blauwe verkleuringen ( hematoom) en geopereerd gebied of waar geopereerd moet worden.
kan leiden tot complicaties, weefselschade 

Slide 9 - Tekstslide

soorten naalden 
Wegwerp naalden bij opzuigen van injectievloeistof en het toedienen. ​

Hangt af van welke injectievloeistof welke naald.​
De luerlock conus (gekleurd kunststof waar je de spuit aan vast maakt) ​
Voortkomt lekkages tussen naald en de spuit.​
Veiligheidsnaalden --> beschermkapje na gebruik over de naald heen klappen. Risico om jezelf te prikken is hierdoor kleiner. 



Slide 10 - Tekstslide

;2
De lengte van de naald is afhankelijk van de gebruikte techniek en van de dikte van de huid:
Voor loodrechte subcutane injecties:
 5 – 12mm. Bruine naald.
Voor subcutane injecties (huidplooitechniek): 19 – 32mm. Blauwe, paarse, oranje of grijze naald.
Voor subcutane injecties bij kinderen (huidplooitechniek): 5, 6, 8, 10 of 12mm. Bruine naald
Voor intracutane injecties wordt een dunne naald gebruikt: diameter 0,4 - 0,5mm. Grijze, bruine of oranje naald. Voor de BCG-vaccinatie wordt gebruik gemaakt van: 0,45 – 0,5 mm x 10 – 13 mm. Oranje of bruine naald.

Slide 11 - Tekstslide

;3
Voor intramusculaire injecties wordt een iets dikkere en langere naald gebruikt. Bijvoorbeeld de 0,8 x 25mm of de 0,8 x 40mm (groene naald). De lengte van de naald wordt ook bepaald door de dikte van de onderhuidse bindweefsellaag.
Gebruik voor intraveneuze injecties een naald van 0,8 of 0,9mm dikte met een lengte van bijvoorbeeld 38, 40 of 50mm.

Slide 12 - Tekstslide

spuiten

Wegwerpspuiten met eenmalig gebruik. En kant en klare spuiten deze zijn al ontlucht. ​

Je hebt verschillende maten; 1 , 2 , 5 , 10, 20 , 30 ,35 , 40 ,50 en 60ml. ​

Prikaccident , contact met lichaamsvloeistoffen of bloed. Hepatitis B en C , Hiv 


Slide 13 - Tekstslide

waarom is het belangrijk om een injectienaald te ontluchten?
A
Lucht in de injectienaald kan er een levensgevaarlijke situatie creëren
B
juiste dosering toegediend krijgen
C
Allebei
D
Allebei niet anders...

Slide 14 - Quizvraag

intracutaan 
Bij intracutane injecties vindt de inspuiting (injectie) plaats in de oppervlakkig laag van de
dermis (lederhuid)
Belangrijk:
 Gebruik een injectiegebied wat weinig gepigmenteerd en onbehaard is. Zo kun je de huidreactie op een diagnotische injectie goed beoordelen;
 Wanneer er geen weerstand voelbaar is bij het intracutaan injecteren en er niet direct een onderhuids bobbeltje ontstaat injecteert men te diep. Stop de injectie en injecteer op een
andere plek;
De intracutane injectietechniek wordt ervaren als ingewikkeld om uit te voeren en als pijnlijker
dan subcutane of intramusculaire injecties. Er zijn verschillende spuiten op de markt die de
intracutane injectietechniek vergemakkelijken. De naaldjes zijn korter en dunner waardoor de
injecties minder pijnlijk zijn en de injectietechniek gemakkelijker is. 

Slide 15 - Tekstslide

subcutaan 
Onderhuids vetweefsel ( subcutis) bindweefselcellen ontwikkelt zich tot vetcellen. ​

Opgenomen door bloedvaatjes in vetweefsel. Voorbeeld: herparine en insuline. ​
Huidplooitechniek --> 45 tot 60 graden. Loodrechttechniek 90 graden.​
Waarom moet je niet de huid masseren na subcutaan injecteren van bloedverdunners of insuline ? ​
Waarom is het belangrijk om de juiste injectieplaats te bepalen?​
Kan invloed hebben op de opnamesnelheid --> waarvan nog?​
Spuitdefecten, injectiethecniek, spierpomp werking, temperatuursverandering en roken. ​

https://www.google.com/search?q=subcutaan+injecteren&source=lmns&tbm=vid&bih=983&biw=2048&prmd=ivnbz&hl=nl&sa=X&ved=2ahUKEwis19jAsJmFAxUK7gIHHbKJAZMQ0pQJKAJ6BAgBEAY#fpstate=ive&vld=cid:4980818f,vid:oGzfE5BtHVw,st:0​








Slide 16 - Tekstslide

Waarom moet je niet de huid masseren na subcutaan injecteren van bloedverdunners of insuline ? ​

Slide 17 - Open vraag

Waarom is het belangrijk om de juiste injectieplaats te bepalen?
A
Gevoeligheid
B
opnamesnelheid
C
angst
D
complicaties

Slide 18 - Quizvraag

Waar wordt een subcutane injectie toegediend?

