quiz

Wat is de naam van Tijdvak 1?
A
Tijd van Jagers en Verzamelaars
B
De Prehistorie
C
De Oudheid
D
Tijd van Jagers en Boeren
1 / 44
volgende
Slide 1: Quizvraag
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Wat is de naam van Tijdvak 1?
A
Tijd van Jagers en Verzamelaars
B
De Prehistorie
C
De Oudheid
D
Tijd van Jagers en Boeren

Slide 1 - Quizvraag

In welke stad is Willem van Oranje vermoord?
A
Leiden
B
Amsterdam
C
Breda
D
Delft

Slide 2 - Quizvraag

Hoe lang duurde de Nederlandse Opstand?
A
80 jaar
B
45 jaar
C
75 jaar
D
5 jaar

Slide 3 - Quizvraag

Waar handelde de VOC in?
A
Slaven
B
Drugs
C
Specerijen
D
Graan

Slide 4 - Quizvraag

Welke taal spreken de Romeinen?
A
Latijn
B
Romeins
C
Grieks
D
Italiaans

Slide 5 - Quizvraag

Tegen wie vochten de Spartanen in de slag bij Thermopylae
A
De Grieken
B
De Perzen
C
De Turken
D
De Romeinen

Slide 6 - Quizvraag

Wat zijn Limes?

A
Citrusvruchten
B
Griekse forten
C
Versterkte Romeinse grenzen
D
Germaanse dorpen

Slide 7 - Quizvraag

Wat is een horige?
A
Iemand met een gehoorprobleem
B
Een rijke ridder
C
De baas van een klooster
D
Een boer

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

Wie was ötzi?
A
Een van de eerste koningen
B
Een farao
C
Een ijsmummie
D
Een keizer

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

Wie was de eerste keizer van de Romeinen?
A
Nero
B
Augustus
C
Caesar
D
Brutus

Slide 12 - Quizvraag

Op welke dag vieren de Fransen het begin van de Franse Revolutie?
A
14 juli
B
5 december
C
5 mei
D
11 november

Slide 13 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een ambacht?
A
Jager
B
Boer
C
Ridder
D
Bakker

Slide 14 - Quizvraag

In welk jaar werd Jezus van Nazareth geboren? (vul alleen het nummer in)

Slide 15 - Open vraag

Wat is de 'Zwarte Dood'?
A
Een bijnaam van de pest
B
Een bijnaam van de tyfus
C
Een bijnaam van de Spaanse Griep
D
Een bijnaam van Covid-19

Slide 16 - Quizvraag

Waarom kreeg Keizer Karel de naam 'Karel de Grote'?
A
Hij had de Paus geholpen
B
Hij was erg lang
C
Hij was erg klein
D
Dit was de achternaam van zijn vader

Slide 17 - Quizvraag

Wat was de oorspronkelijke naam van New York?
A
Nieuw Haarlem
B
Nieuw Amsterdam
C
Nieuw Antwerpen
D
Nieuw Rotterdam

Slide 18 - Quizvraag

Wie heeft/hebben Amerika als eerste ontdekt?
A
Vasco da Gama
B
Columbus
C
De Noormannen
D
Willem Barentsz

Slide 19 - Quizvraag

Hoeveel mensen zijn ongeveer gestorven aan de pest?
A
10 miljoen
B
5 miljoen
C
40 miljoen
D
75 miljoen

Slide 20 - Quizvraag

Van wie is het masker dat je op de achtergrond ziet?
A
Ramses II
B
Ramses I
C
Cleopatra
D
Toetanchamon

Slide 21 - Quizvraag

Waar staat het gebouw dat op de achtergrond te zien is?
A
Sparta
B
Rome
C
Troje
D
Athene

Slide 22 - Quizvraag

Welke slag vond niet plaats tijdens de Eerste Wereldoorlog?
A
Slag bij Ieper
B
Slag om Stalingrad
C
Slag bij Verdun
D
Slag om de Somme

Slide 23 - Quizvraag

Op welke datum vond de aanslag op de 'Twin Towers' plaats?
A
11 september
B
9 november
C
31 februari
D
14 februari

Slide 24 - Quizvraag

In welk jaar begon de Tweede Wereldoorlog in Europa?
A
1940
B
1933
C
1937
D
1939

Slide 25 - Quizvraag

Wie was de eerste man op de maan?
A
Martijn Armstrong
B
Lance Armstrong
C
Louis Armstrong
D
Neil Armstrong

