Herhalen h1, h2, h3 theorie

• economie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 4

Herhaling H1, H2 en H3

Welke bewering is juist?

1. Munten en bankbiljetten is giraal geld.
2. Geld op je bankrekening is giraal geld.

Wat is geen spaarmotief?

1. Voor de rente
2. Uit voorzorg
3. Voor een doel
4. Tijdelijk geld te kort

Welvaart =

1. Hoe gelukkig je bent
2. Een hoog netto inkomen
3. Inkomen per hoofd van de bevolking
4. de mate waarin men in de behoeften kan voorzien

Wat is geen geld functie

1. Rekenmiddel
2. Spaarmiddel
3. Ruilmiddel
4. Produceermiddel

Je spaart voor het geval dat er iets in huis kapot gaat, bijv. je wasmachine.

1. Dit is een voorbeeld van sparen voor de rente.
2. Dit is een voorbeeld van sparen uit voorzorg,
3. Dit is een voorbeeld van sparen voor een doel

Lening voor de aankoop van duurzame consumptiegoederen

1. consumptief krediet
2. hypothecaire lening

Noem een voorbeeld van consumptief krediet.

AOW is een voorbeeld van...

1. Inkomen uit arbeid
2. Inkomen uit bezit
3. Inkomen uit overdrachten

Wat is geen schaars goed?

1. Pen
2. Tas
3. Zon
4. Auto

Op welke manier kan je de arbeidsproductiviteit niet verhogen?

1. Meer personeel
2. Betere arbeidsomstandigheden
3. Scholing
4. Technologische ontwikkelingen

Wat is geen zelfvoorziening?

1. Het kopen van een frikandel broodje
2. Het bakken van een taart
3. Je fiets repareren.

Een groep consumenten voor wie een reclame boodschap of product bedoeld is.

1. marketing
2. doelgroep
3. producenten

Wat is de beloning van ondernemingschap?

1. Loon
2. Winst
3. Kapitaa

Wat is het verschil tussen vaste en variabele kosten?

Noem de beloning van ARBEID

1. loon
2. pacht
3. rente

Geef een voorbeeld van een product waar sprake kan zijn van een basisbehoefte en secundaire behoefte.