Paragraaf 10.4

Paragraaf 10.4 Ongezond?
Waarom gebruik je genotmiddelen?

Wat zijn de gevolgen van alcohol?

Wat zijn de gevolgen van roken?

Wat doen drugs met je?

Wat is een gezonde leefstijl?
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

Paragraaf 10.4 Ongezond?
Waarom gebruik je genotmiddelen?

Wat zijn de gevolgen van alcohol?

Wat zijn de gevolgen van roken?

Wat doen drugs met je?

Wat is een gezonde leefstijl?

Slide 1 - Tekstslide

Welke stelling is juist?
A
Geestelijk afhankelijk van bijv. alcohol je lichaam vraagt erom
B
Lichamelijk afhankelijk van alcohol je lichaam kan niet zonder functioneren
C
Lichamelijk afhankelijk je moet er steeds aan denken

Slide 2 - Quizvraag

Welke organen zorgen ervoor dat de alcohol in je lichaam afgebroken wordt?
A
Darmen
B
Lever
C
Nieren
D
Slokdarm

Slide 3 - Quizvraag

Hoelang duurt het ongeveer voordat een glas alcohol is afgebroken?
A
een half uur
B
1 uur
C
anderhalf uur
D
een kwartier

Slide 4 - Quizvraag

Het verdoven van de hersenen hoort bij:
A
Dronken zijn
B
Aangeschoten voelen
C
Alcohol vergiftiging

Slide 5 - Quizvraag

Welke stelling is juist?
A
Nicotine is teer aan de binnenkant van je longen
B
Nicotine is een verslavende stof in tabak
C
Teer is een verslavende stof in tabak

Slide 6 - Quizvraag

Rokers hebben vaak koudere handen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quizvraag

Welke stelling is juist?
A
Verdovende middelen laten je hersenen anders werken
B
Verdovende middelen laten je hersenen sneller werken
C
Stimulerende middelen laten je hersenen sneller werken
D
Bewustzijnsveranderende middelen werken versuffend

Slide 8 - Quizvraag

Nicotine, Cocaïne, Xtc en cafeïne zijn voorbeelden van:
A
Verdovende middelen
B
Stimulerende middelen
C
Bewustzijnveranderende middelen

Slide 9 - Quizvraag

WAT IS DE VERSLAVENDE STOF IN SIGARETTEN?
A
ROOK
B
NICOTINE
C
KOOLSTOFDIOXIDE
D
KOOLMONOXIDE

Slide 10 - Quizvraag

HOEVEEL SCHADELIJKE STOFFEN ZITTEN IN SIGARETTEN?
A
4
B
10
C
100
D
MEER DAN 2000

Slide 11 - Quizvraag

Waarom gebruik je genotmiddelen?
Voorbeelden van genotmiddelen: Koffie, thee, alcohol, sigaretten, chocolade en snoep

Mensen krijgen er een lekker gevoel van, genotmiddelen zoals alcohol en sigaretten werken verslavend.

Geestelijk afhankelijk > je moet steeds aan alcohol denken

Lichamelijk afhankelijk > je lichaam vraagt om alcohol

Slide 12 - Tekstslide

Wat zijn de gevolgen van alcohol
Alocohol komt in je bloed en gaat via het bloed naar de hersenen en andere organen.

Aangeschoten > je hoort, ziet, reageert en beweegt minder goed

Dronken > zien, horen, bewegen en reageren gaan nog slechter.

Alcohol vergiftiging > je hersenen vallen uit

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Video

Wat zijn de gevolgen van roken?
• Nicotine > verslavende stof in tabak, versnelt de hartslag en vernauwt de bloedvaten.

Wat is het gevolg van vernauwing van de bloedvaten?

- koude handen
- hoge bloeddruk

• Teer > kleeft aan de binnenkant van je longen, beschadigt je luchtwegen, rokershoestje, minder zuurstof opnemen in het bloed, longkanker

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Maken
Paragraaf 10.4
maken opdracht 3 t/m 15

Slide 18 - Tekstslide

Wat doen drugs met je?
• verdovende middelen: werken versuffend

• Stimulerende middelen: laten je hersenen sneller werken

• Bewustzijnsveranderende middelen: laten je hersenen anders werken



Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

huiswerk
maken opdracht: 16 t/m 22
klaar met het huiswerk van alle paragrafen? Maken: samenvatten blz. 135

Slide 22 - Tekstslide

antwoorden

Slide 23 - Tekstslide

antwoorden

Slide 24 - Tekstslide

antwoorden

Slide 25 - Tekstslide

antwoorden

Slide 26 - Tekstslide