Middeleeuwen

Waar denk je aan bij de middeleeuwen?
1 / 19
volgende
Slide 1: Woordweb
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

Waar denk je aan bij de middeleeuwen?

Slide 1 - Woordweb

Voorbeeld antwoorden
Middeleeuwen: ridders, kastelen, jonkvrouwen, adel, God, ...

Slide 2 - Tekstslide

Driedeling Middeleeuwen
Vroege middeleeuwen (500-1000)
  •  Bekering tot het Christendom
  • Geestelijken waren vrijwel de enigen die konden lezen en schrijven
  • Zeer grote invloed van het geloof (theocentrisch)
Hoge middeleeuwen (1000-1300)
  • Eerste steden ontstaan
  • Literatuurgeschiedenis ‘begint’ ca. 1100
  • Eerste universiteiten komen op
Late middeleeuwen (1300-1500)
  • Burgerij krijgt meer macht - cultuur krijgt een burgerlijk karakter
  • Het grootste gedeelte van de maatschappij behoort niet tot een van de drie standen

Slide 3 - Tekstslide

Standen
We onderscheiden over het algemeen drie standen: de geestelijkheid, de adel en de boeren en later ook de burgers. Onder de geestelijkheid rekenen we de mensen die in de kerk werkten, zoals monniken, priesters, bisschoppen en nonnen. Er was een constante strijd tussen de geestelijkheid en de adel om de macht.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Video

Waarom was de troubadour zo belangrijk in de middeleeuwen?

Slide 7 - Tekstslide

Middeleeuwse literatuur
Verhalen werden pas in de late Middeleeuwen opgeschreven. Tot die tijd verspreidden troubadours de heldhaftige geschiedenissen mond-tot-mond.  Daarom rijmen verhalen én zitten er verwijzingen in naar het ‘luisteren’.

Slide 8 - Tekstslide

Karel de Grote
Karel de Grote was een groot en belangrijk heerser. Hij wilde dat zijn hele rijk wist
hoe goed en machtig hij was, daarom liet hij verhalen schrijven met zichzelf in de hoofdrol. In de verhalen liet hij zijn volk zien hoe ze zich moesten gedragen.
Feodale trouw

Trouw aan God

Trouw aan de koning

Slide 9 - Tekstslide

Voorhoofse literatuur
Historische feiten rondom één persoon
Waargebeurd?
Trouw aan de vorst en God
Ridderdeugd, strijd en brute kracht
Soms tovenarij
Gevechten om een jonkvrouw of land
Vrouw speelt geen enkele rol.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Symboliek in het verhaal
-  God centraal; drie keer door engel geroepen.
Cijfer 3 is het cijfer van God (de drie-eenheid voor de Vader, de Zoon en de Heilige Geest). 
De duivel wordt maar twee keer geroepen.
- Sprookjeselementen: magische wezens, praten met dieren;
- Betekenis van kleuren; bijvoorbeeld zwart betekent ongeluk;
- Belangrijke plekken in het verhaal, zoals het bos!
In de onderstaande presentatie zie je nog meer symbolieken uit de middeleeuwen:

https://prezi.com/qqfe3x4nmcqh/symboliek-in-de-middeleeuwen/

Slide 12 - Tekstslide

Wat is feodale trouw?
A
Een leenman moet trouw zijn aan een leenheer.
B
Mensen moeten trouw zijn aan God.
C
Een leenman moet trouwen met een jonkvrouw.
D
Mensen moeten trouw zijn aan hun familie.

Slide 13 - Quizvraag

Hoe vaak verschijnt de engel aan Karel voordat hij uit stelen gaat?
A
1
B
3
C
2
D
4

Slide 14 - Quizvraag

Waarom moest de engel zijn boodschap aan Karel drie keer herhalen?
A
Karel was doof.
B
Karel sliep heel vast.
C
Drie was het getal van de duivel.
D
Drie was het getal van God.

Slide 15 - Quizvraag

Arthurromans
Verhalen om moed en eer uit te dragen. Ken je ze misschien wel?

Arthur en de ronde tafel?
Merlijn de tovenaar?

Deze personages zijn echter verzonnen! Ze horen bij de hoofse verhalen.

Slide 16 - Tekstslide

Hoofse literatuur
De zoektocht naar de perfecte vrouw staan centraal
Liefde is belangrijk; vaak onmogelijk
List en sluwheid
Je draagt je volgens de regels van het hof. Hoofsheid is respectvol, galant zijn en de ander in zijn/haar waarde laten.
Sprookjesfiguren

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Middeleeuwen

Slide 19 - Tekstslide