Slide 26 - Quizvraag

Slide 27 - Tekstslide

Waar woonde koning Lodewijk XVI van Frankrijk?
A
Marseille
B
Lille
C
Versailles
D
Parijs

Slide 28 - Quizvraag

Wat hoort niet bij de liberalen
A
vrijheid
B
fabrikanten
C
gelijkheid
D
rijke burgers

Slide 29 - Quizvraag

Wie waren de grote verliezers in WO I?
A
Frankrijk en Groot-Britannië
B
Rusland en de VS
C
Duitsland en Oostenrijk-Hongarije
D
Duitsland en Japan

Slide 30 - Quizvraag

Welke past niet bij WO I?
A
Niemandsland
B
Totale oorlog
C
Totalitaire oorlog
D
Wereldoorlog

Slide 31 - Quizvraag

Aletta Jacobs heeft zich in haar leven voor veel zaken ingezet. Wat hoort daar niet bij?
A
Legalisatie prostitutie
B
Zitgelegenheid voor het personeel in winkels
C
Voorlichting over het vrouwelijk lichaam
D
Wereldvrede

Slide 32 - Quizvraag

Wat past niet bij liberalen?
A
Vrijheid
B
Regels voor werktijden en lonen
C
Inspraak in het bestuur
D
Denkbeelden Franse Revolutie

Slide 33 - Quizvraag

Thorbecke was een:
A
Communist
B
Socialist
C
Man van adel
D
Liberaal

Slide 34 - Quizvraag

Wat is een aflaat?
A
Een document dat er voor zorgt dat al je zondes vergeven worden
B
Het persoonlijke dagboek van de paus dat verkocht werd
C
Een document waarmee je een plekje in de hemel kunt kopen
D
Een brief van de locale priester

Slide 35 - Quizvraag


Wat willen de Liberalen?
A
Zo min mogelijk bemoeienis van de overheid
B
Meer invloed van de kerk
C
Algemeen Kiesrecht
D
Meer invloed van de koning

Slide 36 - Quizvraag

Wat was de aanleiding van de Tweede Wereldoorlog in Europa?
A
Anschluss Oostenrijk
B
Bezetting Sudetenland
C
Aanval op Tsjechië
D
Aanval op Polen

Slide 37 - Quizvraag

Wie zijn de grootmachten ná de Tweede Wereldoorlog?
A
Engeland, Verenigde Staten, Sovjet-Unie
B
Frankrijk, Verenigde Staten, Sovjet-Unie
C
Verenigde Staten, Sovjet-Unie
D
Engeland, Frankrijk, Verenigde Staten, Sovjet-Unie

Slide 38 - Quizvraag

Wat was de aanleiding van de Tweede Wereldoorlog in Europa?
A
Anschluss Oostenrijk
B
Bezetting Sudetenland
C
Aanval op Tsjechië
D
Aanval op Polen

Slide 39 - Quizvraag

Wie zijn de grootmachten ná de Tweede Wereldoorlog?
A
Engeland, Verenigde Staten, Sovjet-Unie
B
Frankrijk, Verenigde Staten, Sovjet-Unie
C
Verenigde Staten, Sovjet-Unie
D
Engeland, Frankrijk, Verenigde Staten, Sovjet-Unie

Slide 40 - Quizvraag

Wat was de aanleiding van de Tweede Wereldoorlog in Europa?
A
Anschluss Oostenrijk
B
Bezetting Sudetenland
C
Aanval op Tsjechië
D
Aanval op Polen

Slide 41 - Quizvraag

Wie zijn de grootmachten ná de Tweede Wereldoorlog?
A
Engeland, Verenigde Staten, Sovjet-Unie
B
Frankrijk, Verenigde Staten, Sovjet-Unie
C
Verenigde Staten, Sovjet-Unie
D
Engeland, Frankrijk, Verenigde Staten, Sovjet-Unie

Slide 42 - Quizvraag

Wat was de aanleiding van de Tweede Wereldoorlog in Europa?
A
Anschluss Oostenrijk
B
Bezetting Sudetenland
C
Aanval op Tsjechië
D
Aanval op Polen

Slide 43 - Quizvraag

Wie zijn de grootmachten ná de Tweede Wereldoorlog?
A
Engeland, Verenigde Staten, Sovjet-Unie
B
Frankrijk, Verenigde Staten, Sovjet-Unie
C
Verenigde Staten, Sovjet-Unie
D
Engeland, Frankrijk, Verenigde Staten, Sovjet-Unie

Slide 44 - Quizvraag