ARGO 2 grammatica 2.1 naamvallen en rijtjes groep 1 en 2

ARGO 2.1
De rijtjes van verbuigingsgroep 1 en 2
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

ARGO 2.1
De rijtjes van verbuigingsgroep 1 en 2

Slide 1 - Tekstslide

Na deze lessonup
ken je verbuigingsgroep 1
ken je verbuigingsgroep 2
weet je het verschil tussen beide groepen
ken je de rijtjes van beide groepen

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Mannelijk 
nom. ev.
acc. ev.
nom. mv.
acc. mv.
dat. ev.
gen. ev.
gen. mv.
dat. mv.
τον
οἱ
τους
τῳ
του
των
τοις

Slide 5 - Sleepvraag

Vrouwelijk 
nom. ev.
acc. ev.
nom. mv.
acc. mv.
dat. ev.
gen. ev.
gen. mv.
dat. mv.
την
αἱ
τας
τῃ
της
των
ταις

Slide 6 - Sleepvraag

Zelfstandige naamwoorden
- naamvallen
- getal
- geslacht
- uitgangen
- rijtjes
- verbuigingsgroepen

Slide 7 - Tekstslide

Verbuigingsgroepen
3 verbuigingsgroepen
groep 1: vrouwelijk op α en η
mannelijk op ας en ης (later)
groep 2: mannelijk op ος
onzijdig op ον
groep 3 'rest' mannelijk, vrouwelijk en onzijdig (binnenkort)

Slide 8 - Tekstslide

Voorbeelden
groep 1: ἡ μάχη (gevecht), ἡ θεά (godin)
(mannelijk: ὁ ναυτης zeeman, ὁ νεανιας jongeman) 

groep 2: ὁ θεός (god), τὸ τέκνον (kind)

groep 3: ὁ παῖς of ἡ παῖς (kind), τὸ πρᾶγμα (zaak, gebeurtenis)

Slide 9 - Tekstslide

Sleep de woorden naar de juiste groep
Groep 1
Groep 2
Groep 3
τὸ θηρίον
ὁ ἡλιος
ἡ πετρα
ἡ ἀδελφή
ἡ μήτηρ
τὸ όνομα

Slide 10 - Sleepvraag

Verbuigingsgroep 1

Slide 11 - Tekstslide

Verschil tussen -η en -α
De vrouwelijke naamwoorden van groep 1 eindigen standaard op η. 
Als de stam van het naamwoord eindigt op ρ, ε, ι, (de ρει -regel) komt er geen η maar een α.
Let op: θεας is een dubbelvorm! 

Slide 12 - Tekstslide

Sleep het naamwoord naar het juiste lidwoord. 
Let op: niets is dubbel en er blijft niets over!

τῃ
των
την
αἱ
της
ταις
τας
πετρας
πετρᾳ
πετραν
πετρα
κεφαλας
κεφαλαι
κεφαλαις
κεφαλων

Slide 13 - Sleepvraag

Verbuigingsgroep 2

Slide 14 - Tekstslide

Van een zelfstandig naamwoord in het Grieks
A
verandert de stam
B
verandert de uitgang
C
verandert alles
D
verandert niets

Slide 15 - Quizvraag

Aan de uitgang van een znw zie je
A
meestal welke naamval het is
B
meestal welk geslacht het is
C
meestal welk getal het is
D
A B en C kloppen allemaal

Slide 16 - Quizvraag

Hoe kun je dit leren?
door het op te zeggen!
met een dansje
met een liedje (zoals dit)
door het te schrijven
door elkaar/jezelf te overhoren
door het regelmatig te oefenen

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Hoe kun je dit vertalen?
kijk naar het lidwoord en/of de uitgang van het znw;
door lidwoord en uitgang ken je de naamval;
door de naamval weet je de functie van het woord;
de functie bepaalt de vertaling.




lidwoord/uitgang znw →naamval →functie→vertaling
oftewel: gebruik de strategie!

Slide 19 - Tekstslide

Voorbeeld: 
την κόρην ἡ θεά τίκτει
aan de lidwoorden en uitgangen zie je: 
την κόρην = acc en ἡ θεά = nom
nom = onderwerp en acc = lijdend voorwerp
dus: vertaling: 
De godin brengt een meisje ter wereld


Slide 20 - Tekstslide

Welke vraag heb je nog over verbuigingsgroep 1 en/of 2?

Slide 21 - Open vraag

ΤΕΛΟΣ

Slide 22 - Tekstslide