Crisis 1 - Introductie en inflatie

Economie - Havo 4 - Crisis
Havo 4

Crisis 1
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Economie - Havo 4 - Crisis
Havo 4

Crisis 1

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  • Lesdoel
  • Terugblik
  • Instructie
  • Begeleid oefenen
  • Zelfstandig werken
  • Evaluatie

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel
> Uitleg methode LWEO

> De relatie tussen consumentenvertrouwen, bestedingen en werkloosheid uitleggen.

> Uitleggen waarom deflatie niet goed is voor de economie.

Slide 3 - Tekstslide

Terug- en vooruitblik
Uitleg methode LWEO en werkwijze bij economie.
Dit jaar zes katernen: Crisis, Rekonomie, Geldzaken, Vervoer, Jong & Oud en Markt & Overheid.
Elk katern minimaal 1 SO en afsluitend PW. 
Maak samenvattingen, onderstreep/ arceer de tekst!
Maak elke keer je huiswerk, anders loop je achter en kun je het straks niet meer volgen. 
STEL VRAGEN!!!!!!!!!

Slide 4 - Tekstslide

Lesuren
Eerste periode twee katernen naast elkaar om het blokuur wat te verkorten. Crisis en Rekonomie.

Di 4: crisis
Di 5: rekonomie
Vr 3: crisis

Huiswerk staat vooruit gepland in Somtoday. Vooruitwerken mag als dat in jouw planning beter uitkomt.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Link

Waarom zou ik dit plaatje in de presentatie gebruikt hebben?
Over een lening betaal je rente. (Geld lenen kost geld)
Over spaargeld krijg je rente.

Als de ECB de werkloosheid wil verkleinen, zullen ze de bestedingen van mensen willen stimuleren. Echter hoe meer geld mensen uitgeven, hoe meer er geproduceerd moet worden, hoe meer banen er zijn.

Zij zullen dus de rente verlagen. Dan zal er minder gespaard worden en meer geleend worden. Hoe meer geld mensen hebben, hoe meer ze zullen uitgeven. 

Slide 7 - Tekstslide

Waarom zou ik dit plaatje in de presentatie gebruikt hebben?
Door deze maatregelen neemt de geldhoeveelheid toe. Dat kan leiden tot inflatie.

Inflatie = het stijgen van het algemene prijspeil. Je koopkracht neemt dan af; je kunt dan minder voor je geld kopen.

Het tegenovergestelde van inflatie is deflatie. Hierbij daalt het algemene prijspeil. Nadeel daarvan is dat mensen hun bestedingen zullen uitstellen, omdat ze hopen dat het nog goedkoper zal worden.

Slide 8 - Tekstslide

Waarom zou ik dit plaatje in de presentatie gebruikt hebben?
Begeleid oefenen - leerstrategie

CONTEXT MAP 

Dit kan heel nuttig zijn om oorzaak en gevolg-relaties overzichtelijk weer te geven of om complexe leerstof visueel te verduidelijken. 

De opzet heb ik al gemaakt. We gaan hem nu samen invullen met de informatie uit de vorige slide. 

Slide 9 - Tekstslide

Zelfstandig werken - huiswerk
Basis en intensief: maken vraag 1.1 t/m 1.9
Plus en compact: 1.1 t/m 1.4, 1.6 t/m 1.9


Slide 10 - Tekstslide

Evaluatie
Je krijgt een aantal vragen over de behandelde lesstof. 

Slide 11 - Tekstslide

Hoe kan weinig vertrouwen in de economie leiden tot werkloosheid?

Slide 12 - Open vraag

Wat is inflatie?

Slide 13 - Open vraag

Waarom is deflatie niet goed voor de economie?

Slide 14 - Open vraag