Unit 2 All Grammar (What you should know for the Test)

Welcome to the English class...
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welcome to the English class...

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Agreements...
  • respect one another. 
  • raise your hand for questions.
  • NO phones allowed in class
  • Teacher speaks = Students are quiet (silent)

  •  HANDS and EYES = 
(naar de docent kijken, niet praten en met lege handen!)

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
10:00
10 min. Silent rule


- Reading 
-Grammar subjects

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

11

Slide 4 - Video

Deze slide heeft geen instructies

00:15
Use ->HUG - Past Cont. // GRAB - Past Simple:

While the octopuses ..... , someone ...... the pink one.
A
were hugging, grabbed
B
was hugging, were grabbing
C
hugging, grabbed
D
was hugging, grabbed

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

00:25
Use -> WATCH // WALK - PAST CONT.
The orange octopus ... as the man...away with his friend.

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

00:40
Use -> TRY- Past Cont. // ESCAPE - Past Simple :

While the man.... to start his car, the orange octupus... from the fish tank.
A
were trying, escaping
B
am trying, escape
C
was trying, escaped

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

00:51
Use -> HANG. Past Cont.// SEE. Past simple:

The octopus ... from the car window when the man ... it.
A
hanging, to see
B
was hanging, saw
C
were hanging, seeing
D
hanged, saw

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

01:06
Use -> PULL // START - Past Simple:

The pink octopus ... the break and the car .... to spin.
A
pull, started
B
pulled, started
C
pulling, starting

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

01:19
Use -> WAKE // SEE - Past Simple:
When the man... up, he ... the pink octopus pulling the orange octopus up.

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

01:26
Use -> TRY- Past Cont. // FALL - Past Simple:

As the man... to catch them, they ... into a pool.
A
was trying, fell
B
wast trying, felled
C
were trying, felled
D
trying , falling.

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

01:32
Use -> JUMP // DRIVE - Past Continuous:

The octopuses ... from one pool to another while the man ... down the road.
A
were jumping, was driving
B
was jumping, was driving
C
jumped, droved

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

01:50
USe -> TRY - Past Cont.// SPEW - Past Simple:

As the man ... to kill them, they.... ink at him
A
were trying, spowed
B
tryd, spewed
C
was trying, spewed

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

01:59
USe -> FELL // GET STUCK - Past Simple:

Finally, the car .... into the ocean and the octopuses ..... on the wire.
A
fell, got stuck
B
felled, get stucked
C
fell, get stucked
D
felled, got stucked

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

02:08
Use -> TAKE // BE - Past Simple:

Unfortunately, when a seagull .... the orange octopus it ... the pink octopuses's turn to save him.
A
tooked, was
B
taken, were
C
took, be
D
took, was

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Comparison
"Trap van vergelijking"

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

vergelijkingen:
bij de grootste trap plak je +er achter het woordje. Bijvoorbeeld: smarter
A
waar
B
niet waar

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vul de juiste vorm van de trap van vergelijking in:



I think the scripts are the .............. (bad) in the world.
A
Badest
B
Baddest
C
Worst
D
More bad

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vul de juiste vorm van de trap van vergelijking in:


You can see James Bond doing the ................. (exciting) stunts.
A
Excitinger
B
Excitingest
C
More exciting
D
most exciting

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Gebruik de juiste trap van vergelijking:

Ron is a small dog, but the cat is .............
A
Small
B
Smaller
C
Smallest

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Much and Many 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Much and many gebruik je
A
om tijd aan te geven
B
om de tijd aan te geven
C
om hoeveelheid aan te geven
D
om de dagen aan te geven

Slide 22 - Quizvraag

Much en many gebruik je om te zeggen dat er 'veel' van iets is. 
Much or many?
They caused ............. damage to buildings and shops.
A
much
B
many

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vul in: much of many?

I drank too ... water and now I have to pee!
A
much
B
many

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Much or many?
.............. of my classmates are always very happy and busy.
A
much
B
many

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Past Simple 
"verleden tijd"

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Past Simple
When do we use the Past Simple?
A
To describe something that happens regularly
B
To describe something that's happening right now
C
To describe something that happened in the past, and is finished
D
To describe something that happened in the past, and is still ongoing

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

PAST SIMPLE:

In welke zin wordt de Past Simple op de juiste manier gebruikt?
A
I was hearing my mother.
B
I have heard my mother.
C
I heard my mother.
D
I hear my mother.

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

PAST SIMPLE:

In welke zin wordt de Past Simple op de juiste manier gebruikt?
A
I didn't lived in Utrecht in 2010.
B
I wasn't living in Utrecht.
C
I didn't live in Utrecht in 2010.
D
I am not living in Utrecht.

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

PAST SIMPLE:

In welke zin wordt de Past Simple op de juiste manier gebruikt?

A
Did you eat eggs for breakfast yesterday?
B
Do you always eat breakfast in the morning?
C
Have you eaten breakfast yet?
D
Has she seen the movie?

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Past Simple:

Wat is de regel van de past simple?
A
hele ww+ - (i)ed of irregular verb 2e rijtje
B
shit = hele ww+-s
C
vorm van to be + hele ww+ -ing
D
have/has + voltooid deelwoord (3e rijtje)

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Past Simple of Irregular verbs 
"2e rij"

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Irregular verbs:
know- ... - ...
A
knew - knew
B
known - known
C
knew - known
D
knowed - knowed

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Irregular verb:
kiezen
A
to chose - chose - chose
B
to choose - chose - chosen
C
to choose - chosed - chosen
D
to choose - chosen - chose

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Irregular verbs:
rijden
A
to drive - drove - driven
B
to ride - rode - ridden
C
to drive - drove - drove
D
to ride - rode - rode

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Past continuous

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe maak je de past continuous?
A
was/were + werkwoord + ing
B
has/have + werkwoord + ing

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

PAST CONTINUOUS

In welke zin wordt de Past Continuous gebruikt?
A
They film the event with a hidden camera.
B
They filmed the event with a hidden camera.
C
They are filming the event with a hidden camera.
D
They were filming the event with a hidden camera.

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een past continuous?
A
They film the event with a hidden camera.
B
They filmed the event with a hidden camera.
C
They have filmed the event with a hidden camera.
D
They were filming the event with a hidden camera.

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Past Continuous:
in welke zin wordt de past continuous gebruikt?
A
I haven't been to that film yet.
B
I was walking down the street when I tripped.
C
I lived in Utrecht in 2010
D
I am eating a sandwich.

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Past continuous:

Wat is de regel van de past continuous?
A
hele ww+ - ed of irregular verb
B
was/were hele ww+ -ing
C
vorm van to be + hele ww+ -ing
D
have/has + voltooid deelwoord (3e rijtje)

Slide 41 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies