Verzekeringen en Berekeningen

Verzekeringen en Berekeningen
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Verzekeringen en Berekeningen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Aan het einde van de les kun je percentages, promille, premie, verzekerde waarde, eigen risico, no-claimkorting, poliskosten en assurantiebelasting gebruiken in verzekeringberekeningen.
  • Aan het einde van de les ben je in staat om de invloed van eigen risico op de premie te beoordelen.
  • Aan het einde van de les kun je de voor- en nadelen van verschillende eigen risico's in kaart brengen voor mensen met hoge en lage medische kosten.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over verzekeringen en berekeningen?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Percentages en promille
  • Percentage: een deel van het geheel uitgedrukt in honderdsten
  • Promille: een deel van het geheel uitgedrukt in duizendsten

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Premie en verzekerde waarde
  • Premie: het bedrag dat betaald wordt voor de verzekering
  • Verzekerde waarde: de waarde van het object of de persoon die is verzekerd

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eigen risico en onderverzekering
  • Eigen risico: het deel van de schade dat voor rekening van de verzekerde komt voordat de verzekering uitkeert

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Poliskosten, assurantiebelasting en bonusregelingen
  • Poliskosten: kosten die de verzekeraar rekent voor het opstellen van de verzekeringspolis
  • Assurantiebelasting: belasting die geheven wordt over de verzekeringspremie

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Definitielijst
  • Percentage: een deel van het geheel uitgedrukt in honderdsten
  • Promille: een deel van het geheel uitgedrukt in duizendsten
  • Premie: het bedrag dat betaald wordt voor de verzekering
  • Verzekerde waarde: de waarde van het object of de persoon die is verzekerd
  • Eigen risico: het deel van de schade dat voor rekening van de verzekerde komt voordat de verzekering uitkeert
  • No-claimkorting: een korting op de premie voor verzekerden die geen schade claimen
  • Poliskosten: kosten die de verzekeraar rekent voor het opstellen van de verzekeringspolis
  • Assurantiebelasting: belasting die geheven wordt over de verzekeringspremie

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 9 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 10 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 11 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.