Slide 19 - Woordweb

;2
Complicaties; abcesvorming ( zwelling met pus) , weefselnecrose (afsterven) en allergische reactie.​
Materiaal --> loodrechttechniek, kortere naald nodig ( 5 tot 12 mm)​
Huidplooitechniek, langere naald nodig ( 19mm tot 12 mm) dit toepassen bij zv met een dunne onderhuidse laag.

Slide 20 - Tekstslide

Waar wordt een subcutane injectie geïnjecteerd? 

Slide 21 - Woordweb

waar mag je niet prikken?

Slide 22 - Open vraag

Waar wordt een subcutane injectie geïnjecteerd? ​

Buitenkant van de bovenarm, buitenkant bovenbeen, vet op de buik rondom navel of de billen ( BBB). ​
Waar mag je NIET prikken? ​
Oedeem , trombose, buurt van grote bloedvaten , ontstoken gebied, wondjes of ezceem, verlamde ledermaten , geopereerd gebied, rondom stoma en bestraald gebied. 



Slide 23 - Tekstslide

insuline 
Indicaties : diabetes type 1 ( geen insuline aan ) diabetes type 2 ( wel nog insuline) ​

Aandachtspunten ; kamertemperatuur, nieuwe naald gebruik en grotere dosis dan 50 IE twee injecties om lekkage en slechte opname te voortkomen. ​
Complicaties; te veel insuline ( hypoglycemie) of te weinig ( hyperglycemie) arts waarschuwen​
Injectieplaats ; 2 cm naast en onder de navel, aan de buitenkant van het bovenbeen, bovenste buitenste deel van de billen



Slide 24 - Tekstslide

intramusculair
toedienen in het spierweefsel, medicatie wordt opgenomen via kleine bloedvaatjes in de spier.

Aandachtspunten; vast houden alsof het een pen is, hiermee voorkom je dat je de zuiger aanraakt. Tot einde van de naald in huid brengen.​
Aspireren bij injecteren bilspier, om te contoleren dat het niet in een bloedvat zit. Langzaam injecteren.​
Complicaties: hematoomvorming, aanprikken in grote beenzenuw, aanprikkel bloedvat.​ ​
Rangeertechniek ( zigzag) om irritatie te voortkomen. Huid strak trekken.​
Stretchtechniek ( loodrechttechniek) ​
Depotwisselingstechniek:
als de hoeveelheid groot is wordt het op twee verschillende plaatsen verdeeld. ( loodrecht de huid inbrengen, helft van de injectievloeistof inspuiten, halverwege terug trekken en de naald draaien in een hoek van 60 graden, dieper in huid brengen)

https://www.google.com/search?sca_esv=6dba56f94bcc106c&sxsrf=ACQVn094sgzU7x6y6spHyOU57Eus7_wzVA:1711712203831&q=intramusculair+injecteren&tbm=vid&source=lnms&prmd=ivnbz&sa=X&sqi=2&pjf=1&ved=2ahUKEwjRu_fusJmFAxVlgf0HHV2VAOIQ0pQJegQIDhAB&biw=2048&bih=983&dpr=0.94#fpstate=ive&vld=cid:c792919b,vid:kcWB-vmaY4M,st:0​​







Slide 25 - Tekstslide

Op welke injectieplaatsen wordt er intramusculair gespoten?

Slide 26 - Open vraag

Slide 27 - Tekstslide

intraveneuze toediening
Direct in de bloedbaan opgenomen ​

Aandachtspunten: grotere ader voorirritatie van de vaatwand te voortkomen, niet vaker dan twee keer prikken, stollingstoornis minimaal 5 minuten afdrukken.​
Complicaties: ader niet genoeg voelbaar en zichtbaar, ader voelt hard aan, rollende ader ( huid straktrekken), verkeerd prikken ( slagader, spuit stroomt met helder bloed) ​
Waar injecteren? 
onderarm​

https://werkenbijravhm.nl/video/intraveneuze-canule-perifeer-inbrengen/





Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide