PA1 Cap5 Opdr 25d,27a,28,Vocabulaire 5a,5b

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

¿Qué vas a hacer?  /  Voy a...

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

27b
Ik ga wonen in Madrid

Slide 4 - Woordweb

27b
Wij gaan spreken

Slide 5 - Woordweb

Hij gaat luisteren
Él...
27b

Slide 6 - Open vraag

Zij gaat dragen
Ella...
27b

Slide 7 - Open vraag

Zij gaan eten
Ellas...
27b

Slide 8 - Open vraag

27b
Jullie gaan kopen
Vosotros...

Slide 9 - Woordweb

Juego
https://wordwall.net/play/13573/576/506

Slide 10 - Tekstslide

Sleep de Nederlandse bezittelijke voornaamwoorden naar de juiste Spaanse bijbehorende posesivos
mi(s)
vuestro/a/os/as
su(s)
tu(s)
nuestro/
a/os/as
mijn
uw
jouw
hun
zijn
jullie
haar
ons/onze

Slide 11 - Sleepvraag

Sleep de Nederlandse bezittelijke voornaamwoorden naar de juiste Spaanse bijbehorende posesivos
mi - mis
su - sus
tu - tus

mijn

jouw

zijn

haar

Slide 12 - Sleepvraag

Los posesivos:

(Vosotros) Camisas
A
vuestras camisas
B
vuestros camisas
C
vuestra camisas
D
su camisas

Slide 13 - Quizvraag

Posesivos: Es el libro de Pablo y Isabel.
Es ....... libro
A
Su
B
Sus
C
Vuestro
D
Tu

Slide 14 - Quizvraag

Los posesivos:

¿Estás contento con ______ regalo?
A
tu
B
tus

Slide 15 - Quizvraag

Pronombres posesivos
Yo vivo con _______tíos.
A
mi
B
sus
C
su
D
mis

Slide 16 - Quizvraag

Posesivos:
Rosa y María pasan _______vacaciones en Italia.
A
tu
B
su
C
tus
D
sus

Slide 17 - Quizvraag

Posesivos:
¿Ellas son ..(vosotros).. amigas?
A
Vuestras
B
Vuestros
C
Nuestras
D
Nuestros

Slide 18 - Quizvraag

Wat is de juiste woordvolgorde van de toekomende tijd?
A
ir + a + hele werkwoord (voy a comer)
B
ir + hele werkwoord (voy comer)
C
ir + werkwoord vervoegen (voy como)

Slide 19 - Quizvraag

Welke zin staat in de toekomende tijd in het Spaans?
(ww comprar)
A
yo compro un videojuego
B
Jorge compra unos sandalias
C
Andrés y Julia compran un reloj deportivo
D
nosotros vamos a comprar un regalo

Slide 20 - Quizvraag

Welke van de onderstaande zinnen is een de toekomende tijd vervoegd?
A
¿Adónde vais?
B
¿Vas a comprar algo?
C
Voy a casa de Pedro
D
Vamos a la tienda

Slide 21 - Quizvraag

Ir + A + heel werkwoord: Zet de zin in de toekomende tijd:
"Yo escucho música en el sofá y tú lees un libro."
A
yo voy a escuchar/tú leer
B
yo voy a escucho/ tú vas a leo
C
yo vamos a escucho / tú vas a leer
D
yo voy a escuchar / tú vas a leer

Slide 22 - Quizvraag

Ir + A + heel werkwoord:
Zet de zin in de toekomende tijd:
"Yo escucho música en el sofá y tú lees un libro."
A
yo voy a escuchar/tú leer
B
yo voy a escucho/ tú vas a leo
C
yo vamos a escucho / tú vas a leer
D
yo voy a escuchar / tú vas a leer

Slide 23 - Quizvraag

toekomende tijd (F) :
Las exámenes ____ a empezar mañana
A
vais
B
vamos
C
van
D
va

Slide 24 - Quizvraag