‹Terug naar zoeken

SEMANA 22- MARTES 27-5-25

SEMANA 22- MARTES 27-5-25
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansVoortgezet speciaal onderwijsWOLeerroute 1

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

SEMANA 22- MARTES 27-5-25

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

¿Qué día es hoy?
La fecha de hoy en español

Hoy es ....

Slide 3 - Tekstslide

Aquí el profe puede simplemente escribir la fecha de hoy en la pizarra para ir más rápido. Creo que es bueno incluir esto  para despertar la curiosidad. 
¿QUÉ TIEMPO HACE HOY?

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

LESDOELEN
  1. Ik weet hoe regelmatige werkwoorden in het Spaans worden vervoegd.

    2. Ik kan een korte tekst schrijven over mijzelf waarin ik minimaal 5 verschillende werkwoorden in de juiste vervoeging, gebruik.


Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

PW4 - TOETSWEEK D - week 25
Wat moet je kennen en kunnen?
1. Grammatica
Bijvoeglijke naamwoorden: gebruik van bonito/bonita (mooi), alto/alta (lang), simpático/simpática, enz.
Werkwoorden met gustar:
me gusta (ik vind … leuk) + enkelvoud
me gustan (ik vind … leuk) + meervoud
Regelmatige werkwoorden op -AR, -ER, -IR:
zoals: hablar, comer, vivir
Onregelmatige werkwoorden:
tener (hebben)
ser (zijn – permanente eigenschappen)
estar (zijn – tijdelijke toestanden of locaties)
2. Woordenschat
Jezelf voorstellen (presentarse): naam, leeftijd, woonplaats, nationaliteit
De familie (la familia): leden benoemen en beschrijven
Uiterlijk en karakter beschrijven (físico y carácter): bijv. haar- en oogkleur, eigenschappen
De school (el instituto): vakken, activiteiten (tengo clase de español...)


LEER + PREGUNTAS
GRAMÁTICA
ESCRIBIR UN TEXTO (presentarse/ hablar de la familia/ qué te gusta/ actividades (estoy en el KSH, tengo clase de..., (no) me gusta el español, enz.)

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

LEE EL TEXTOl
timer
10:00
timer
5:00
¡Hola!
Me llamo Manuel y tengo 12 años.
Soy español y vivo en Madrid.
Vivo con mis padres y con mis hermanos. Lola, mi hermana, tiene diez años y Eric, mi hermano tiene ocho.
Me gusta el instituto. Me gustan mucho las asignaturas* de Biología y Francés*.
Tengo clases de Biología y Francés los lunes y los martes por la mañana*.
La profesora de francés es muy simpática.
Yo hablo español, inglés y un poco de francés, muy bien ¿no?.
En el instituto tenemos una cantina. Después* de la clase de francés, en la pausa, como un bocadillo*.
Por la tarde*, en casa, hago los deberes* y leo un libro.
Después como con mis padres y miro la televisión.




*asignaturas : vakken
por la mañana: in de ochtend/ ’s ochtends
bocadillo: broodje
tarde: middag
los deberes: het huiswerk

TAREA 1
2) Je hebt de tekst gelezen. Nu schrijf hieronder in het Nederlands alles wat je weet over Manuel.

TAREA 2
In deze tekst zijn er een aantal werkwoorden. Onderstreep de werkwoorden en schrijf de naam van het hele werkwoord. 
Bijvoorbeeld: Me llamo Manuel = llamarse

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

LEE EL TEXTOl
¡Hola!
Me llamo Manuel y tengo 12 años.
Soy español y vivo en Madrid.
Vivo con mis padres y con mis hermanos. Lola, mi hermana, tiene diez años y Eric, mi hermano tiene ocho.
Me gusta el instituto. Me gustan mucho las asignaturas* de Biología y Francés*.
Tengo clases de Biología y Francés los lunes y los martes por la mañana*.
La profesora de francés es muy simpática.
Yo hablo español, inglés y un poco de francés, muy bien ¿no?.
En el instituto tenemos una cantina. Después* de la clase de francés, en la pausa, como un bocadillo*.
Por la tarde*, en casa, hago los deberes* y leo un libro.
Después, como con mis padres y miro la televisión.




*asignaturas : vakken
por la mañana: in de ochtend/ ’s ochtends
bocadillo: broodje
tarde: middag
los deberes: het huiswerk

TAREA 2
In deze tekst zijn er een aantal werkwoorden. Onderstreep de werkwoorden en schrijf de naam van het hele werkwoord. 
Bijvoorbeeld: Me llamo Manuel = llamarse

VERBOS
llamarse
ser
vivir
tener
gustar
hablar
comer
hacer
leer
mirar

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Andere werkwoorden op - ar -->ESTUDIAR, LLEVAR(dragen), TRABAJAR (werken), CANTAR (zingen), MIRAR (kijken)

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Andere werkwoorden op - er --> BEBER (drinken), APRENDER (leren), COMPRENDER (begrijpen), LEER (lezen)

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Andere werkwoorden op - Ir --> VIVIR, ABRIR (openen)

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ABRE TU LIBRO EN LA PAG. 70/71
timer
10:00
¿LISTO? KLAAR?
abre Magister y pincha en el link
aprende las palabras en Quizlet

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

PRÓXIMA SEMANA
ESTUDIA EL VOCABULARIO EN QUIZLET

HACER LOS EJERCICIOS 8 Y 9 DE LA PÁGINA 72 DE TU LIBRO

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meer lessen zoals deze

SEMANA 22 - MARTES 3-6-25

- Les met 29 slides
SpaansVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

Ana Frank, la Casa de atrás

- Les met 13 slides door Anne Frank House
HistoriaHistory+1Primary EducationAge 10-12
Anne Frank HouseAnne Frank House

Vincent van Gogh: Verdadero o falso

- Les met 35 slides door Van Gogh Museum
ArtPrimary EducationAge 10-13
Van Gogh MuseumVan Gogh Museum

Paula va de vacaciones capítulo 6*

- Les met 29 slides
Spanish

11e les - V2B - 16 dec - las asignaturas y los numerales

- Les met 18 slides
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Journée internationale de la langue maternelle

- Les met 43 slides
FransSecundair onderwijs

Spanish ab initio lesson 6 term 1

- Les met 41 slides
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Spanish ab initio lesson 8 term 1

- Les met 22 slides
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5