Economie 4.1 Handelsland

4.1 
Set to go?
Pen 
Rekenmachine 
Boek
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 3

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

4.1 
Set to go?
Pen 
Rekenmachine 
Boek

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel:
In deze les leer je rekenen met vreemd geld.  

Slide 2 - Tekstslide

Wat zijn vreemde valuta?
A
Buitenlands geld
B
Wisselkoers
C
Provisiekosten
D
Euro's

Slide 3 - Quizvraag

In Europa betalen we met de Euro.
Welke andere munteenheden ken je nog meer?
Noem er zoveel als je wilt.

Slide 4 - Open vraag

GWK = 
grenswisselkantoor
Vroeger moest je altijd geld wisselen als je in het buitenland wilde betalen.

Nu is dat niet meer nodig.

Slide 5 - Tekstslide

EMU = Europese Monetaire Unie
De Europese Monetaire Unie (eurozone) bestaat uit de landen binnen de EU die de euro hebben ingevoerd.

De Europese Centrale Bank let er op dat de euro zijn waarde behoudt.

Buiten de eurozone moet je nog steeds betalen met vreemd geld.

Slide 6 - Tekstslide

Een groep Nederlandse vakantiegangers boekt een reis naar Zuid-Afrika. Met welke munteenheid rekenen ze af?
A
De Pond
B
De Euro
C
De Dollar
D
De Yen

Slide 7 - Quizvraag

Als ze in Zuid-Afrika aan zijn gekomen betalen ze daar met de:
A
De Dollar
B
De Euro
C
De Rand
D
De Yen

Slide 8 - Quizvraag

De wisselkoers:
Vreemd geld en euro's kun je tegen elkaar omwisselen. 
De wisselkoers is de prijs van één vreemde munteenheid uitgedrukt in euro's. 

De bank gebruikt 2 wisselkoersen: 
  • De biedkoers
  • De laatkoers

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Biedkoers: 

De biedkoers is de prijs die bank geeft voor vreemd geld.
Laatkoers:

De laatkoers is de prijs die de bank vraagt voor vreemd geld.

Slide 11 - Tekstslide

De Biedkoers is lager dan de laatkoers. 

Het verschil hiertussen is de winst voor de bank. 

Slide 12 - Tekstslide

Hoeveel euro vraagt de bank voor duizend rand?

Slide 13 - Open vraag

Hoe heet de wisselkoers die de bank voor een rand betaalt?
A
De biedkoers
B
De laatkoers

Slide 14 - Quizvraag

Rekenen met vreemd geld: 
Stel, je moet euro's omrekenen in vreemd geld of omgekeerd. Dat gaat als volgt: 
  • euro's : wisselkoers in € = vreemd geld
  • vreemd geld  x  wisselkoers in € = euro's

Als de bank euro's ontvangt, neem je de hoogste koers. Als de bank euro's betaalt, neem je de laatste koers. 
Soms moet je provisie betalen. 
Provisie:
is een beloning voor verleende diensten. In dit geval vraagt de bank een extra vergoeding omdat zij voor jou geld om moeten wisselen. 

Slide 15 - Tekstslide

Hoeveel euro betaalt iemand in Nederland voor 5000 dollar?
A
€3.862,50
B
€2.745,50
C
€3.218,50
D
€3.796,50

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Video

Hoeveel dollar krijg je in Nederland voor €4000,-
A
$4.365,21
B
$5.734,89
C
$5.268,01
D
$5.142,65

Slide 18 - Quizvraag

Hoeveel dollars betaalt een Amerikaan als hij in Nederland €400 koopt?
A
$553,79
B
$485,76
C
$559,82
D
$533,45

Slide 19 - Quizvraag

Transactiekosten:
Wanneer je bijvoorbeeld in Amerika geld pint, komen er dollars uit de pinautomaat. 
Dit geld wordt in euro's van je rekening afgeschreven. 

De kosten van het wisselen heten transactiekosten.

Slide 20 - Tekstslide

Iemand koopt in Nederland voor €200,- Zuid-Afrikaanse rands. Bij aankoop in Kaapstad neemt hij met zijn creditcard €250,- Zuid-Afrikaanse rands op. Hoeveel bedragen de kosten van deze transacties?

Slide 21 - Open vraag

Lees de volgende tekst:
Jos en Joke gaan op vakantie naar Noorwegen. Jos gebruikt zijn betaalpas om geld op te nemen. Joke gebruikt haar creditcard voor dat doel. Jos betaalt alles contant met Noorse kronen. Joke betaalt bijna alles met haar creditcard. 

Slide 22 - Tekstslide

Welk financieel voordeel heeft Joke in vergelijking met Jos door met de creditcard te betalen?

Slide 23 - Open vraag

Welk financieel voordeel heeft Jos door met de bankpas geld op te nemen in plaats van met de creditcard?

Slide 24 - Open vraag

Wie loopt door diefstal of verlies het meeste risico op schade? Leg je antwoord uit.

Slide 25 - Open vraag

Wat is er tussen 2001 en 2008 gebeurd met de prijs van de dollar uitgedrukt in euro's?
De dollar is ...... geworden ten opzichte van de euro.
A
duurder
B
goedkoper

Slide 26 - Quizvraag

Wat is er tussen 2008 en 2010 gebeurd met de prijs van de euro uitgedrukt in dollars? De dollar is ..... geworden ten opzicht van de dollar
A
duurder
B
goedkoper

Slide 27 - Quizvraag

Was een vakantie naar de VS voor een Nederlander in 2010 duurder of goedkoper dan in 2008? Leg je antwoord uit.

Slide 28 - Open vraag

Brenda vindt op internet 2 cd's. Hoeveel Engelse ponden kost deze aankoop inclusief verzendkosten?

Slide 29 - Open vraag

Hoeveel kost deze aankoop in euro's? Maak gebruik van de afbeelding.

Slide 30 - Open vraag

Wat heb je deze les geleerd:
Nederland is lid van de Economische en Monetaire unie (EMU).
De euro is de munteenheid binnen de EMU (de eurozone)

Manieren om vreemd geld te verkrijgen:
  • euro's wisselen bij een bank in Nederland
  • buiten de eurozone geld opnemen met je betaalpas
  • buiten de eurozone geld opnemen met je creditcard

Slide 31 - Tekstslide

Wat heb je deze les geleerd:
Bij veel bedrijven buiten de eurozone kun je betalen met:
  • je betaalpas
  • je creditcard
Geld wisselen brengt transactiekosten met zich mee. 

Rekenen met wisselkoersen gaat als volgt: 
  • euro's : wisselkoers = vreemd geld
  • vreem geld  x  wisselkoers = euro's

Slide 32 - Tekstslide

Wat heb je deze les geleerd:
Als de bank in Nederland:
  • euro's ontvangt, neem je de hoogtste koers (laatkoers)
  • euro's betaalt, neem je de laagste koers (biedkoers)

Slide 33 - Tekstslide