Blok 4 bijzonder taalgebruik & figuurlijk/letterlijk

boek lezen 
timer
10:00
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

boek lezen 
timer
10:00

Slide 1 - Tekstslide

- begrijp je de betekenis van verschillende examenwoorden;
- begrijp je de betekenis van verschillende woorden uit teksten;
- weet je wat leenwoorden zijn
- herken je bijzonder taalgebruik;
- kun je zinnen met overbodige woorden verbeteren. 
           Heb jij nog vragen??

Slide 2 - Tekstslide

            BLOK 4          Over taal
timer
20:00
Klaar? Quizlet.com -> mevrouwhek
______








_______
      kies 4.1 - 5
         of 4.6 - 10
     kies 7.1 -5
        of 7.6 -10
2 & 3)  begrijp je de betekenis van verschillende examenwoorden;
4) begrijp je de betekenis van verschillende woorden uit teksten;  
6) herken je bijzonder taalgebruik;  
7) kun je zinnen met overbodige woorden verbeteren. 

Slide 3 - Tekstslide

Blok 4 Over Taal
Hoeft niet als... Als je 4.1-5 helemaal goed hebt
timer
20:00
Klaar?
Bijspijkeren Blok 3&4
Quizlet:
mevrouwhek
Blok 3&4

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Link

Slide 6 - Tekstslide

muis
Noem een eigenschap van een

Slide 7 - Woordweb

ijsje
Noem een eigenschap van een

Slide 8 - Woordweb

regen
Noem een eigenschap van een

Slide 9 - Woordweb

citroen
Noem een eigenschap van een

Slide 10 - Woordweb

bal
Noem een eigenschap van een

Slide 11 - Woordweb

Aan het einde van de les

  • herken je bijzonder taalgebruik;
  • ken je het verschil tussen letterlijk en figuurlijk taalgebruik
  • ken je de betekenis van figuurlijk bedoelde zinnen.
  • begrijp je de betekenis van verschillende uitdrukkingen.

Slide 12 - Tekstslide

Je kunt woorden letterlijk en figuurlijk gebruiken.

Geef een voorbeeld van: figuurlijk woordgebruik

Slide 13 - Woordweb

letterlijk / figuurlijk
Je kunt woorden letterlijk en figuurlijk gebruiken.

Gebruik je woorden letterlijk, dan bedoel je precies wat je zegt.

Gebruik je woorden figuurlijk, dan bedoel je iets anders. 
Je gebruikt een beeld om iets duidelijk te maken

Slide 14 - Tekstslide

Als je naam begint met een A t/m M 
dan schrijf je de letterlijke betekenis
 
begint je naam met een N t/m Z dan schrijf je de figuurlijke betekenis.
timer
1:00

Slide 15 - Woordweb

Als je naam begint met een A t/m M 
dan schrijf je de figuurlijke betekenis
 
begint je naam met een N t/m Z dan schrijf je de letterlijke betekenis.
timer
1:00

Slide 16 - Woordweb

Wat een hondeweer!
A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 17 - Quizvraag

De tandarts zei dat ik goed had gepoetst.
A
letterlijk
B
figuurlijk

Slide 18 - Quizvraag

Uitdrukkingen zijn figuurlijk

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide



- Blok 1,2,3 & 4 Over Taal af!
- Bijspijkeren Blok 1 t/m 4





n.vanheukelum@ssvoz.nl
woorden oefenen:
Quizlet.com -> mevrouwhek

Slide 22 - Tekstslide

            BLOK 4          Over taal
timer
15:00
Klaar? Quizlet.com -> mevrouwhek
______








_______
      kies 4.1 - 5
         of 4.6 - 10
     kies 7.1 -5
        of 7.6 -10
2 & 3)  begrijp je de betekenis van verschillende examenwoorden;
4) begrijp je de betekenis van verschillende woorden uit teksten;  
6) herken je bijzonder taalgebruik;  
7) kun je zinnen met overbodige woorden verbeteren. 

Slide 23 - Tekstslide

Blok 4
Resultaat?

Slide 24 - Tekstslide