Modal verbs mission 13 4v

Modal verbs 
mission 13 4v
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Modal verbs 
mission 13 4v

Slide 1 - Tekstslide

Which Modal Verbs
(kunnen, moeten, mogen)
do you already know?

Slide 2 - Woordweb

Modals
1. can/could, will/would & be able to

2. should, have to & must
3. may, might, be allowed to

Slide 3 - Tekstslide

Can & to be able to
1. Als je wilt zeggen dat iemand iets kan kun je can of be able to gebruiken.
2. Als je praat over vaardigheden dan gebruik je can, cannot en can't
3. Als je wilt zeggen dat iemand in staat is om iets te doen bijvoorbeeld naar een feestje gaan, dan gebruik je to be able to.
(Zinnen met to be able to zijn formeler dan can)
4. als je wilt zeggen dat iemand iets kon gebruik je could of was / were able to + infinitive.

Slide 4 - Tekstslide

can/to be able to
I ____ swim very well.

Slide 5 - Open vraag

can/to be able to
She _____ do the impossible.

Slide 6 - Open vraag

Must, havo to & should
1. Should (not) + infinitive als jij vindt dat iets (niet) zou moeten. Je geeft advies of raadt iets af.
2. must (not) + infinitive als jij vindt dat iets (niet) moet. Krachtiger dan should.
3. has to / have to + infinitive om zekerheid, noodzaak of verplichting uit te drukken. Iets moet van iemand anders (als een wettelijke verplichting)
4. don't have to / doesn't have to + infinitive iets hoeft niet, het is geen verplichting.

Slide 7 - Tekstslide

must/havo to/shoud
I think you _____ study a lot for the test.

Slide 8 - Open vraag

must/havo to/should
In a hospital you ____ smoke.

Slide 9 - Open vraag

May vs. might
1. may / might + infinitive om toestemming te vragen of zeggen dat iets niet is toegestaan. 'may' is mogen en 'might' is zou mogen.

2. May / Might + infinitive kunnen ook gebruikt worden om te zeggen dat iets mogelijk gaat gebeuren. Hierbij is might minder waarschijnlijk of hypotetisch.

Slide 10 - Tekstslide

to be allowed to
1. be allowed to + infinitive om te zeggen dat iets (niet) is toegestaan volgens de regels.

Slide 11 - Tekstslide

may/might/to be allowed to
_____ I ask you a question?

Slide 12 - Open vraag

May/Might/to be allowed to
You ____ not drive faster than 30 km/h.

Slide 13 - Open vraag

exercise 
Rewrite the sentence using the given words

Slide 14 - Tekstslide

You are not allowed to talk during the test. (must not)

Slide 15 - Open vraag

It isn't necessary to bring food. (do not have to)

Slide 16 - Open vraag

I am obliged to finish this letter before midday. (have to)

Slide 17 - Open vraag

You are not allowed to leave the classroom without permission. (must not)

Slide 18 - Open vraag

It is not necessary to pay for the tickets. (do not have to)

Slide 19 - Open vraag