1.6 Piramide, prisma en driehoek
1 / 41
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Link
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Link
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
OPGAVE 98
Welk vlak is geel gemaakt
Welk vlak is geel gemaakt
A
ABCD
B
BCT
C
ABT
D
ADT
Slide 10 - Quizvraag
OPGAVE 99
Hoeveel ribben zijn er in totaal?
Hoeveel ribben zijn er in totaal?
A
7
B
8
C
9
D
10
Slide 11 - Quizvraag
OPGAVE 100
Schrijf de namen van alle ribben op.
(in je schrift opschrijven + ja = klaar)
Schrijf de namen van alle ribben op.
(in je schrift opschrijven + ja = klaar)
Slide 12 - Open vraag
OPGAVE 101
Hoeveel platte vlakken heeft de rode piramide?
Hoeveel platte vlakken heeft de rode piramide?
A
5
B
6
C
7
D
8
Slide 13 - Quizvraag
OPGAVE 102
Welke vlakken hebben de vorm van een driehoek?
(in je schrift opschrijven + ja = klaar)
Welke vlakken hebben de vorm van een driehoek?
(in je schrift opschrijven + ja = klaar)
Slide 14 - Open vraag
OPGAVE 103
Hoeveel ribben heeft de piramide?
Hoeveel ribben heeft de piramide?
A
5
B
6
C
7
D
8
Slide 15 - Quizvraag
OPGAVE 104
Hoeveel hoekpunten heeft de piramide?
Hoeveel hoekpunten heeft de piramide?
A
5
B
6
C
7
D
8
Slide 16 - Quizvraag
OPGAVE 105
Hoeveel blauwe vlakken heeft de blauwe piramide?
Hoeveel blauwe vlakken heeft de blauwe piramide?
A
5
B
6
C
7
D
8
Slide 17 - Quizvraag
OPGAVE 106
Hoeveel vlakken hebben de vorm van een driehoek?
Hoeveel vlakken hebben de vorm van een driehoek?
A
5
B
6
C
7
D
8
Slide 18 - Quizvraag
OPGAVE 107
Hoeveel ribben heeft de piramide?
Hoeveel ribben heeft de piramide?
A
9
B
10
C
11
D
12
Slide 19 - Quizvraag
OPGAVE 108
Hoeveel hoekpunten heeft de piramide?
Hoeveel hoekpunten heeft de piramide?
A
5
B
6
C
7
D
8
Slide 20 - Quizvraag
OPGAVE 109
Zet de letters A, B, C, D en T bij de hoekpunten van de gele piramide (in werkboek + ja = klaar)
Zet de letters A, B, C, D en T bij de hoekpunten van de gele piramide (in werkboek + ja = klaar)
Slide 21 - Open vraag
OPGAVE 116
Teken een driehoek. Je mag zelf weten hoe groot. (in schrift + ja = klaar)
Teken een driehoek. Je mag zelf weten hoe groot. (in schrift + ja = klaar)
Slide 22 - Open vraag
OPGAVE 118
Hoeveel hoekpunten heeft je driehoek?
Hoeveel hoekpunten heeft je driehoek?
A
3
B
4
C
5
D
6
Slide 23 - Quizvraag
OPGAVE 117
Hoeveel zijden heeft je driehoek?
Hoeveel zijden heeft je driehoek?
A
6
B
5
C
4
D
3
Slide 24 - Quizvraag
OPGAVE 119
Zet de letters P, Q en R bij de hoekpunten.
(in werkboek + ja = klaar)
Zet de letters P, Q en R bij de hoekpunten.
(in werkboek + ja = klaar)
Slide 25 - Open vraag
OPGAVE 120
Welke zijden zijn even lang?
Welke zijden zijn even lang?
A
PR en PQ
B
PR en QR
C
QR en PQ
D
RP en RQ
Slide 26 - Quizvraag
OPGAVE 121
Welke twee zijden komen bij elkaar in hoekpunt Q?
Welke twee zijden komen bij elkaar in hoekpunt Q?
A
PQ en QR
B
PR en QR
C
QR en PQ
D
RP en RQ
Slide 27 - Quizvraag
OPGAVE 122
Welke driehoek heeft een rechte hoek
Welke driehoek heeft een rechte hoek
A
driehoek ABC
B
driehoek KLM
C
driehoek PQR
D
geen één
Slide 28 - Quizvraag
OPGAVE 123
Van welke driehoek zijn alle zijden even lang?
Van welke driehoek zijn alle zijden even lang?
A
driehoek ABC
B
driehoek KLM
C
driehoek PQR
D
geen één
Slide 29 - Quizvraag
OPGAVE 124
Van welke driehoek zijn twee zijden even lang?
Van welke driehoek zijn twee zijden even lang?
A
driehoek ABC
B
driehoek KLM
C
driehoek PQR
D
geen één
Slide 30 - Quizvraag
OPGAVE 134
Hoeveel platte vlakken heeft het prisma?
Hoeveel platte vlakken heeft het prisma?
A
6
B
7
C
8
D
9
Slide 31 - Quizvraag
OPGAVE 135
Hoeveel ribben heeft het prisma?
Hoeveel ribben heeft het prisma?
A
12
B
14
C
16
D
18
Slide 32 - Quizvraag
OPGAVE 136
Hoeveel hoekpunten heeft het prisma?
Hoeveel hoekpunten heeft het prisma?
A
12
B
14
C
16
D
18
Slide 33 - Quizvraag
OPGAVE 137
Hoeveel vlakken hebben de vorm van een zeshoek?
Hoeveel vlakken hebben de vorm van een zeshoek?
A
2
B
4
C
6
D
8
Slide 34 - Quizvraag
OPGAVE 138
Bekijk de foto. Hoeveel prisma's zie je?
Bekijk de foto. Hoeveel prisma's zie je?
A
2
B
3
C
4
D
5
